Enthousiast over onderzaai van een vanggewas kan Freek Leenders uit Mariahout (N-Br.) nog steeds niet worden. ,,We hebben er flink in geïnvesteerd, maar het blijft de vraag of we hiermee de komende jaren aan de regels kunnen blijven voldoen'', zo stelt de loonwerker. Toch vindt hij onderzaai wel de beste optie om zowel de maïs als het vanggewas zo goed mogelijk te laten slagen. Het afgelopen jaar lukt dat – na wat regen in de herfst – nog best redelijk. Ook de onkruidbestrijding viel achteraf niet tegen. ,,Met een basismix met Laudis en Calaris® en waar nodig een extra grassenmiddel erbij, hebben we de klus goed kunnen klaren.''
Freek Leenders (links) is loonwerker in Mariahout (N-Br.). Het bedrijf richt zich vooral op werkzaamheden voor de veehouderij (maïs en gras). Daarnaast is er ook een transport- en grondwerktak. Giel van Rooij is technisch commercieel adviseur bij Handelsonderneming Vlamings.
Het is half maart en sinds een paar dagen dringt het zonnetje eindelijk weer eens door. ,,We staan in de startblokken om het land op te gaan, maar het is nu nog net even te nat'', zegt Freek Leenders terwijl hij een kop koffie inschenkt. Er is daarom nog wel even tijd om samen met adviseur Giel van Rooij van Vlamings terug- en vooruit te blikken op het maïsseizoen. Hoofdthema daarbij is de onderzaai van vanggewassen, waar het afgelopen jaar voor het eerst mee is gewerkt.
Driekwart kiest voor onderzaai
Jaarlijks zaait, verzorgt en oogst het loonbedrijf zo'n 450 tot 500 hectare maïs voor veehouders in de omgeving. Afgelopen jaar koos ongeveer driekwart van de clientèle (met samen ca. 350 ha maïs) voor onderzaai van Italiaans raaigras. ,,Veruit de meeste klanten zijn daarbij op ons advies afgegaan. En dat is dat onderzaai in dit gebied uiteindelijk de beste – of misschien beter: de minst slechte – optie is om zowel de maïs als het vanggewas zo goed mogelijk te laten slagen'', vertelt Leenders. Het nazaaien van een vanggewas – met als verplichting dat de maïs dan vóór 1 oktober geoogst is – is voor bijna alle veehouders in zijn werkgebied 'een brug te ver' ,,De maïs is dan gewoon nog niet rijp; daarmee doe je de teelt echt tekort'', vindt de loonwerker. Ook de andere optie: het gelijktijdig zaaien van de maïs en het vanggewas, is in het werkgebied niet veel toegepast, zo weet adviseur Giel van Rooij. ,,Onze zorg hierbij is dat rietzwenkgras toch iets te veel een concurrent van de maïs wordt. Afgelopen jaar hebben we dat ook gezien; op veel percelen met gelijkzaai groeide het gras prima door, maar stond de maïs mede daardoor te lang stil.'' Ook de onkruidbestrijding is bij gelijkzaai moeilijker, vooral wanneer er ongewenste grassen in het spel zijn. ,,Zelfs in een goed ontwikkelde rietzwenk zijn onkruidgrassen bijna niet te bestrijden, zonder dat ook de rietzwenk eraan gaan'', zo stelt Van Rooij.
Hoewel beide mannen weinig gecharmeerd zijn van nazaai en gelijkzaai, benadrukken ze dat ook aan onderzaai de nodige nadelen kleven. Van Rooij: ,,De grondbedekking van een ondergezaaid vanggewas zal altijd minder gelijkmatig zijn dan die van een nagezaaid vanggewas. Hierdoor zal de opname van de stikstof ook minder zijn. Ofwel: het doel – stikstof vangen – is met onderzaai bepaald niet gewaarborgd. Verder kun je bij onderzaai geen grondbewerking en ook geen bekalking in de herfst uitvoeren; ook dat vind ik toch wel een nadeel.''
Leenders vertelt dat de vanggewassen het afgelopen seizoen veel te lijden hebben gehad van de droogte en dat ze er direct na de maïsoogst behoorlijk 'treurig' op stonden. ,,Meestal stonden er hooguit een paar sprietjes gras; ik heb toen wel een aantal telefoontjes gehad van veehouders die zich zorgen maakten'', zo blikt hij terug. Door de regen in oktober kwam er alsnog een mooie grasmat op te staan en was het eindresultaat – op de valreep – toch nog redelijk goed. ,,Daarmee hebben we geluk gehad, want het vanggewas had ook helemaal kunnen mislukken. Het geeft maar aan dat je met onderzaai geen garantie krijgt op een geslaagd vanggewas. En dat is – zeker in het licht van de investeringen die hiermee gemoeid zijn – geen prettig toekomstbeeld'', zo herhaalt de loonwerker nog maar eens.
Onkruidbestrijding goed gelukt
Dan de onkruidbestrijding bij onderzaai; die is het afgelopen seizoen wél goed gelukt, zo vindt Leenders. Als basismix voor alle percelen met onderzaai is 1,0 tot 1,5 l/ha Laudis en 0,6 l/ha Calaris® gebruikt, aangevuld met Samson® voor extra werking op grassen. Bij veel gladvingergras is de hogere dosering Laudis (1,5 l/ha) aangehouden.
Volgens adviseur Van Rooij past de combinatie Laudis + Calaris heel goed binnen de loonwerkersmarkt, vooral omdat deze alle belangrijke onkruiden meepakt en ook nog eens zeer flexibel inzetbaar is. ,,De combi Laudis en Calaris kan in feite bij alle teeltsystemen. Bij onderzaai doe je er wat Samson bij als versterking op grassen, bij gelijkzaai een lage dosering bodemherbicide (bv. Frontier®) en bij nazaai zet je al vier middelen plus Kart® samen in één mix voor een zo volledige onkruidbestrijding'', zo legt hij uit.
De grootste lastpost in het gebied is en blijft gladvingergras. Daarop wordt de spuitmix zo veel mogelijk afgestemd. Leenders: ,,Gelukkig hebben we veel vaste klanten waarvan we de perceelsgeschiedenis vrij goed kennen. We weten dus aardig goed waar gladvingergras zit en hoe ernstig de situatie is. Daarop proberen we zo goed mogelijk te anticiperen, bijvoorbeeld door de wat zwaarder vervuilde percelen zo vroeg mogelijk – met een hogere dosering Laudis – in de spuitronde mee te pakken.'' Toch zou hij het prettig vinden wanneer veehouders zelf ook wat meer de onkruiden – en dan met name gladvingergras – op hun percelen in de gaten zouden houden. ,,Ga na de oogst eens het veld in en noteer waar gladvingergras staat. Die informatie helpt ons om dit onkruid ook in de toekomst onder controle te houden'', zo geeft de loonwerker als laatste tip mee.
Calaris® is een geregistreerd handelsmerk van Syngenta
Frontier® is een geregistreerd handelsmerk van BASF
Samson® is een geregistreerd handelsmerk van Belchim Crop Protection
Kart® is een geregistreerd handelsmerk van Corteva Agriscience