Ambassadeurs van de aardappel (Gebr. Veerman)
Iedere akkerbouwer kent er wel één: een collega die vol passie over zijn aardappelen praat. Zij zijn niet alleen een belangrijk 'uithangbord' naar de buitenwereld, maar hebben in de regel ook meer direct contact met hun afnemers. Aardappel Koerier ging langs bij drie van zulke ambassadeurs. Lees in dit artikel het verhaal van de gebroeders Veerman.
'Direct contact met klanten maakt het boeren weer leuk'
De broers Adriaan en Peter Veerman uit Goudswaard (Z-H) zijn echte aardappelambassadeurs. Ze verwerken sinds 2015 een flink deel van hun Agria's tot verse friet, die ze met bestelbusjes zelf naar hun afnemers brengen. ,,Weet je wat het allerleukste is van verse friet maken? Dat mensen blij zijn me jouw product en dat ze dat ook regelmatig zeggen. Dat levert heel veel voldoening op'', zegt Adriaan Veerman. Hij waarschuwt echter ook dat zelf friet maken hard werken is. ,,Je moet een overtuigd verhaal en een persoonlijke drive hebben, waardoor je je ook nog eens het vuur uit de sloffen wil lopen. Pas dán gaat het echt voor je werken.''
'Direct contact met klanten maakt het boeren weer leuk'
Adriaan en Pieter Veerman uit Goudswaard (Z-H) verwerken sinds
2015 een flink deel van hun Agria's tot verse friet. Met deze nieuwe
tak hebben ze veel directer contact gekregen met hun afnemers. ,,We
moeten er hard voor lopen, maar het levert ook heel veel voldoening
op'', zegt Adriaan Veerman.
,,Weet je wat het allerleukste is van verse friet maken? Dat mensen
blij zijn met jouw product. En dat ze dat ook zeggen. Daar krijg ik nou
elke dag weer energie van!'' Adriaan Veerman spreekt de woorden
met veel passie en gedrevenheid uit. Hij is duidelijk content met de
keuze die hij drie jaar geleden samen met zijn broer Pieter maakte:
verse friet maken 'van de allerbeste Agria's'.
,,Ik herinner me nog goed toen hier in de winter van 2014 een
vrachtwagen met aardappelen van het erf af reed. Er lag een hele
mooie partij Agria's op, maar eigenlijk wilde niemand ze hebben.
Dat stak me toen enorm'', zo blikt Adriaan terug. ,,Ook het gevoel
dat zo'n partij - waar je het hele jaar met veel liefde en passie aan
gewerkt hebt - ergens anoniem in een fabriek eindigt, dat stond
me ineens heel erg tegen. Ik wil graag weten wat mensen van mijn
product vinden.'' Om de proef op de som te nemen, begonnen de
broers zelf wat friet van hun Agria's te bakken in hun eigen keuken.
De 'proefsessies' die daarop volgden waren meteen een succes;
een aantal cafetaria's in de buurt meldden zich meteen als klant en
ook een verzorgingstehuis wilde graag met de broers in zee. Om de
klandizie fatsoenlijk te kunnen bedienen werd er snel een Portacabin
ingericht, maar die bleek al na een paar maanden te klein. In 2016 is
daarom nieuwe verwerkingslijn voor verse friet in een van de loodsen
van het bedrijf gebouwd.
Op dit moment wordt ongeveer een kwart van het eigen aardappelareaal
- dat is de opbrengst van ca. 20 hectare - tot verse friet
verwerkt. Verder leveren ze van een groot aantal rassen (waaronder
Bildtstar, Nicola, Milva en Bintje) geschilde en gewassen aardappelen
in klein verpakking. Meer 'productiegegevens' geeft Adriaan liever niet.
,,We hebben keihard gewerkt om dit allemaal van de grond te krijgen;
we willen ons daarom niet teveel in de kaart laten kijken'', zegt hij.
Adriaan (rechts) en Pieter Veerman hebben een akkerbouwbedrijf in Goudswaard (Z-H). Op een areaal van 320 hectare verbouwen ze consumptie-aardappelen (80 ha), graszaad (70 ha), luzerne (50 ha) en suikerbieten (40 ha). Het overige areaal verhuren ze, o.a. voor de spruitenteelt.
