Bart Heemskerk runt samen met zijn vader Kees het bedrijf Jac. P. Heemskerk & Zn B.V. in Hillegom. Op een oppervlakte van ca. 15 hectare worden alliums (7 ha), narcissen (3 ha), hyacinten (3 ha) en tulpen (ca. 2 ha) verbouwd. In de winter worden er snijhyacinten gebroeid.
Wanneer wist je dat je in het ouderlijk bedrijf wilde stappen?
,,Dat is bij mij pas laat gekomen. Ik had in mijn jeugd niet zoveel met bloembollen. Bovendien zag ik mijn vader altijd werken en dacht: dat wil ik in ieder geval niet. Ik heb daarom technische bedrijfskunde gestudeerd en bij diverse technische bedrijven stage gelopen. Pas bij mijn laatste stage merkte ik dat de bollensector toch wel bijzonder is. Je werkt met levende producten en elk seizoen is weer anders; dat begon ik steeds meer te waarderen. Na eerst meerdere jaren als planner bij een groot veredelingsbedrijf in siergewassen te hebben gewerkt en daarna ook nog twee jaar als medewerker van mijn vader thuis heb proefgedraaid, ben ik vorig jaar definitief in het ouderlijk bedrijf gestapt.’’
Hoe zijn de eerste jaren verlopen? Wat viel er mee en wat viel er tegen?
,,De eerste jaren waren absoluut een rollercoaster! Eerst was er Corona en vervolgens de oorlog in Oekraïne. Beide hebben de markt voor bollen en bloemen heftig verstoord en dat hebben wij zeker ook gemerkt in de afzet en uitbetaling. Vooral met de snijhyacinten die we in de winter afbroeien zijn het zware tijden geweest. Toen de Oekraïne-oorlog begon, waren deze vrijwel meteen niets meer waard. Later heeft zich dat weer enigszins hersteld, maar toch heeft het al met al flink geld gekost. Anderzijds word je in zo’n crisistijd wel creatief. Zo hebben we tijdens de Corona veel bloemen geleverd aan ziekenhuizen en verzorgingshuizen en aan personeel van een groot schoonmaakbedrijf. Dat was allemaal zo ongeveer tegen kostprijs, maar toch: het heeft me wel geleerd om flexibel te zijn en vlot te kunnen schakelen.’’
Wat heb je de afgelopen jaren veranderd in de bedrijfsvoering?
,,Dat zijn vooral zaken die de teelt gemakkelijker en efficiënter maken. Zo zijn we bij de narcissen begonnen met parteren, waarbij we elk bol machinaal in stukken snijden en zo de vermeerdering flink versnellen. Verder hebben we het aantal allium-cultivars uitgebreid van drie naar zeven. Daarmee hopen we de markt breder te kunnen bedienen en ook wat extra risicospreiding aan te brengen binnen die teelt.’’
Waar wil je de komende jaren naar toe met het bedrijf?
,,Hoewel ik best nog wel wat wil groeien in areaal, houden we het voorlopig bij weloverwogen stappen. Ons bedrijf is gezond en met de huidige vier teelten – tulpen, narcissen, hyacinten en alliums – hebben we het hele jaar door werk en kunnen we met ons tweeën bijna alle maanden van het jaar iets verdienen. Dat model werkt en wil ik voorlopig zo houden, al zijn we ons wel aan het oriënteren om een vaste medewerker aan te trekken.
Ook wil ik voldoende tijd hebben om alle dingen die ik nu doe beter in de vingers te krijgen. Dat geldt zowel voor de teeltzaken op het bedrijf – waar ik veel van mijn vader leer – als ook de bollensector als geheel. Om die reden ben ik ook in het kringbestuur van de KAVB gestapt. Daardoor krijg je niet alleen een bredere kijk op zaken die in de bollenwereld spelen, maar krijg je ook beter mee welke uitdagingen en knelpunten eraan zitten te komen.’’
Wat zie je als grootste uitdagingen - of knelpunten – voor de komende jaren?
,,Het behoud van voldoende gewasbeschermingsmiddelen is een grote zorg in de bollenteelt. Steeds vaker vallen bestaande middelen weg terwijl alternatieve oplossingen nog niet binnen handbereik zijn. Om een gezond en rendabel gewas te telen hebben telers een goed gevulde gereedschapskist nodig. Voortijdig wegvallen zorgt dus voor knelpunten!
Daarnaast zullen we aan de slag moeten met alternatieve middelen en technieken. We proberen daar in onze eigen regio ook een steentje aan bij te dragen. Zo hebben we met de Bollenjongens (een groep van 10 jonge bollentelers in de regio, red.) een klein proefveldje beschikbaar gesteld aan studenten van HAS Den Bosch. Zij proberen daar onder meer tulpen te telen met zo min mogelijk gebruik van chemische middelen. Doel is vooral om er samen van te leren op een kleinschalige en laagdrempelige manier. In mijn ogen werkt dat vaak ook het beste: regionaal en dicht bij de telers.’’
Hoe zie je de toekomst tegemoet? Ben je over tien jaar nog bollenteler?
,,Om die laatste vraag meteen maar te beantwoorden: ja, over tien jaar ben ik zeker nog bollenteler! Binnenkort ga ik samen met mijn vriendin Jennifer en mijn zoontje Joah op het ouderlijk bedrijf wonen. Ik hoop vooral dat we ons bedrijf op deze plek en in deze regio voort kunnen zetten. Er staat namelijk behoorlijk wat druk op de beschikbare ruimte hier in de Bloembollenstreek.
Om wat meer begrip te kweken voor de bollenteelt in onze regio zijn we samen met de KAVB en de stichting Greenport Duin- en Bollenstreek bezig om een eigen duurzaamheidskeurmerk op te zetten. Daarin laten we – door middel van een regio-certificering - zien wat we doen, waar we voor staan en waar we naar toe willen. In mijn ogen is het belangrijk om transparant te zijn en het eerlijke verhaal te vertellen. Daarvoor zullen we als sector mee moeten bewegen, maar we krijgen er ook ruimte om te ondernemen voor terug; daar ben ik echt van overtuigd.’’
Wat vind je het mooiste aan het bollenvak?
,,Dat is toch wel ons eindproduct: de bollen en de bloemen. We maken producten waar mensen blij en gelukkig van worden; dat mogen we als telers wel wat meer beseffen en ook uitdragen. Zelf voel ik dat ook wanneer de teelten er mooi bijstaan op het land. Dan komt er toch iets van trots naar boven!’’
Tot slot: welk advies zou je startende bollentelers mee willen geven?
,,Doe vooral eerst ervaring op bij andere bedrijven. Dat kan bij een bollenboer zijn, maar ook net zo goed bij een bedrijf buiten de sector. Op die manier wordt je gezichtsveld breder en weet je – als je in het ouderlijk bedrijf stapt – beter waarvoor je kiest.
Daarnaast heb ik ook nog een tip: spar regelmatig met iemand over je bedrijf. Dat kan een collega zijn, maar net zo goed ook een ervaren iemand van buiten de sector. Zelf doe ik dat twee keer per jaar met iemand die jarenlang in het bedrijfsleven heeft gewerkt en nu als persoonlijk begeleider zijn kennis en ervaring wil delen. Hij stelt vragen waardoor je op een andere manier naar je bedrijf gaat kijken en wat soms mooie nieuwe ideeën oplevert. Ik kan het iedereen aanraden!’’