Terug
‘Jonge hyacintenbolletjes zijn een biefstuk voor trips’
Volgende
Download hier de koerier
sluiten

Bloembollen Koerier 2022

Ons vak wordt steeds uitdagender

,,Er zijn op dit moment een heleboel onzekerheden binnen de bollenteelt. Denk alleen maar aan de grillige energieprijzen en de alsmaar stijgende kostprijs. Dat maakt het lastig om afgewogen, toekomstbestendige beslissingen te nemen’’, zegt Boy Schouten van Schouten Tulips in Zwaagdijk (N-H). Niettemin vindt hij de bollenteelt het mooiste vak dat er is. ,,Vooral de combinatie van teelt en handel vind ik prachtig! Je moet voortdurend anticiperen op wat er komen gaat; daar krijg ik dus energie van.’’

Boy Schouten is mede-eigenaar van Schouten Tulips in Zwaagdijk (N-H). Binnen Nederland teelt het bedrijf jaarlijks zo’n 135 hectare tulpen, verdeeld over West-Friesland, Flevoland, Zeeland en Drenthe. Daarnaast wordt er – in diverse samenwerkingsverbanden - nog zo’n 80 hectare tulpen in Nieuw-Zeeland verbouwd en ook nog zo’n 10 hectare in de omgeving van Bordeaux (Frankrijk). Verder worden er jaarlijks ongeveer 60 miljoen tulpen gebroeid op drie verschillende locaties. Overige activiteiten van het bedrijf zijn de teelt van biologische tulpen (ca. 8 ha, onder de naam Ecoflora) en pioenrozen (ca. 17 ha).

Het is begin augustus, een relatief rustige periode bij Schouten Tulips in Zwaagdijk. In het enorme hallencomplex zijn wat groepjes mensen bezig met het klaarmaken van bollen voor handel, export en eigen gebruik. Verder rijden er voortdurend heftrucks en wordt er onderhoud gepleegd aan machines en installaties. 

Boy Schouten – een energieke twintiger met een vlammend rode houthakkersblouse - loopt met vlotte pas langs tal van sorteer-, koel- en opslagruimtes. Her en der graait hij even in een kist en maakt hij een praatje met zijn medewerkers. Tussendoor legt hij uit hoe het bedrijf door de jaren heen is opgebouwd en waar ze allemaal mee bezig zijn. En dat is veel. ,,Kijk, hier zetten we alvast een partij bollen op potgrond voor de vroege broei. Daarmee kunnen we in november op de markt zijn’’, zo vertelt hij tijdens een stop in een van de hallen. Een certificaat op een van de kisten verraadt dat de bollen afkomstig zijn uit Nieuw-Zeeland. ,,Sinds een jaar of tien telen we daar bollen, inmiddels zo’n 80 hectare. In december ga ik er weer voor vier maanden naartoe om de teelt en oogst te begeleiden. Hoewel ik daarvoor mijn vrouw en twee kinderen achter moet laten, is dat wél een hele mooie periode. Vooral omdat we dit na jaren van pionieren zo goed van de grond hebben kunnen krijgen’’, zo glimt hij.

‘Teeltjaar voor tulpen goed verlopen’

Hoewel Schouten Tulips door de jaren heen een internationaal opererend bedrijf is geworden, blijft de bollenteelt in eigen land een belangrijke basis. Naast thuishaven West-Friesland, worden er bollen geteeld in Flevoland, Zeeland en Drenthe; alles bij elkaar zo’n 135 hectare. Wanneer het afgelopen teeltseizoen aan de orde komt, toont Boy zich redelijk tevreden over het verloop. ,,Hoewel het weer behoorlijk grillig is geweest, zijn er maar weinig ongelukken gebeurd. Her en der zijn er wat hoekjes met water- en hagelschade, maar ernstig is het nergens. Verder is de onkruid-, ziekten- en plaagbestrijding zonder noemenswaardige problemen verlopen en hebben we een prima selectieperiode achter de rug.’’ Het meest lastig was de start van het rooiseizoen, waarbij het soms zoeken was naar rooibare percelen. ,,Gelukkig kunnen we onze machines gemakkelijk en vlot verplaatsen, maar liever blijf je in één gebied om vlot door te kunnen rooien’’, zo blikt Boy terug. Voor wat betreft de opbrengst ziet hij een tamelijk grillig beeld. Zo vielen de percelen in Zeeland dit jaar wat tegen, waren die in West-Friesland gewoon goed en die in Flevoland nogal wisselend. ,,Al met al levert dat tamelijk normale oogst op – met uitschieters naar boven en naar beneden’’, aldus de jonge ondernemer. 

Medewerkers lezen een partij Sun Lover na. Deze gaan weg voor de handel.

