Producten

Actuele ziektensituatie in wintertarwe (1) - 2016

Start landelijke monitoring ziektendruk in wintertarwe

Traditiegetrouw verzorgt Bayer een landelijke monitoring van de ziektendruk in wintertarwe. Ook dit jaar worden 80 tarwepercelen, (37x zuid-NL, 30x midden-NL, 13x noord-NL) intensief gevolgd. De 1e monitoring vond deze week plaats.

Mooie stand van de wintertarwe

De zaaiomstandigheden in het najaar van 2015 waren goed. De tarwe kon tijdig worden gezaaid. De winter was relatief zacht. Dit zorgde voor een snelle ontwikkeling van de tarwe. Door de koude nachten in februari/maart is die snelle groei wel flink afgenomen. De gewassen laten nu in het algemeen een uitstekende stand zien: goed uitgestoeld met een prima standdichtheid.

Ziektendruk van septoria en gele roest

De tarwe werd dit najaar al snel geïnfecteerd. Septoria, gele roest en zelfs bruine roest werden in de wintermaanden vaak waargenomen. Tijdens de zachte wintermaanden konden deze ziekten zich verder in het gewas uitbreiden. Met het schrale voorjaar is de verdere opbouw van de ziektendruk afgenomen, maar dit kan snel veranderen. Septoria zit zoals altijd vooral onderin het gewas, op het oude blad. Jongere bladetages vertonen her en der enige aantasting. Gele roest leek door de kou tot staan gebracht, maar is met de stijging van temperatuur de laatste dagen weer actief geworden. In een enkel gevoelig ras vinden we zowel meeldauw als ook bruine roest.

In bijgaande grafiek staat de ziektendruk per ziekte weergegeven in 3 klassen: vrij van ziekte // licht (1-50 % vd planten) aangetast // zwaar (= 51-100 % vd planten) aangetast. De septoria-druk is vergelijkbaar met het vorige seizoen. De gele roest (“Warrior-type”) is meer aanwezig dan in 2015. Bruine roest en meeldauw waren deze tijd in 2015 nog niet actief; nu wel.

Afb.1. Ziektendruk wintertarwe (4 april, week 14).

Bestrijdingsadvies

In gevoelige rassen met actieve gele roest en septoria is de afgelopen 2 seizoenen gebleken dat een T0-bespuiting belangrijk is voor het eindresultaat. In de proeven werden met T0-bespuitingen meeropbrengst behaald van 800 tot 1000 kg/ha. Wij adviseren daarom om de tarwepercelen goed te inspecteren en daar waar nodig in te grijpen met een curatieve T0-bespuiting.

Ons team zal over 2 weken de tweede ziektenmonitoring uitvoeren.

Afb.2. Septoria al op het jongere blad, perceel te Rilland (ras Benchmark)

 

Afb.3. Ook de Septoria-timers zijn weer geplaatst, hier op de rassendemo te Nagele

 

Afb.4. Een blok tarwe in Zuid-Limburg