Met een paar kilo friet naar Den Helder
Hoewel de productie van verse friet inmiddels een mooie bijdrage levert aan het bedrijfsresultaat, zijn de broers naar eigen zeggen 'nog maar net onderweg' met hun nieuwe bedrijfstak. ,,Nog steeds doen we er alles aan om nieuwe klanten voor ons product te winnen. Daarvoor rijd ik - als dat nodig is - nog steeds met een paar kilo friet naar een klant in Den Helder. Hiermee geef ik feitelijk ook aan dat ons product écht de moeite waard is, dat we stáán voor ons product.'' Volgens Veerman is de prijs maar zelden een doorslaggevende factor. ,,Onze klanten willen best wat extra betalen, als de kwaliteit en de smaak maar gegarandeerd zijn. Die twee zaken -topkwaliteit en smaak - zijn voor ons altijd leidend; daar - mág - gewoon - niets - aan - mankeren'', zo benadrukt hij elk afzonderlijk woord nog maar eens. Ook belangrijk is dat eventuele problemen direct en zonder gezeur worden opgelost. ,,Zelfs wanneer het in onze ogen niet aan ons product ligt, proberen we er alles aan te doen om klanten tevreden te houden. Als dat een gratis levering betekent, dan is dat maar zo. Klanten willen zich gehoord en gewaardeerd voelen; dat is essentieel binnen dit werk.'' De broers krijgen met deze manier van werken ook veel waardering terug van hun afnemers. ,,En dat is voor ons een belangrijke drijfveer om deze tak verder uit te bouwen. Hard werken is niet erg, als je weet voor wie je het doet.''
Liever 50 ton goed dan 70 ton matig
Om topkwaliteit Agria's te kunnen telen heeft Veerman de teelt op
een aantal punten wat veranderd. ,,In grote lijnen telen we nu fritesaardappelen
zoals we vroeger tafelaardappelen teelden. Dat wil
zeggen: zuinig met stikstof en ruim voldoende kali zodat de groei zo
egaal mogelijk verloopt. We hebben veel liever een opbrengst van 50
ton met goede aardappelen dan 70 ton met holle knollen, allerlei misvormingen
en rot. Onze focus ligt meer dan ooit op kwaliteit. En dat
gaat gewoon niet samen met streven naar de hoogste opbrengst.''
Volgens de Zuid-Hollander heeft die voortdurende drang naar
hogere producties (en daarmee kostprijsverlaging) de sector de
afgelopen jaren sowieso maar weinig gebracht. ,,De rendementen
zijn niet hoger geworden, terwijl we belangrijke elementen als smaak
en kwaliteit steeds meer uit het oog zijn verloren. Dat is jammer, want
juist op die twee eigenschappen kun je consumenten voor je winnen
en aan je binden.''
Over dit klanten binden wel hij trouwens nog wel iets kwijt: ,,Ik heb
gemerkt dat klanten een oprecht en transparant verhaal over ons
product enorm waarderen. Daarom prijs ik bijvoorbeeld alleen maar
rassen aan die ikzelf ook lekker vind. Ook laten we duidelijk weten
dat we op een gangbare manier aardappelen telen – dus mét gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen. Als ik uitleg dat we alleen op die
manier de garantie kunnen geven dat we elk jaar weer topkwaliteit
kunnen leveren, dan is dat daarna eigenlijk nooit meer een issue.''
Geen ambassadeur van de aardappel
Op de slotvraag of Veerman zichzelf een ambassadeur van de
aardappel vindt, antwoord hij gedecideerd: ,,Nee, want daarvoor
zijn wij teveel met ons eigen bedrijf bezig. Natuurlijk zetten wij de
aardappelen op een voetstuk voor onze klanten, maar dat zijn wel
onze eigen aardappelen.'' De akkerbouwer gelooft sowieso niet zo
in een sectorbrede promotie van aardappelen. ,,Als je de aardappel
bijzonder wilt maken, moet je dat zelf op je eigen bedrijf doen. Je
moet een eigen verhaal en een persoonlijke drive hebben ,waarvoor
je je ook nog eens het vuur uit de sloffen wilt lopen. Pas dán gaat het
echt voor je werken'', zo besluit hij.
De broers Veerman verwerken ongeveer een kwart van hun aardappelen tot verse frites (www.verseboerderijfriet.nl). Dat gebeurt met een eigen verwerkingslijn op het bedrijf. Klanten zijn onder meer supermarkten, restaurants, verzorgingstehuizen en cafetaria's.