Producten

Herbicide Roundup® Ultimate

Algemeen
Roundup Ultimate is een niet-selectief bladherbicide met systemische werking.
Het werkt tegen éénjarige en overblijvende grassen en tweezaadlobbige onkruiden zoals: kweekgras, riet, fioringras, aardappelopslag, klein hoefblad, akkerdistel, akkermunt, veenwortel, knolcyperus, kleefkruid, muur, varkensgras, e.a. Minder gevoelig zijn: paardestaart, klaver, wikkesoorten en moerasandoorn. Mossen worden niet bestreden.
De onkruiden worden zowel in een jong als in een ouder stadium bestreden. Het middel wordt door de bladeren opgenomen en naar de ondergrondse delen getransporteerd. De werking is derhalve het beste als de onkruiden voldoende blad hebben ontwikkeld en niet beschadigd zijn door ziekten en plagen. De toepassing heeft het beste resultaat tijdens niet te warm, bewolkt weer met een hoge luchtvochtigheid. Het middel dient niet te worden toegepast als er kans is op aanhoudende vorst of als er binnen een uur na de toepassing kans op regen bestaat. Tijdens de toepassing van het middel dienen gewas- en onkruid bij voorkeur droog te zijn. Voor elke toepassing van Roundup Ultimate dient men er op bedacht te zijn dat het middel niet selectief is en dus in zeer geringe hoeveelheden al schade kan veroorzaken aan te sparen gewassen; de toepassing dient daarom zeer zorgvuldig te gebeuren. Gebruik ter voorkoming van overwaaien een middelmatige tot grove druppelgrootte.
Belangrijk:
- Vorstvrij opslaan.
- De spuit voor en na gebruik onmiddellijk grondig schoon maken.
- Voorkom drift, spuit met lage druk, houd rekening met de windrichting.
 
Lege verpakkingen en spuitoverschotten
De zorgvuldig geledigde verpakking van dit product dient met water gespoeld te worden, ofwel manueel (drie maal met schudden), ofwel met behulp van een reinigingssysteem met water onder druk dat op het sproeitoestel geplaatst is. Het bekomen spoelwater moet in de sproeitank gegoten worden. De verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld zoals wettelijk is voorgeschreven. De resterende spuitvloeistof verspuiten op het reeds behandeld perceel volgens de gebruiksvoorschriften. Vijvers, waterlopen of grachten niet vervuilen met het product of de lege verpakking. In geen geval mag de lege verpakking opnieuw gebruikt worden voor andere doeleinden. Om resterende spuitvloeistof te vermijden, moet de benodigde hoeveelheid spuitvloeistof nauwkeurig worden berekend aan de hand van de te behandelen oppervlakte en van de afgifte per hectare.

Grondbewerking na toepassing van Roundup Ultimate:

Let op dat de gedode massa onder niet te droge en niet te natte omstandigheden door de bouwvoor wordt verdeeld (liefst fijn gehakseld), of dat deze massa middels een goed kerende grondbewerking volledig wordt ondergebracht. Vervolgens is het noodzakelijk dat deze massa de kans krijgt volledig te verteren voor het volgende gewas wordt gezaaid,
 
Watervolume
200 - 400 l/ha is aan te bevelen. Lagere watervolumes kunnen worden gebruikt als de spuitapparatuur hiervoor geschikt is. De tank half vullen met water, de roerinrichting starten, de juiste hoeveelheid middel toevoegen, en al roerend de tank verder vullen.

Teeltspecifieke details

a.) Voor opkomst van uien, bieten, aardappelen, witlof, asperges en bloembollen

Tegen reeds bovenstaande onkruiden.

Opmerking: Niet later toepassen dan enkele dagen voor de opkomst van genoemde gewassen. De grond mag nog niet breken.

b.) Kort voor de oogst pleksgewijs in afgerijpte graangewassen en droog te oogsten

erwten

Toepassing:

Granen: De behandeling uitvoeren wanneer het graangewas geheel is afgerijpt:

- vlagblad geheel om de stengel geplooid;
- graankorrel deegrijp en minder dan 30 % vocht bevat;
- het stro geheel geel is doch de knopen nog groen-geel zijn.
- Veiligheidstermijn tussen bespuiting en oogst tenminste 7 dagen aanhouden.
- granen en stro van granen behandeld voor de oogst niet in de handel brengen als diervoeder en niet als diervoeder gebruiken.

Droog te oogsten erwten: De behandeling uitvoeren op een afgerijpt gewas wanneer de zaden minder dan 30 % vocht bevatten.

Opmerkingen:
- Veiligheidstermijn tussen bespuiting en oogst tenminste 7 dagen aanhouden.
- Grondbewerking, na verwijderen/hakselen van stro, kan onmiddellijk uitgevoerd worden.
- Alle gewassen kunnen direct ingezaaid worden.

c.) In de bosbouw ter bestrijding van Amerikaanse Vogelkers

Toepassing: uitsluitend op één- à tweejarige loten die geen bessen dragen en niet hoger zijn dan 1,50 m; goede bevochtiging van de bladeren is nodig, zonder afdruipen; spuiten vanaf half augustus tot eind september.

