Terug
JONG & ONDERNEMEND - 'Verder groeien in huisverkoop'
Volgende
UIEN - Startende uientelers aan het woord: 'We hebben nu een betere start dan vorig jaar'
sluiten

Akkerbouw Koerier Mei 2021

"Aan de uienteelt je moet echt voorrang geven"

Jantinus Beijering uit Schoonloo (Dr.) verbouwt voor het derde jaar uien. ,,Als je er goed bovenop zit, dan kun je hier prima uien telen'', zo is zijn ervaring. Cruciale onderdelen zijn de onkruid- en ziektebestrijding. ,,Die luisteren heel erg nauw. Uien spuiten kan niet even een paar dagen wachten; daar moet je echt voorrang aan geven.''

Jantinus Beijering (links) heeft een akkerbouwbedrijf in Schoonloo (Dr.). Op een areaal van ca. 270 hectare verbouwt hij pootaardappelen (95 ha), zetmeelaardappelen (50 ha), suikerbieten (50 ha), zomergerst (50 ha) en zaaiuien (26 ha). Verder houdt hij ca. 170.000 vleeskuikens. Gerwin Vos is teeltadviseur bij WPA Robertus.

,,Of de uienteelt goed bij ons bedrijf past?'', zo herhaalt Jantinus Beijering de eerste vraag ,,Nee, eigenlijk niet. We zijn al heel druk met de pootaardappelen en vooral tijdens de oogstperiode kunnen we de uien er eigenlijk niet bij hebben. Maar ja, met uien is een mooi saldo te halen, zo hebben we afgelopen jaren gemerkt. Dan moeten we maar eventjes wat harden werken!'', zegt hij met een brede lach. Behalve het vooruitzicht van een goed saldo, vindt de akkerbouwer het ook een mooie nieuwe uitdaging. ,,Bij de uienteelt moet je er écht bovenop zitten. Met zaaien, met beregenen, met de onkruid- en ziektebestrijding, met de oogst en ook met de bewaring. Ik vind dat alleen maar mooi! Bovendien hou ik wel van beetje risico en de bijbehorende handel past me ook wel. Met uien kun je wat dat betreft alle kanten op.'' 

Areaal enorm gegroeid

Na een start met 15 hectare uien in 2019 is het areaal inmiddels doorgegroeid naar 26 hectare dit jaar. En met een 1-op-6-rotatie op 270 hectare is er nog wel meer ruimte voor dit nieuwe gewas. ,,Toch houden we het voorlopig even zo'', zegt Beijering. ,,Aan die 26 hectare hebben we onze handen vol. Bovendien moet er eerst een nieuwe bewaarschuur bijkomen, voordat we aan verdere groei kunnen denken. Wil je wat aan uien verdienen, dan moet je alles op kunnen slaan.''

 

Volgens teeltadviseur Gerwin Vos van WPA Robertus – die ook bij het gesprek aanwezig is – heeft de uienteelt in heel Drenthe een flinke vlucht genomen. ,,Vijf jaar geleden stond er amper uien in dit gebied. En nu liggen er meerdere honderden hectares. Dat is toch een ongekende verandering in heel korte tijd.'' Volgens Vos past de uienteelt doorgaans goed in het Noordoostelijke bouwplan en is er ruim voldoende maagdelijke grond beschikbaar. Ook is de afgelopen jaren gebleken dat uien van het zand prima te bewaren zijn. Belangrijk is wél om op tijd te oogsten, zodat de uien niet te grauw worden. ,,Je moet dus niet voor de allerlaatste kilo's gaan, want dan boer je met de kwaliteit meteen een heel stuk achteruit'', zo weet hij. 


Ook benadrukt de adviseur dat de uienteelt 'altijd voor moet gaan' op andere teelten. En dat vergt – zeker voor de starters –  een andere mindset. ,,Veel akkerbouwers zijn nog aan het aardappels poten, wanneer ook de onkruidbestrijding in de uien uitgevoerd moet worden. Dan moet je beseffen: dat poten kan nog wel even wachten, maar de onkruidbestrijding in uien zeker niet.'' Ook het beregenen moet volgens hem alle prioriteit krijgen. ,,Wacht niet te lang op een buitje, dat misschien helemaal niet komt. Uien moeten stelselmatig water hebben; dat moet je echt plannen.''

Fandango en Luna Experience

Nog een belangrijk onderdeel binnen de teelt is de ziektebestrijding. Vos vertelt dat de druk van valse meeldauw, bladvlekkenziekte en Stemphylium in zijn werkgebied nog niet zo heel groot is. ,,Dat is vooral het gevolg van het droge weer van de afgelopen jaren, maar ook omdat de meeste uienperceel nog op redelijk afstand van elkaar liggen. Met name valse meeldauw krijgt daardoor minder kans om zich te verspreiden; die schimmel hebben we hier de laatste jaren dan ook bijna niet gezien.''

 

Hoewel de ziektedruk vooralsnog laag is gebleven, waarschuwt Vos nadrukkelijk voor onderschatting ,,In een nat seizoen is alles anders en moet je alle zeilen bijzetten om schimmelziekten onder de duim te houden. De meeste nieuwe telers hebben dat nog niet ervaren, maar dat gaat natuurlijk wel een keertje komen.'' Ook zorgelijk is dat het middelenpakket tegen uienziekten de laatste jaren behoorlijk uitgedund is. Daar komt bij dat het veelgebruikte (en goedkope) middel mancozeb volgend jaar ook niet meer is toegelaten. ,,Feitelijk houden we dan nog maar een handvol middelen over, waarvan Fandango en Luna Experience veruit de belangrijkste sterkhouders zijn. Deze twee middelen vormen volgend jaar het hart van de ziektebestrijding en zullen we gericht en afwisselend in het middenblok in moeten zetten'', zo blikt Vos alvast vooruit.

 

Hoewel met Fandango en Luna Experience alle belangrijke schimmelziekten in uien uitstekend te bestrijden zijn, maakt de adviseur zich toch wat zorgen over het sterk beperkte middelenpakket wat na het vervallen van mancozeb overblijft. ,,Volgend seizoen missen we alle middelen op basis van mancozeb en worden we erg afhankelijk van een klein pakket aan producten. Zoiets is natuurlijk geen wenselijke ontwikkeling. We zullen in de teelt heel goed moeten overwegen welk product we op welk moment inzetten.''

 

Mede om deze reden heeft WPA Robertus dit jaar (opnieuw) een proefveld aangelegd bij Beijering. Daarin worden meerdere spuitschema's in uien met elkaar vergeleken. ,,Daarbij kijken we niet alleen naar de ziektebestrijding, maar ook naar de effecten op greening, uiengezondheid en opbrengst'', aldus Vos.

 

Voor Beijering zijn de 'waarschuwende woorden' van zijn adviseur in ieder geval niet aan dovemansoren gericht. ,,In de uien houd ik me sowieso strak aan het spuitschema. Niet alleen omdat het voor ons nog een redelijk nieuwe teelt is – en we de gevolgen van ziekten nog niet goed kennen, maar ook omdat ik hoe dan ook gezonde uien in de bewaring wil hebben. We merken dat de handel dat laatste jaren steeds meer onze kant op komt, omdat ze weten dat we hier mooie uien kunnen telen. Die aanloop richting Drenthe moet natuurlijk wel zo blijven'', zo besluit de akkerbouwer
+Colofon