Volgende
‘Jonge hyacintenbolletjes zijn een biefstuk voor trips’
sluiten

Bloembollen Koerier 2022

Alle middelen hard nodig bij de luisbestrijding

,,Met schoon plantgoed beginnen, vanaf opkomst een dekkend olie-schema aanhouden en elke twee weken een luisdoder toepassen. En misschien wel het allerbelangrijkste: heel consequent hieraan vasthouden.’’ Sander Veldboer uit Wilbertoord (N-Br.) schetst in een paar zinnen hoe hij tegen de luisbestrijding in lelies aan kijkt. Bij de onkruid- of schimmelbestrijding durft hij nog wel eens wat weg te laten. ,,Maar met de virusbestrijding is er maar één keus: volledige bescherming.’’

,,Deze lelies zijn echt gigantisch hard gegroeid de laatste weken. Kijk, er zitten nu al knoppen in. Ik denk dat we hier toch drie weken eerder aan het koppen zijn dan vorig jaar.’’ Sander Veldboer is duidelijk tevreden wanneer hij half juni samen met adviseur Marco Oostdam van Agroburen door een perceel éénjarige OT’s loopt. Op de achtergrond rijdt medewerker Joris Nabuurs net het perceel in om tegen vuur, virus en onkruid te spuiten. Volgens Oostdam is dit hard nodig om de weelderige groei bij te benen en virus en vuur buiten het gewas te houden. Ook wijst hij en passant op wat zwaluwtong en varkensgras dat her en der op het perceel te vinden is. ,,Een rechtstreeks het gevolg van het verdwijnen van het middel Asulam. Hopelijk krijgen we de komende jaren niet al te veel van dat soort gaten in ons middelenpakket, want dat maakt de teelt toch telkens weer wat lastiger‘’, zo stelt de adviseur. Veldboer knikt en noemt in dit kader ook het wegvallen van mancozeb tegen vuur. ,,Een flinke aderlating voor de sector; vooral omdat dit middel altijd een zekerheidje is geweest in de strijd tegen Botrytis. Al met al wordt de gewasbescherming steeds complexer, onzekerder – en ook duurder. Met de huidige, goede markt kunnen we dat nog dragen, maar wanneer de prijzen weer teruggaan naar normaal en de kosten blijven stijgen, wordt het nog een hele toer om tegen een acceptabele kostprijs kwaliteitsbollen te telen.’’

Lelies op een landgoed

Al pratende valt op dat bij Veldboer de Brabantse tongval ontbreekt. Daarmee geconfronteerd lacht hij en vertelt: ,,Mijn ouders zijn hier in 1999 vanuit Wieringerwerf neergestreken. Daarvoor teelden we ook al wat lelies in Brabant en daar hadden we goede ervaringen mee. Vandaar dat we ons hier in Wilbertoord gevestigd hebben. De grond is hier zeer geschikt en het is ook even wat warmer dan in Noord-Holland. Prima omstandigheden dus om lelies te telen."

Goed uit de startblokken

Voor wat betreft de start van het seizoen zijn zowel Veldboer als Oostdam behoorlijk tevreden. Zo is het plantgoed na een relatief mild voorjaar prima uit de startblokken gekomen. ,,De banen met kale schub die ik tot dusver heb gezien staan er geweldig mooi op. Er lijkt dus heel wat aan te komen. Het enige waar je je zorgen om kunt maken is of de markt dit straks wel aankan…‘’, zo blikt Oostdam alvast vooruit. Bij de één- en tweejarigen is de groei tot dusver ook uitstekend geweest. Veldboer vertelt alle tweejarige percelen al in de eerste week van maart gekopt te hebben. ,,Normaal is dat zeker anderhalf tot twee weken later.’’
Hoewel de vuurdruk in bepaalde periodes behoorlijk hoog is geweest, zijn er volgens Oostdam nog geen grote ‘ongelukken’ gebeurd. ,,Lelietelers weten heel goed wat vuur kan aanrichten in hun gewassen en houden de spuitschema daarom goed dicht. Daar hoef ik ze nauwelijks meer voor te waarschuwen’’, zo stelt hij.

Minerale olie staat centraal

Ook virus is tot dusver goed onder controle te houden, zo stellen beide mannen. ,,Als er al problemen voorkomen, dan zijn die vaak al aan het begin van het seizoen ontstaan - vaak omdat telers net niet op tijd begonnen zijn met olie spuiten’’ ,zo weet Oostdam. Volgens hem komen luizen ‘altijd vroeger dan verwacht’ en wil koud weer (met een lage luisdruk) zeker niet zeggen dat er helemaal geen luizen zijn. ,,Op tijd starten met minerale olie – dus zodra de lelies bovenkomen – en vervolgens een nauw sluitend schema aanhouden; dat is en blijft de basis om virusinfectie te voorkomen.’’

Veldboer houdt daarvoor de bekende vuistregel van minimaal 1 liter olie per dag aan, wat in de praktijk betekent dat er (meestal) om de zeven dagen met 7 liter olie wordt gespoten. Verder voegt hij elke twee weken een systemische luisdoder aan het spuitschema toe. Oostdam ziet de groep van systemische luisdoders als een belangrijke aanvulling van het middelenpakket tegen luizen – en dan vooral als ‘slot op de deur’. ,,Met alleen olie en pyrethoïden glippen er in de praktijk altijd wel wat luizen door. Een systemische luisdoder biedt de zekerheid van een krachtige en zo volledig mogelijke luisbestrijding. In mijn ogen is dat een belangrijke toegevoegde waarde.’’

‘Batavia mooie aanwinst’

Naast het bekende trio Gazelle/Antilop®, Teppeki® en Sivanto Prime is er afgelopen jaar nog een luisdoder bijgekomen: Batavia. Oostdam vindt het een hele mooie aanwinst voor de lelieteelt, vooral vanwege zijn unieke werking. ,,Batavia – met de actieve stof spirotetramat – beweegt zich zowel opwaarts als neerwaarts door de plant. Hierdoor verspreidt het middel zich in alle delen van de plant – dus ook de delen die met de veldspuit moeilijk zijn te raken. Vooral luizen die laag in gewas en aan de onderkant van het blad zitten – zoals bijvoorbeeld katoenluis – kun je met alleen opwaarts werkende luisdoders maar heel moeilijk te pakken krijgen. Met Batavia lukt dat wél en ben je er dus zeker van dat alle uithoeken van de plant goed beschermd zijn.’’
De adviseur benadrukt dat Batavia pas ná het koppen mag worden toegepast en dat het – vanwege zijn werkingsmechanisme – geen snelle luisdoder is. ,,Daarom moet je bij het overschakelen op Batavia even van het tweewekelijkse schema afstappen en al een week na de laatste luisdoder terugkomen met Batavia. Daardoor krijgt dit middel de tijd om zich goed door de plant te kunnen verspreiden.’’ Tegenover deze wat tragere werking staat dat Batavia heel goed en langdurig werkt en dat het (na het koppen) één keer per 14 dagen mag worden ingezet – waar andere luisdoders maar één keer per maand of één keer per seizoen mogen worden toegepast.
Wat Veldboer betreft zijn nieuwe, goed werkende luisdoders zoals Batavia áltijd welkom. ,,Elke lelieteler weet welke schade één prik van een luis aan kan richten. Met de virusbestrijding hebben we dus maar één keus en dat is volledige bescherming. Elk middel dat daaraan bijdraagt willen we er graag bij hebben’’, zo besluit hij.
 
 
Gazelle®, Antilop® en Teppeki® zijn geregistreerde handelsmerken van Certis Belchim B.V.

 

 

+Colofon