Opmerking: Bramen, bosbessen en houtopstand mogen niet worden geraakt, ook moet bevochtiging van de niet verhoute delen van andere gewenste soorten worden voorkomen.
 
d.) Pleksgewijze bestrijding van onkruiden in land- en tuinbouwgewassen, grasland
alsmede in openbaar groen met behulp van handspuitapparatuur
 
Ter bestrijding van wortelonkruiden zoals aardappelopslag, distels, klein hoefblad, bentpollen, knolcyperus, kweekgras e.d. door middel van een pleksgewijze bespuiting van de onkruiden. Om beschadiging van het gewas te voorkomen is het aanbevolen een afschermkap of andere nauwkeurige doseringsapparatuur te gebruiken. Gewasplanten 
en/of plantsoenbeplantingen die geraakt worden, sterven af. Ter markering kan een kleurstof aan de spuitoplossing toegevoegd worden.
 
e.) In land- en tuinbouwgewassen, grasland alsmede in weg- en plantsoenbeplanting met behulp van onkruidbestrijkers
 
Pleksgewijze en/of selectieve bestrijding van eenjarige en overblijvende onkruiden
inclusief aardappelopslag met behulp van speciaal voor dit doel ontwikkelde onkruidbestrijkers.
Ter bestrijding van boven het gewas uitstekend onkruid dient er minimaal een hoogteverschil van 10 cm tussen onkruid en gewas te zijn. Ter bestrijding van individuele onkruidplanten en onkruidhaarden tussen het gewas of beplanting kan handapparatuur worden gebruikt. Ter voorkoming van schade mag het cultuurgewas of de gewenste vegetatie beslist niet in aanraking komen met de Roundup Ultimate -oplossing. Bestrijding van riet in cultuurgewassen wordt afgeraden in verband met kans op schade door guttatievocht. Met bepaalde apparatuur (b.v. strokenstrijkers tussen gewasrijen) worden lagere concentraties dan 25 % oplossingen van Roundup Ultimate toegepast. Opmerking: Alleen toepassen als het gewas en de onkruiden droog zijn. Resterende oplossing van Roundup Ultimate dient men in apparatuur te laten zitten of na verdere verdunning te gebruiken voor toegelaten bespuitingsdoeleinden. Tijdens opslag en transport moet om de afgevende delen (touw, doek, borstel, spons) van de apparatuur een beschermkap of plastic kap zijn aangebracht zodat contact met de huid uitgesloten is.
 
f.) Stobbenbehandeling
 
Verse zaagvlakken van afgezette bomen insmeren met de bokkepoot of bespuiten om uitlopen te voorkomen. Opmerking: Bij het bespuiten van de stobben (werken met een dop) dient te worden voorkomen dat de omringende vegetatie wordt geraakt. Stobben niet behandelen als ze voorkomen tussen niet afgezette bomen van dezelfde soort, omdat door systemische werking via met elkaar vergroeide wortels schade kan optreden.
 
Hoe kan resistentie het best vermeden worden
Elke onkruidpopulatie kan planten bevatten die van nature uit meer tolerant of resistent zijn tegen bepaalde herbiciden. Dit kan leiden tot een onvoldoende controle wanneer die herbiciden gebruikt worden. Volgens de classificatie van het Herbicide Actie Comité (HRAC) is glyfosaat een Groep 9 (groep G) herbicide. Een strategie voor het vertragen van resistentieontwikkeling en het beheer van resistente onkruiden moet vastgesteld worden op basis van de locale noden en geïntegreerd onkruidbeheer. Dit bevat het goed gebruik van herbiciden, het integreren van middelen met verschillende werkingsmechanismen en/of het gebruik van andere teelt of mechanische technieken:
- Volg de etiketvoorschriften, meer bepaald om te verzekeren dat de toepassing gebeurt in een correct onkruidstadium, onder geschikte klimaat omstandigheden en met de juiste dosis
- Optimaliseer het gebruik van verschillende technieken in uw onkruidbeheer die deel zijn van een normale teelt of landschapsbeheerprogramma
- Minimaliseer het risico op onkruidverspreiding. Zorg ervoor dat het landbouwmateriaal proper is wanneer van veld wordt gewisseld
- Volg de goede spuitpraktijken voor een effectieve onkruidcontrole

• laat het spuittoestel periodisch nakijken (vb. door bepaalde instanties hiervoor verantwoordelijk)
• doseer en spuit accuraat, calibreer het spuittoestel en stem uw hoeveelheid spuitvloeistof af op de te behandelen oppervlakte
• gebruik de juiste spuitdoppen voor een maximale dekking van de onkruiden en minimale drift
• pas enkel toe onder geschikte weersomstandigheden
• monitor de onkruidcontrole na behandeling en kijk uit naar potentiële onkruidcontroleproblemen

Verdere informatie is terug te vinden op HRAC (http://www.hracglobal.com/), uw distributeur of uw locale Bayer verantwoordelijke.

Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de vloeistof is opgedroogd.
Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen.