Volgende
AARDAPPELEN: Van alle (aardappel)markten thuis
sluiten

Akkerbouw Koerier Januari 2023

Serenade steeds verder ontrafeld

,,We moeten blijven onderzoeken, blijven leren en datgene wat we weten nóg meer naar de praktijk brengen. Zo groeit het vertrouwen in Serenade en krijgt de meerwaarde van het middel steeds meer gezicht.’’ Het zijn de afsluitende woorden van een studiemiddag rondom het biologische middel Serenade, eind november in Houten (U.). Zo’n 150 belangstellenden werden bijgepraat over de resultaten met middel in de aardappelteelt. Naast een enorme hoeveelheid praktijkdata die de afgelopen tien jaar op bijna 150 locaties is opgevist – en waarmee de praktische waarde van Serenade steeds beter voor het voetlicht is gekomen, blijft Bayer ook wetenschappelijk onderzoek doen naar het middel.

De afgelopen jaren is een enorme hoeveelheid data rondom het biologische middelen Serenade naar boven gehaald. Daarmee is de praktische waarde van het middel steeds beter voor het voetlicht gekomen.

,,We weten steeds meer over de microbiologische processen die zich in de bodem afspelen. Maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat we ook nog ontzettend veel niet weten – en dat elk antwoord ook weer nieuwe vragen oproept.’’ Aardappelspecialist Albert Schirring van Bayer Monheim startte zijn lezing met een duidelijk statement: het microbioom is een uitermate complexe materie en kent nog vele ‘missing links’. Zo is nog maar weinig bekend over de rol van micro-organismen bij de opname van voedingsstoffen door planten en is ook nog veel onduidelijk over interacties tussen het microbioom en het ontstaan (en weren) van ziekten. 

Wél is Schirring ervan overtuigd dat Bacillus amyloliquefaciens QST 713 op dit moment hét boegbeeld is voor de biologische bestrijding van ziekten in de land- en tuinbouw. Hij vertelt dat Bayer de afgelopen tien jaar enorm veel onderzoek heeft gedaan naar deze bacteriestam – die de basis vormt voor het middel Serenade. In diverse sheets komen een keur aan technologieën en monitoringsystemen (qPCR, MALDI) voorbij die gezamenlijk steeds meer inzicht hebben gegeven in het werkingsmechanisme van de bacteriestam. ,,Wat we zeker weten is dat de QST 713 een kei is in het onderdrukken van bodemziekten en het bevorderen van de plantengroei. Dat laat elk onderzoek opnieuw zien – zowel in laboratoria als ook in de praktijk’’, aldus Schirring. 

 

Symbiotisch partnerschap

De grote kracht van de QST 713-stam is dat het een symbiotisch partnerschap opbouwt met de plant. Ofwel: de bacteriestam en de plant werken goed samen om bodemziekten te weren en de plantgroei te bevorderen. Zo kan QST 713 goed overleven in elke grondsoort, is het zeer competitief op het worteloppervlak (waardoor het schadelijke schimmels wegdrukt), koloniseert het sterk op de wortels en groeit het met de wortels mee, vormt het een beschermende bio-film rondom de wortels en stimuleert het de wortelgroei. Verder wijst nieuw onderzoek uit dat de bacteriestam ook opgenomen wordt in de plant (waar het koloniseert op intern plantenweefsel) en dat het de resistentiegenen van de plant activeert. 

Een tamelijke recente ontdekking is dat QST 713 ook een duidelijk effect heeft op de ontwikkeling van stoloonwortels van de aardappelen. ,,Stoloonwortels zijn hele fijne haarwortels die veel minder zichtbaar zijn dan de bekende basiswortels. Bij inzet van Serenade zien we dat er zo’n 10 procent meer van deze stoloonwortels wordt gevormd’’, vertelt Schirring. ,,Sommige voedingselementen – zoals bijvoorbeeld calcium – komen vooral via deze stoloonwortels de plant binnen. Dat verklaart onder andere de betere opname van calcium door de aardappel bij toepassing van Serenade.’’

‘Nog genoeg te verkennen’

Volgens de aardappelspecialist zal er de komende jaren blijvend (wetenschappelijk) onderzoek verricht worden naar de eigenschappen van QST 713, ,,want er is nog genoeg te verkennen en te bevestigen binnen het spectrum van deze bacteriestam.’’ 

Voor de praktijk (teeltspecialisten, adviseurs en telers) zal volgens hem de ‘grote opdracht’ zijn om die eigenschappen van Serenade zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen in de aardappelteelt. ,,Daarvoor moet je er mee aan de slag; ervaring opdoen – ook al is het maar op kleine schaal. De landbouw staat onherroepelijk voor een omslag naar meer groene middelen. Met Serenade hebben we een sterk middel in handen dat zijn claims waar kan maken‘’, aldus Schirring.

Goede maar ook grillige resultaten

In de volgende lezing ging Crop Avisor Sander Uwland uitgebreid in op het effect van Serenade op de opbrengst en de schil- en knolkwaliteit van aardappelen. ,,Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van het middel hebben we vijf jaar lang een groot aantal praktijkproeven uitgevoerd. Vanaf 2019 ging dat om totaal 147 percelen met elk 362 waarnemingen. Dat heeft uiteindelijk zo’n 53.000 datapunten opgeleverd; een enorme hoeveelheid cijfers dus, waarmee we heel veel nieuwe kennis hebben vergaard’’, zo vertelt hij aan de hand een groot aantal sheets.

Als eerste behandelt Uwland de meeropbrengst van Serenade, die inmiddels tien jaar lang wereldwijd is onderzocht. ,,Als we al het onderzoek van de afgelopen jaren bij elkaar vegen, dan komen we op een gemiddelde meeropbrengst van zo’n 3 procent ten opzichte van onbehandelde percelen. Maar op dat gemiddelde valt nog wel het een en ander af te dingen. Bij grondbehandelingen – zowel chemisch als biologisch – weten we dat de resultaten grillig kunnen zijn. Het kan dus veel hoger zijn, maar soms ook negatief.’’

Structureel betere schilkwaliteit

Belangrijker dan de (kleine) meeropbrengst vindt Uwland de positieve effecten van Serenade op de schilkwaliteit van de aardappelen. Hiervoor is vier jaar lang de ‘chemische standaard’ (volle dosering) vergeleken met toevoeging of vervangen van Serenade. Zo is in pootaardappelen (60 percelen) aan een volle dosering chemie nog eens 5 l/ha Serenade toegevoegd en is in consumptie-aardappelen (40 percelen) een halve dosering chemie gecombineerd met 5 l/ha Serenade. Hieruit kwam naar voren dat - in vergelijking met een volle dosering chemie - de schilkwaliteit met gemiddeld 3 procent verbeterde en het percentage Rhizoctonia met 1,5 procent verminderde. Uwland erkent dat deze percentages niet ‘wereldschokkend’ zijn, maar in veel gevallen wél waarneembaar tijdens de oogst. ,,Uit de veelheid van resultaten kunnen we daarom met grote zekerheid zeggen dat Serenade een structureel effect heeft op de schilkwaliteit. En dan is élk procent winst zonder meer van waarde’’, zo stelt hij.

In zetmeelaardappelen (43 proefpercelen) is de standaard chemische behandeling tegen Rhizotonia vier jaar lang volledig vervangen door 5 l/ha Serenade. Hieruit kwam naar voren dat Serenade net zo’n goede werking heeft als chemie en dat overschakelen op Serenade dus prima kan.

Betere opname van voedingsstoffen

Nog een effect van Serenade is dat het de opname van voedingsstoffen consequent verbetert, waardoor het zogezegd een boost geeft aan de knolkwaliteit. ,,Het gaat dan met name om calcium en ijzer, waarvan we na toepassing van Serenade structureel hogere waardes in de knollen vinden. Maar ook van micro-elementen als mangaan en zink vinden we substantieel hogere waardes terug’’, vertelt Uwland. Naast de aanleg van meer en fijnere wortels en het stimuleren van enzymen die organische stof afbreken (waardoor meer mineralen beschikbaar komen), kan de zogenoemde Rhizophagie-cyclus hier wel eens een belangrijke rol bij spelen, zo weet specialist biologische gewasbescherming Jolanda Wijsmuller. ,,Rhizophagie is het proces waarbij micro-organismen mineralen uit de bodem opnemen en gezamenlijk de wortelpunten binnendringen. In de wortel verlaten de mineralen de bacterie en wordt de bacterie door de wortelharen weer buiten de deur gezet om opnieuw voedingsstoffen op te nemen uit de bodem. De bacterie verleent dus een dienst aan de plant. De plant scheidt overtollige fotosyntheseproducten (exudaten) uit via de wortel. Deze exudaten zijn weer voeding voor de bacterie om zich te vermeerderen. Kortom, een geweldige samenwerking tussen plant en bacterie.’’ Volgens haar is inmiddels bewezen dat Serenade een rol speelt in de Rhizophagie-cyclus. ,,Hogere gehaltes van mineralen in het gewas en de aardappelen kunnen hier in ieder geval voor een deel mee worden verklaard.’’

Serenade verlaagt solanine-gehalte

Nog zo’n nieuw onderzoeksterrein is het effect van Serenade op het solanine-gehalte (glyco-alkaloïden) in de aardappel. Volgens Albert Schirring laten analyses zien dat de inzet van Serenade voor een langzamere en ook mindere groenverkleuring van de aardappelknol zorgt. Hoewel de aardappelspecialist het nog te vroeg vindt om hier allerlei conclusies aan te verbinden, ziet hij wel mogelijkheden voor een gezondere aardappel in het schap. ,,De maximaal toegestane waarde voor solanines is de laatste jaren aangescherpt van 200 naar 150 ppm per kilogram verse gewicht. En ik kan me zomaar voorstellen dat die waarde de komende jaren nog wat verder naar beneden moet. Een groen middel als Serenade kan daarmee zomaar een mooi wapen zijn om de aardappelen minder te laten vergroenen’’, zo besluit hij.

+Colofon