Kees van Miltenburg (rechts) is bedrijfsleider bij Fresh Forward in Huissen (Gld.). Het bedrijf is gespecialiseerd in de veredeling van aardbeien- en appelrassen. Jan Snijders (links) is adviseur kleinfruit bij Vos Capelle.
Voor de meeste aardbeientelers is het een bekende naam: Fresh Forward in het Gelderse Huissen. Het bedrijf is gespecialiseerd in de veredeling van aardbeienrassen en heeft onder meer de bekende rassen Elsanta en Sonata voortgebracht.
,,Ja, we worden vaak gelinkt aan deze twee rassen. Het zijn belangrijke successen waar we als bedrijf nog steeds van profiteren en waar we ook weer nieuwe kruisingen mee maken. Dat heeft zowel voor Noordwest-Europese markt als voor de Mediterrane markt een aantal succesvolle nieuwe rassen opgeleverd’’, vertelt Kees van Miltenburg in de kantine van het bedrijf.
,,Varenrouwmug werd met deze breedwerkende insecticide zogezegd vanzelf meegepakt. Toen deze middelen wegvielen zijn we dit beestje weer meer gaan zien, wat de toename in ieder geval voor een deel verklaart.’’ Ook het toegenomen gebruik van organische meststoffen (voor een betere wortelontwikkeling) kan volgens de adviseur wel eens een rol spelen. ,,Organisch materiaal heeft immers een aantrekkende kracht op de vliegjes; hun larven kunnen zich daar prima mee voeden.’’
Van Miltenburg en Snijders bekijken een partij zaailingen. Met name tijdens de opkweek van jonge planten kan de varenrouwmug voor veel schade zorgen.
Met name tijdens de opkweek van jonge planten kan de varenrouwmug voor veel schade zorgen, zo weet Snijders.
,,Volwassen muggen houden van een enigszins vochtige omgeving waar ze eitjes af kunnen zetten, liefst dicht bij de wortels. Daar vreten de larven het nog zachte wortel- en stengelweefsel aan. De plant reageert hierop door weer nieuwe wortels aan te maken en raakt zo uitgeput. Dat kan uiteindelijk voor behoorlijke capaciteitsverlies zorgen. Bovendien zijn de wondjes weer een invalspoort voor allerlei schimmelziekten, zoals bijvoorbeeld Phytophthora.’’
Om varenrouwmug - en ook andere bodeminsecten - onder de duim te houden, voerde Fresh Forward tot voor kort een tweewekelijkse volveldsbespuiting met Steinernema feltiae aaltjes uit. ,,Die toepassing van aaltjes heeft altijd goed gewerkt, maar het is wel behoorlijk arbeidsintensief voor ons bedrijf’’, vertelt Van Miltenburg. Hij legt uit dat er jaarlijks zo’n 200.000 plantjes in een groot aantal plots worden gekweekt.
Al deze plots moeten op verschillende momenten, om de twee weken worden behandeld met aaltjes. ,,In de praktijk betekent dit dat je zeker twee keer per week aan het spuiten bent, soms ook op hele kleine plots. Daarvoor moet je telkens weer spuitvloeistof aanmaken en ook de spuit weer reinigen. Al met al gaan daar best veel uren in zitten.’’
Behalve een kostenpost is het spuiten van aaltjes op zoveel verschillende plots ook gewoon een puzzel waarbij geen vergissingen mogen worden gemaakt. ,,Al met al is dat toch wel een belasting voor onze medewerkers’’, aldus Van Miltenburg.
Jan Snijders checkt een vangplaat op varenrouwmug. Er zitten een paar volwassen exemplaren op. ,,Te weinig om je zorgen over te maken’’, zegt hij. ,,Maar alles wat we hierop vangen krijgt in ieder geval geen nakomelingen meer.’’
In samenspraak met Snijders zijn de aaltjes dit voorjaar ingewisseld voor BIO 1020, een natuurlijk insecticide op basis van de schimmel Metarhizium anisopliae (stam F52).
Deze schimmel, die geënt is op rijstkorrels, wordt tijdens het vullen van trays al aan de grond toegevoegd. Daar groeit de schimmel door de hele pot heen en doodt het alle schadelijke bodeminsecten, inclusief de (larven van) varenrouwmug.
Volgens Snijders is BIO 1020 als middel weliswaar duurder dan aaltjes, maar hoeft er anderzijds niet meer gespoten te worden. ,,Op dit bedrijf kunnen we de kosten van het spuiten en de meerprijs van BIO 1020 toegevoegd aan de traygrond ongeveer tegen elkaar wegstrepen. Dan blijft over dat BIO 1020 veel gemak oplevert, het personeel ontlast en de kans op vergissingen tot nul terugbrengt. Bovendien werkt het middel het hele seizoen door en overleeft de schimmel in een zeer brede temperatuurreeks. Het is, kortom, een zelfsturend systeem waar je vrijwel niet naar om hoeft te kijken.’’
Zowel Van Miltenburg als Snijders zien de overschakeling van aaltjes op BIO 1020 met vertrouwen tegemoet. Snijders: ,,BIO 1020 heeft zich al vele jaren bewezen als een betrouwbaar middel tegen bodeminsecten in een groot aantal teelten. Ook de varenrouwmug moeten we daar goed mee onder controle kunnen houden.’’