Producten

Alles in de strijd tegen duist

“Duist is nog steeds het grootste probleemonkruid in Noordoost-Groningen, maar het breidt zich niet meer zo sterk uit als een aantal jaren geleden'', zeggen Agrifirm-adviseur Sem Postma en akkerbouwer Jeroen van Rulo uit Midwolda (Gr.). Volgens hen blijft een gerichte onkruidbestrijding in najaar en voorjaar dé sleutel om duist succesvol onder duim te houden. Maar ook met vruchtwisseling kan duist flink de kop in worden gedrukt.

Het is begin oktober en de zaaiwerkzaamheden op de Oldambtster klei zijn alweer grotendeels achter de rug. Dat is vroeg, bijzonder vroeg zelfs. “Veel tarwetelers hadden de kletsnatte herfst van vorig jaar nog in hun achterhoofd en hebben het mooie weer in september aangegrepen om toch maar vast te zaaien. Ik denk dat 80 tot 90 procent van de wintertarwe er al in zit. Vorig jaar was dat amper 10 procent'', vertelt Sem Postma die als teeltadviseur voor Agrifirm werkzaam is het gebied.

Hoewel vroeg zaaien zeker ook nadelen heeft – zoals minder mogelijkheden om duist te laten kiemen en af te branden – is het altijd nog beter dan in laat in het jaar te moeten modderen of noodgedwongen zomertarwe te moeten zaaien, vindt Postma. ”Je krijgt op deze grond maar weinig kansen om netjes te kunnen zaaien. Die moet je dan wel pakken.''

Ook Jeroen van Rulo heeft vorig jaar behoorlijk geworsteld om de wintertarwe erin te krijgen. “In september waren we hier nog druk met andere werkzaamheden, waaronder het laden van uien. Aan tarwe zaaien denk je op zo'n moment nog niet. Maar als het dan in de laatste week van september gaat regenen en het blijft daarna maar regenen, dan wordt het toch even wat spannender...'', zo blikt hij terug. Omdat ploegen op toen niet meer lukte, zette Van Rulo een krukasspitter in en kon de wintertarwe – in een net iets drogere week – toch bijna allemaal nog gezaaid worden. “Ik mag achteraf misschien niet klagen dat het zo is afgelopen, maar ik zaai toch liever bij wat droger weer. Dan zit je toch even wat lekkerder op de trekker'', aldus de akkerbouwer.

 

 

 

 
 
 
 
 
 
 
 

Jeroen van Rulo (links) heeft een akkerbouwbedrijf in Midwolda (Gr.). Hij teelt jaarlijks zo'n 150 tot 160 hectare wintertarwe. Sem Postma (rechts) is teeltadviseur bij Agrifirm Plant.

 

Vroege onkruidbestrijding

Dit seizoen heeft Van Rulo bijna alle wintertarwe in de laatste twee weken van september gezaaid. “Ik moet nog één stuk waar nu nog suikerbieten op staan. Als we daar direct na de oogst tarwe inzaaien, dan lukt dat waarschijnlijk nog wel. De bovenlaag van de grond is dan misschien wat nat, maar de ondergrond nog steeds redelijk droog. Dat laatste perceel krijg ik er dus nog wel in'', zegt hij.

Ook de najaars-onkruidbestrijding is dit seizoen al vroeg gebeurd. “De meeste telers kiezen ervoor om direct na het zaaien een bespuiting met een bodemherbicide uit te voeren. Daarmee pak je het overgrote deel van de opgekomen onkruiden – en dan met name duist – vroegtijdig weg. En met het vochtige weer dat we nu hebben lijkt een goede werking min of meer gegarandeerd'', aldus Postma.

