Wintertarwe staat er goed voor
De afgelopen weken was het weer relatief schraal. Kouder dan gemiddeld in april en droog. Dit zijn geen omstandigheden waarbij de schimmelziekten in tarwe toeslaan. De tarwe staat er bij onze 2e ziektenmonitoring in het algemeen dan ook gezond bij.
Vanuit de winter is er wel enige Septoria onderin het gewas aanwezig. Die krijgt nu echter weinig kans om de hogere bladetages te besmetten. Gele roest nam in 2016 in deze periode snel toe. Nu zien we in sommige gevoelige rassen slechts hier en daar een klein haardje, dat zich met dit weer moeilijk kan uitbreiden. De enige ziekte die iets meer kans gekregen heeft is meeldauw. Naast enkele aangetaste percelen in Zuidoost Nederland zien we nu ook een enkel spatje meeldauw in het zuidwesten. In de Achterhoek hebben we enige DTR gevonden. In afbeelding 1 zijn de resultaten van de 2e ziektenmonitoring weergegeven. Ter vergelijking met 2017 staan onder de grafiek de resultaten in deze week van 2016.
Onder deze omstandigheden groeit de tarwe ook traag. Het gewas blijft daarom voorlopig wat korter en steviger. Op zich geen slechte zaak, maar wanneer er regen komt wordt de kans op een snellere verspreiding van ziekten naar de hogere bladetages daardoor wel iets groter.
Voor het veilig stellen van de opbrengst is het belangrijk om de nieuwe bladeren gezond te houden. Een preventieve T1-bespuiting legt daarvoor een belangrijke basis. Het KNMI voorspelt voor de komende dagen buien afgewisseld met zonnige perioden. De ziektendruk kan dan snel toenemen.
Voor die percelen die nog geen T1-bespuiting hebben gekregen, adviseren wij nu onze krachtige middelen Aviator of Skyway 0,75 l/ha.
Afb.1. Bayer Ziekentemonitoring wintertarwe. Gemiddelde ziektendruk in week 17, 2017 t.o.v. 2016.
Afb.2. De mate van aantasting in tarwe per ziekte in 2017. De ziektendruk is duidelijk lager dan in 2016.
Afb.3. Meeldauw is in Zuidoost- Nederland te vinden. Ras Johnny te Budel.
Afb.4. Hier en daar een haardje gele roest. Hier in een perceel te Dordrecht (ras Reform).