Het werkgebied van loonbedrijf Sloot in Aerdt (Gld.) strekt zich uit van zware rivierklei tot lichte zandgrond. Het bedrijf heeft daardoor met een breed scala aan onkruiden te maken. In de maïsteelt vormen gladvingergras, ooievaarsbek en ook gierstgrassen de grootste uitdaging. Komend seizoen worden deze met een nieuwe mix van middelen aangepakt.
Roy Sloot (links) heeft een loon- en grondverzetbedrijf in Aerdt (Gld). Het loonbedrijf richt zich voornamelijk op de veehouderij (maïs en gras), maar voert ook veel werkzaamheden uit in de akkerbouw (met graan en suikerbieten als belangrijkste gewassen). Twan Houterman is adviseur bij Schieven Zaaizaden & Gewasbescherming.
Het is half maart en loonbedrijf Sloot is alweer volop in bedrijf. Een belangrijke klus is het uitrijden van mest – en dan met name bij een aantal grote melkveehouders in Duitsland. ,,We zitten met ons bedrijf amper 10 kilometer van de grens en hebben daar in de loop der jaren een mooie klantenkring opgebouwd – vooral met mest rijden en maïs hakselen. Extra prettig is dat je in Duitsland al vanaf 1 februari mest mag rijden op grasland; daardoor kunnen we dit werk mooi twee weken naar voren halen’’, vertelt Roy Sloot in de bedrijfskantine.
Dit jaar gaat het ‘aandeel’ zandgrond echter flink groeien omdat hij de klantenkring van een stoppend loonbedrijf (dat vooral op zandgrond werkt) erbij heeft gekregen. ,,We gaan daardoor meer maïs zaaien, meer hakselen en ook meer spuiten. Voor ons wordt de teelt dus belangrijker – en dat is toch wel wat tegen de huidige trend in’’, glimlacht Sloot. Houterman sluit zich bij die laatste woorden bij aan. Hij ziet dat boeren in zijn werkgebied vaker voor graan kiezen vanwege het betere saldo en de positieve effecten op de grond en de vruchtwisseling. Daarnaast is ook luzerne in trek, onder meer vanwege de ‘bonuspunten’ voor de Eco-regeling.
Voor de onkruidbestrijding in maïs houdt Sloot twee basismixen aan: eentje voor kleigrond en eentje voor zandgrond – waarbij op zand min of meer wordt uitgegaan van nazaai van een vanggewas. ,,Bijna alle telers op zand geven tegenwoordig de voorkeur aan een vroeg maïsras en zaaien pas na de oogst een vanggewas in. Onkruidbestrijding in combinatie met onderzaai is hier daarom nauwelijks meer aan de orde’’, zo licht Sloot toe.
Voor de zandgronden (zonder onderzaai) ziet de middelenkeuze er komend seizoen duidelijk anders uit dan vorig jaar. In plaats van een mix met Laudis, Calaris®, Frontier® Optima, Milagro® en Kart® wordt nu gekozen voor Laudis, Monsoon Active en Frontier Optima. Volgens Houterman heeft dit alles te maken met de forse beperkingen voor het middel Calaris. ,,Calaris mag nog maar één keer in de drie jaar worden toegepast en dan ook nog eens in een fors lagere dosering. Dat maakt een praktische toepassing erg ingewikkeld en lastig.’’ Volgens de adviseur hebben veel loonbedrijven daarom het afgelopen seizoen nog een ‘laatste volledige ronde’ met Calaris gedraaid – met als gevolg dat deze de komende jaren niet meer ingezet kan worden. ,,Wie toch jaarlijks Calaris wil gebruiken zal heel goed bij moeten houden waar en wanneer het gespoten is. In de praktijk willen de meeste loonbedrijven het risico niet nemen dat je daarmee in de fout gaat.’’
Voor kleigrond blijft de mix waarschijnlijk hetzelfde als vorig jaar, dat wil zeggen: Laudis aan de basis met daaraan toegevoegd Frontier, Milagro en Kart. ,,Deze mix heeft de afgelopen jaren goede en betrouwbare resultaten gegeven. Wat dat betreft hoeven we dus niet te wisselen’’, zo geeft Houterman aan. Een eventueel alternatief zou wat hem betreft Laudis, Monsoon Active en Frontier kunnen zijn - de mix die komend seizoen al op zandgrond wordt toegepast.