Sterk gestegen kostprijs baart zorgen

Gevraagd naar de belangrijkste uitdagingen voor het bedrijf, noemt Boy als eerste de sterk gestegen kostprijs. Met name de energieprijs is daarbij een zeer zwaar wegende en ook nog eens uiterst onvoorspelbare factor. ,,Op ons bedrijf is daar continu iemand mee bezig, waardoor we snel kunnen anticiperen op veranderingen. Maar er zijn ook genoeg bedrijven die het veel meer op zich af laten komen. Daar maak ik me toch wel wat zorgen over. Je móet je kostprijs weten om je product minimaal dekkend – en liefst natuurlijk meer - te kunnen verkopen. Om de sterk gestegen gasprijs op te kunnen vangen moet je nu al 1,2 tot 1,5 cent per steel extra rekenen. En dan heb ik het nog niet over de lonen en andere productiemiddelen, want ook daarvan zijn de kosten allemaal omhoog gegaan. Ik denk dat we die noodkreet nog wel wat meer naar voren mogen schuiven, anders vrees ik dat we onszelf als sector tekort gaan doen.’’

Een in Nieuw-Zeeland geteelde partij Columbus wordt op potgrond gezet voor de vroege broeierij.

Gewasbescherming in het nauw

Een andere zorg is de gewasbescherming – en dan met name het wegvallen van middelen. Hoewel Boy aangeeft graag mee te willen bewegen naar een groenere en minder milieubelastende teelt, ziet hij dat het behoorlijk lastig is om dit in praktijk te brengen. Als voorbeeld haalt hij het recente verbod op mancozeb aan. ,,Ik wil niet meteen tornen aan de redenen voor dit verbod, maar zie wel dat het alternatief – meer combinaties van middelen gebruiken met hooguit hetzelfde resultaat – geen milieuwinst oplevert. Bovendien ziet de burger ons nog vaker naar het veld rijden om te spuiten. Hoewel we daar goede redenen voor hebben, wordt dit vaak geïnterpreteerd als ‘nóg meer chemie in de bollen’. Dat helpt niet mee om een positief beeld van de tulpenteelt te houden.’’ Ook het aanstaande verbod op Movento (vanaf 2025, red.) zal volgens hem niet bijdragen aan vergroening van de teelt. ,,Movento is in mijn ogen een relatief milieuvriendelijk en ook nog eens een superefficiënt middel om te gebruiken. Ook hier is het vooruitzicht: meer milieubelastende vervangers toepassen en daardoor juist minder milieuwinst boeken. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?’’

Dat bollen telen zonder chemie een ‘gigantische opgave’ is, ervaart hij ook bij de biologische bollentak van het bedrijf. Hoewel deze bedrijfstak (met 8 ha bollen) nog in pioniersfase zit, merkt Boy dat het uitermate lastig is om zonder chemie voldoende opbrengst en kwaliteit te realiseren. ,,Ik wil best zonder chemie telen, maar dan moet daar ook voldoende rendement en consumenteninteresse tegenover staan. Dat is nu beide niet het geval. We hebben kortom nog een hele lange weg te gaan wil deze tak zowel letterlijk als figuurlijk tot bloei kunnen komen.’’

Zekerheid met Velum Prime

Hoewel Boy naar eigen zeggen bewust bezig is met chemie – en op dit vlak ook ondersteuning krijgt van adviseur Ton Buter van Agrifirm-GMN, bouwt hij toch graag een aantal zekerheden binnen de teelt in. Eén daarvan is het middel Velum Prime dat op een aantal percelen als een soort ‘verzekeringspremie’ tegen aaltjes wordt ingezet. ,,Hoewel we tot dusver nooit te maken hebben gehad met stengelaal, blijven we er wel zeer beducht voor. Vooral op zanderige gronden in combinatie met gevoelige soorten en op gronden waarvan we de geschiedenis niet goed kennen zetten we sinds een paar jaar Velum Prime in. Verder passen we het soms toe bij plantgoed waarvan de herkomst onduidelijk is. Je weet nooit of het echt nodig is, maar het geeft wel rust en zekerheid’’, zo motiveert Boy de keuze. Hoewel hij de werking tegen aaltjes niet uit eigen ervaring kan bevestigen, ziet hij wél dat Velum Prime de gewassen vitaler en weerbaarder maakt. ,,Waar we Velum Prime toepassen zien we vaak een beter, sterker wortelgestel.’’

Hoopgevende ontwikkelingen

Wanneer het einde van het gesprek nadert, komt Boy graag nog even terug op alle zorgen die hij over de sector geuit heeft. Deze moeten volgens hem nou ook weer niet de overhand krijgen. ,,Want’’, zo benadrukt hij, ,,Er zijn ook veel mooie en hoopgevende ontwikkelingen gaande die de sector perspectief en draagvlak geven.’’ Als voorbeeld noemt hij de hoge efficiëntiegraad van de tulpenteelt, waardoor er veel bollen en bloemen per vierkante meter tegen een relatief lage kostprijs geproduceerd kunnen worden. ,,Mede om die reden verwacht ik dat tulp een gewilde bloem blijft. Je hebt al gauw een mooie bos voor een alleszins redelijke prijs.’’ Verder verwacht hij veel van automatisering, waardoor het werk lichter wordt en er op termijn met minder personeel gewerkt kan worden. Als voorbeeld noemt hij de opplantrobot die volgend seizoen voor het eerst op bedrijf gaat draaien. ,,Dat zal vast even wennen zijn, maar het is wel een mooi stukje toekomst waar ik echt naar uitkijk.’’

+Colofon