Het is eind maart en het voorjaar wil nog niet echt vlotten. Na weer een aantal dagen met regen liggen de werkzaamheden op het land bij loonbedrijf ‘Us Bilang’ zo goed als stil. ,,We zouden graag mest willen rijden op maïsland, maar dat zit er de komende dagen niet in. Gelukkig hebben we nog werk met sleufsilo’s uitbreiden en kavelpaden aanleggen. Wat dat betreft kunnen we merken dat melkveehouders financieel een goed jaar achter de rug hebben; er wordt weer wat geïnvesteerd.’’ Aan het woord is Alex Drint die naar eigen zeggen als ‘regelaar en manusje van alles’ fungeert binnen het loonbedrijf.

Vandaag gaat het gesprek over de onkruidbestrijding in maïs. Voor de ‘inhoudelijke ondersteuning’ is ook Jan Harm Oosterhuis van WPA Robertus aanwezig. Hij is al vele jaren kind aan huis bij het loonbedrijf en kent het gebied en ook de percelen goed. ,,We weten allebei wel ongeveer welke onkruiden waar staan en wat er nodig is om die onder controle te houden. Over de te volgen strategie zijn we het meestal snel eens en dat werkt toch wel erg makkelijk’’, zegt Drint.

Gevraagd naar de belangrijkste onkruiden in het gebied, schuiven beide mannen een behoorlijk ‘compleet pakket’ te voren. ,,De grootste drie zijn denk ik nog steeds hanenpoot, zwarte nachtschade en melde. Maar de meest problematische zijn gladvingergras, haagwinde en gierstgrassen. En op sommige percelen komen daar ook nog eens veelknopigen, zwaluwtong, varkensgras en aardappelopslag bij. Wat dat betreft hebben we hier zo’n beetje alles wat je liever niet hebt in de maïs’’, aldus Oosterhuis. 

Om met name gladvingergras en haagwinde structureel goed op te kunnen ruimen zijn beide mannen voorstanders van een vooropkomst-bestrijding met een bodemherbicide. ,,Mits het wat vochtig weer is, kun je hierdoor heel veel onkruiden vroegtijdig wegwerken. De na-opkomstbestrijding kun je vervolgens heel standaard houden – zonder allerlei toevoegingen. Op deze manier krijg je het perceel echt goed schoon’’, zo weet de adviseur.

Drint schat dat momenteel op zo’n 20 procent van het areaal een vooropkomst-bespuiting (met Frontier® Optima) wordt toegepast. ,,Maar dat areaal groeit jaarlijks. Steeds meer telers met probleemonkruiden zien het nut en de noodzaak ervan in, zeker wanneer je uitlegt wat de gevolgen zijn als je ze jaar op jaar niet goed weg krijgt. Wat ook helpt is om direct na het hakselen te laten zien wat er aan onkruiden op het land is achtergebleven. De meerkosten van enkele tientjes per hectare voor een keer extra spuiten zijn dan vaak geen issue meer’’, zo weet hij ondertussen uit ervaring.

Het risico van groeiremming door bodemherbiciden op onderzaai is volgens beide mannen zeer klein – als er maar voldoende tijd zit tussen de vooropkomst-bestrijding en onderzaai. ,,In ons werkgebied kiest meer dan driekwart van de maïstelers voor onderzaai, omdat oogsten voor 1 oktober hier meestal geen haalbare kaart is. Daar waar we een vooropkomst-bespuiting toepassen wachten we minimaal acht tot tien weken voordat er raaigras wordt ondergezaaid. De afgelopen jaren heeft dat nooit tot schade geleid en stond het gras er altijd knap op’’, vertelt Drint. Volgens Oosterhuis is er een vuistregel die aangeeft dat een bodemherbicide gemiddeld 10 procent per week afbreekt. ,,Dus als je die acht tot tien weken aanhoudt, dan zit je eigenlijk altijd safe’’, zo weet hij.

Voor de na-opkomstbestrijding wordt dit seizoen gekozen voor een basismix van Laudis (1,5 – 1,75 l/ha) en Monsoon Active (0,5 – 0,75 l/ha).  Al naar gelang de onkruidbezetting wordt deze aangevuld met Callisto® (o.a. bij veel melde, zwarte nachtschade of aardappelopslag) en/of Arrat® (o.a. versterking op veelknopigen, zwaluwtong en varkensgras). Omdat er afgelopen seizoen nog volop met Calaris® is gespoten, mag dit middel de komende twee jaar niet meer ingezet worden (vanwege wettelijke restrictie 1 x per 3 jaar, red.). Zowel Drint als Oosterhuis vinden dit een behoorlijke aderlating – niet alleen omdat sommige onkruiden hierdoor minder goed worden meegepakt, maar ook vanwege de snel zichtbare werking van het middel. Oosterhuis: ,,Voor sommige maïstelers blijft dat belangrijk; dat je meteen kunt zien dat het middel heeft gewerkt. Bij Laudis en Monsoon Active is de werking trager en minder snel zichtbaar, maar de onkruidbestrijding is er zeker niet minder om. Met deze combinatie kunnen we op alle gronden met alle soorten onkruiden goed terecht. Wat dat betreft is het een zeer praktische en allround mix.’’ De adviseur geeft hierbij wel aan dat Monsoon Active met de werkzame stof thiencarbazon-methyl (TCM) ook een bodemcomponent bevat. ,,Als al eerder (of gelijktijdig) een bodemherbicide is (of wordt) toegepast, dan is het raadzaam om de dosering Monsoon Active daarop aan te passen zodat remming van het vanggewas wordt voorkomen.’’