Terug
We moeten de bollenteelt toekomstproof maken
sluiten

uitgave september 2017

Bloembollen Koerier

Precisielandbouw moet geld opleveren

Als onderzoeker op het gebied van precisielandbouw ziet Corné Kempenaar vele initiatieven - rijp en groen - van dichtbij. Wat is de stand van zaken op het gebied van precisielandbouw en wat gebeurt er in de bloembollenteelt? Bloembollen Koerier vroeg het aan hem.

Corné Kempenaar is op meerdere manieren betrokken bij precisielandbouw. Hij is senior onderzoeker Precisielandbouw bij Wageningen UR en Lector Precisielandbouw bij Aeres Hogeschool in Dronten. Een van de projecten waar hij aan meewerkt, is 'Op naar precisielandbouw 2.0', waarin ook onderzoek wordt gedaan in de bloembollen. Dat gebeurt bij de firma Ruiter-Wever in Andijk, in samenwerking met  Wageningen UR, Bayer Crop Science, Agrifirm Plant, Agrometius en Kverneland.

Corné Kempenaar: ,,We hebben vooral behoefte aan goede rekenregels.''

Er is veel aandacht voor precisielandbouw, maar echt doorbreken doet het nog niet. Waarom niet?

,,Precisielandbouw staat voor binnen een perceel op het juiste moment de juiste dingen doen op de juiste plaats. Stapsgewijs komt dat dichterbij. Het wachten is nu vooral op het halen van voordelen uit plaatsspecifiek werken. Daar heb je drie dingen voor nodig: data, beslisregels en machines die plaatsspecifieke taken kunnen uitvoeren. Technisch zijn we daar al best ver mee. De eerste toepassingen zijn er. Zelf hebben we als WUR meegewerkt aan verschillende tools die te vinden zijn op Akkerweb, zoals het plaatsspecifiek variëren van de hoeveelheid loofdodingsmiddel in aardappelen: plekken waar het loof nog frisgroen is, krijgen een hogere dosering, op plekken waar het loof al enigszins vanzelf afsterft, kun je met een lagere dosering toe. Je kunt er direct mee aan de slag. Toch kost het tijd voordat dergelijke technieken op grote schaal worden opgepakt. De besparing op middel is ongeveer enkele tientjes per hectare. Daarmee is het in eerste instantie vooral interessant voor de grotere aardappeltelers die voorop lopen met investeringen in precisielandbouw. Toch zie ik het als een opstap naar veel meer van dit soort mogelijkheden. Het is een kwestie van tijd. Van RTK-GPS kijkt niemand meer op, maar tien jaar geleden had bijna niemand het. En drones zijn er nog maar een jaar of drie. Dat die dingen nu boven onze hoofden vliegen, vinden we al normaal.''

Wat is er nodig om meer plaatspecifieke toepassingen mogelijk te maken?

,,We hebben vooral behoefte aan goede rekenregels, waarmee je data omzet in teeltbeslissingen. Dat is lastig, want er spelen heel veel factoren een rol bij de teeltmaatregelen die je neemt. Je zult bepaalde verbanden boven moeten halen: hoeveel kilogram stikstof of hoeveel liter spuitvloeistof hoort bij een bepaalde situatie? Daar doen we technisch onderzoek naar. Maar het is ook een kwestie van: wie durft verantwoordelijkheid en risico te nemen? Als je de rekenregels heel veilig maakt, dan krijg je een hele slappe rekenregel en verandert er nauwelijks iets aan wat je doet. Daarom werken we aan robuuste regels, maar wel met de mogelijkheid om die aan te passen, met de lokale kennis van telers en teeltadviseurs.''

Wat voor onderzoek gebeurt er op het bloembollenbedrijf van de firma Ruiter-Wever?

,,Ook daar staat de zoektocht naar bruikbare rekenregels centraal. We werken aan twee toepassingen: het variëren van de hoeveelheid bodemherbicide op basis van verschillen in het organische-stofgehalte in de bodem en het variabel doseren van de hoeveelheid fungicide op basis van de bladmassa. We hebben daar in akkerbouwgewassen al enige ervaring mee, maar ook voor bloembollentelers is dit een interessante optie. Wanneer je de inzet van bodemherbiciden kunt beperken, krijg je minder groeiremming in het gewas. Daarnaast streeft ook de bloembollensector naar een zo nauwkeurig mogelijk gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.''

Wat hebben jullie tot dusver gedaan?

,,In het eerste jaar is er vooral ervaring opgedaan met het verzamelen van data. Het is een van de doelen van Ruiter-Wever: technieken vergelijken en informatie verzamelen over bodem en gewas. Met behulp van de eBee en de Greenseeker zijn gewasopnames gemaakt, er is met een Veris-bodemscanner gereden en we hebben satellietdata en historische data verzameld. De kunst is om daar strategische perceelsinformatie uit te halen, door al die datalagen over elkaar heen te leggen en daar verbanden uit te halen. Ook zijn er in het veld, en bij potproeven in de kas, metingen gedaan aan de relatie tussen de hoeveelheid blad en de bedekking door fungiciden. Het blijkt nog best lastig om daar duidelijke beslisregels uit te halen, want er zit veel variatie in. Vandaar dat ook Agrifirm en Bayer betrokken zijn om verder op de details in te zoomen.''

De volgende stap is plaatspecifiek spuiten. Hoever zijn jullie daar mee?

,,We hadden gehoopt daar dit jaar al een begin mee te maken, maar hebben dit uitgesteld tot groeiseizoen 2018. De spuitmachine wordt zo afgesteld dat er op een bedbreedte nauwkeurig gevarieerd kan worden met de dosering. In principe kun je daar nog een stap verder mee gaan, door per dop de afgifte te variëren. Ook kun je informatie over cultivar en bolmaat meenemen.''

Welke ontwikkelingen verwacht u de komende jaren op gebied van precisielandbouw?

,,Ik denk dat er slimmere camera’s zullen komen, die niet alleen de biomassa meten, maar ook kunnen detecteren of een plant stress heeft of aangetast is door een ziekte of plaag. Dat biedt aanvullende informatie. Ook zal slimmere software nog beter in staat zijn om ons te helpen bij het halen van bruikbare informatie uit de verschillende datalagen. Nog belangrijker is dat de kosten van technieken zullen dalen, terwijl we de baten steeds beter kunnen onderbouwen. Dat is belangrijk voor telers en ontwikkelaars. Precisielandbouw moet geld opleveren. Dan kunnen we verder komen.''

+Colofon