Hoewel duist nog steeds veruit het grootste probleemonkruid is in het gebied, hebben beide mannen de indruk dat het zich niet meer zo sterk uitbreidt als een aantal jaren geleden. “Globaal kun je stellen dat percelen met weinig of geen duist op dit moment redelijk goed schoon gehouden kunnen worden met behulp van de beschikbare chemie en eventuele teeltmaatregelen, zoals vruchtwisseling. Maar percelen die nu al flink vervuild zijn met duist krijgen steeds meer te maken met resistentievorming tegen herbiciden, waardoor het probleem eigenlijk alleen maar groter wordt. Er is dus een duidelijke tweedeling op dit vlak'', zo schetst Postma de situatie. Van Rulo beaamt deze woorden en stelt dat op percelen waar men in het verleden te 'zuinig' is geweest met de bestrijding van duist, zich nu de grootste problemen voordoen. “Dat is geen verwijt naar (oud)-collega's, maar wél een pleidooi om vooral niet te bezuinigen op middelen en doseringen. Duist moet je zo compleet mogelijk bestrijden, anders werk je de uitselectie van resistente duist alleen maar meer in de hand. Dat weten we ondertussen allemaal, maar we moeten er ook écht naar handelen'', zo benadrukt hij nog maar eens.

 

Sleutelpositie voor Herold

Naast het doodspuiten (afbranden) van duist met glyfosaat voorafgaand aan het zaaien, hechten beide mannen veel waarde aan een vooropkomst onkruidbestrijding met Herold. “Herold heeft op dit moment een sleutelpositie in de bestrijding van duist. Het bestrijdt nagenoeg 100 procent van alle duist die opkomt. Daarmee kun je dus een hele grote slag slaan en het perceel tot ver in het nieuwe jaar schoon houden'', stelt Postma. Alleen op percelen die (zo goed als) vrij zijn van duist kan Herold achterwege worden gelaten, vindt hij. “Op alle andere percelen kun je eigenlijk niet zonder.'' Jeroen van Rulo is het helemaal met hem eens en zegt: “Op een flink aantal percelen is vorig jaar geen Herold toegepast vanwege het natte weer. Juist op die percelen zag je afgelopen seizoen veel meer duist dan normaal.''

Ook de voorjaarbestrijding van duist (met o.a. Atlantis Star of Othello) blijft een belangrijke maatregel, al signaleert Postma dat de gevoeligheid van (resistente) duist voor deze middelen steeds iets verder achteruit loopt. Om nog verdere uitselectie van resistente duist te voorkomen, is het slagen van zo'n voorjaarsbespuiting van cruciaal belang. “Zowel Atlantis Star als Othello werken het beste bij een hoge luchtvochtigheid. 's Morgens vroeg spuiten is daarom sterk aan te raden; de werking van deze middelen is dan optimaal'', adviseert Postma. Van Rulo heeft deze werkwijze een paar jaar geleden al opgepakt: hij voert de voorjaarsonkruidbestrijding bij voorkeur heel vroeg – vanaf 3 uur 's nachts– tot hooguit 9 uur 's morgens uit. “Na de koffie moet je er hoe dan ook mee stoppen, want dan valt het resultaat gewoon tegen'', zo is zijn ervaring.

 

Meer vruchtwisseling

Behalve een gedegen inzet van herbiciden kan ook vruchtwisseling helpen om duist onder controle te houden. Zo is duist goed te bestrijden in onder andere grasland, maïs en luzerne. Postma erkent dat het soms een 'hele stap' is om via deze gewassen duist aan te pakken, maar denkt dat het wel steeds vaker nodig zal zijn. “Op sommige percelen staat nu zoveel duist dat de opbrengstderving gemakkelijk tot 30 procent op kan lopen. Bovendien zijn de kosten voor onkruidbestrijding ook nog eens navenant hoger en staat het saldo daarmee serieus onder druk. Daar kun je niet eeuwig mee doorgaan'', zo stelt hij. Ook Van Rulo denkt dat vruchtwisseling steeds vaker onderdeel zal zijn van de duistbestrijding. Behalve in de teelten koolzaad en grasland heeft hij afgelopen seizoen ook een specifiek grassenmiddel in zijn uien gebruikt, waarmee de duist vrijwel helemaal is opgeruimd. “We moeten breed kijken, creatief zijn en alles in de strijd gooien tegen duist. Alleen zo blijven we dit onkruid de komende jaren de baas'', zo besluit hij. 

 

Meer informatie?

Klik op één van de onderstaande logo's voor meer product informatie en aanbevelingen, of neem contact op met uw lokale distributeur en/of adviseur:

    

 

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de product informatie.