Jong & ondernemend

‘We maken een mooi, gezond product. Dat is toch prachtig?’

Reijer de Vree (20) heeft samen met zijn ouders een fruitteeltbedrijf in Dodewaard (Gld.). De maatschap teelt 14 hectare peer (12,5 ha Conference, 1,5 ha Migo) en 8 hectare appel (4,5 ha Wellant, 3,5 ha Tessa).

Wanneer wist je dat je in het ouderlijke bedrijf wilde stappen?

,,Dat wist ik al van jongs af aan. Ik ben opgegroeid tussen het fruit en heb eigenlijk nooit iets anders gewild. Vooral het buiten werken vind ik heerlijk, zelfs als het wat minder weer is. Alleen helemaal op het einde van de snoeiperiode denk ik wel eens: nu even wat ander werk zou ook niet verkeerd zijn… Ook belangrijk is dat mijn vader altijd positief is geweest over het bedrijf en over het vak. Ik heb hem bijna nooit horen klagen. En wat ook meehelpt: het bedrijf is financieel gezond en kan wel tegen een stootje. Dan stap je toch wat makkelijker in.’’

Hoe zijn de afgelopen jaren voor jou verlopen? Wat viel mee en wat viel tegen?

,,Ik merk dat sinds ik in maatschap zit de onbevangenheid er wel iets vanaf is gegaan. Het is toch een enorm kapitaal dat buiten aan de bomen hangt. Het besef dat je afhankelijk bent van het weer en dat niet alles stuurbaar is, dat is de afgelopen jaren wel goed doorgedrongen. Als je ziet wat een buitje hagel aan schade kan aanrichten… Daar moet je niet teveel bij stilstaan. Over het algemeen zijn de afgelopen twee jaar echter meegevallen. Ik ben er nog meer achter gekomen dat mijn vader de zaken goed voor elkaar heeft. Dat geeft rust en perspectief om verder te bouwen aan het bedrijf. De enige echte tegenvaller was dat we vorig seizoen onze Wellant-appels niet hebben kunnen verkopen. Ongeveer 400 ton prachtige appels is uiteindelijk in de industrie beland. Dat er geen enkele vraag naar was, dat was wel even slikken. Gelukkig hebben we de oogst dit seizoen wel goed kunnen verkopen. Toch hebben we ondertussen 3,5 hectare Wellant gerooid en er Tessa’s ingeplant. Het risico van zoveel onverkoopbaar product willen we niet nog een keer meemaken.’’

Wat is er veranderd sinds je in het bedrijf zit?

,,Grote veranderingen zijn er eigenlijk niet geweest. Sinds ik erbij ben gekomen, besteden we meer tijd in de boomgaard. Zo proberen we de bomen wat strakker te snoeien, waardoor we minder in de toppen en meer van de grond kunnen plukken. Dat werkt tijdens de pluk niet alleen sneller, maar ook veel makkelijker. Verder besteden we meer aandacht aan de grond en bekijken we hoe we het natuurlijke vijanden nog beter naar de zin kunnen maken. We zijn dus vooral bezig met de puntjes op de i zetten.’’

Waar wil je de komende jaren naar toe met het bedrijf?

,,Zelf zou ik nog wel wat meer richting de conceptrassen willen. De afgelopen jaren zijn de afzet en prijs redelijk goed en stabiel gebleven. Dat geeft zekerheid. Zelf ben ik niet zo’n handelaar; veel liever ben ik in de boomgaard. Werken met conceptrassen past me daarom wel. Verder zou ik in de toekomst de koelruimte nog wel wat willen uitbreiden. Op dit moment hebben we ruimte voor ruim een miljoen kilo product; ik zou wel naar 1,5 miljoen kilo willen – waarbij we ook voor derden kunnen koelen. Bij die uitbreiding kunnen we ook het verouderde koelsysteem met freon ombouwen naar een systeem met ammoniak.’’

‘De grootste uitdaging? Dat is de bestrijding van appelbloesemkever en perenknopkever’

Wat zie je als grootste uitdagingen - of knelpunten - voor de komende jaren?

,,Als grootste uitdaging zie ik bestrijding van appelbloesemkever en perenknopkever. Deze twee plagen zijn met de huidige middelen niet of nauwelijks meer onder controle tehouden. De gevolgen daarvan hebben we al ervaren: in een deel van de boomgaard hadden we afgelopen seizoen een kwart minder appels door appelbloesemkever. En dat zal zonder twijfel elk jaar erger worden. Over en paar jaar - wanneer het middel Movento wegvalt - kunnen we ook de perenbladvlo hieraan toevoegen. Ook die wordt dan heel erg lastig te bestrijden.

Omgekeerd zien we andere plagen, zoals bijvoorbeeld bloedluis, juist weer verdwijnen. Mogelijk komt dit doordat we de laatste jaren veel bewuster de minst schadelijke middelen gebruiken en meer oog hebben voor de bodem en natuurlijke vijanden. Hoe dan ook zullen we nóg meer met de natuur moeten samenwerken. Dat is een grote uitdaging, maar wat mij betreft ook een hele mooie uitdaging!’’

Hoe zie je de toekomst tegemoet? Ben je over tien jaar nog fruitteler?

,,Jazeker ben ik dan nog fruitteler! Ondanks de hiervoor genoemde zorgen, zie ik de toekomst positief in. Ons bedrijf staat er goed voor en de perspectieven voor de fruitteelt zijn best goed. Ook de politiek lijkt langzaam maar zeker wat onze kant op te schuiven. Het ‘groene gedoe’ - zoals ik dat maar even noem - lijkt wat af te zwakken en dat zie ik als positief punt. Ik wil als fruitteler best vergroenen en verduurzamen, maar niet met allerlei dwingende regels en in een tempo dat we onmogelijk kunnen bijbenen.’’

Wat vind je het mooiste werk?

,,Ik vind alle werk mooi, als het maar buiten is! Door de boomgaard lopen en zien dat alles goed groeit; daar kan ik echt enorm van genieten.’’

Tot slot: welk advies zou je startende collega’s mee willen geven?

,,Blijf positief, want daar haal je energie uit. Kijk naar de mooie dingen die buiten en op je bedrijf gebeuren. We maken met z’n allen een mooi en gezond product. En je bent eigen baas. Dat is toch prachtig?’’