Volgende
Specialist in suikermais
sluiten

Mais Koerier april 2018

Maisproefveld uitzetten met GPS

André Steenhuis zet eind maart een maisproefveld uit in Marwijksoord (Dr.). ,,Het is de eerste keer dat we dat met behulp van GPS doen, dus dat is best wel even stoeien", erkent de Technisch Specialist van Bayer. Niettemin ziet hij legio voordelen in het werken met GPS.

André Steenhuis is Technisch Specialist Maïs & Suikerbieten bij Bayer

Met deze techniek kunnen we de veldjes met bijbehorende tussenruimtes en bufferstroken niet alleen zeer nauwkeurig intekenen, maar kunnen we deze gegevens ook gemakkelijk overzetten op bijvoorbeeld de proefveldspuit. Daardoor kunnen we nog preciezer werken.'' Een ander voordeel is dat kaartjes van meerdere jaren over elkaar gelegd kunnen worden, waardoor jaareffecten - zoals bijvoorbeeld de onkruidbezetting op een bepaalde plek - heel exact kunnen worden getraceerd. ,,Op termijn zal het verzamelen van dit soort data zeker zijn vruchten afwerpen'', zo verwacht Steenhuis. Voor dit seizoen is het vooral zaak om de techniek goed onder de knie krijgen...

Veel uitdagende proeven in de maïsteelt

Onderzaai van gras onder maïs, split-up toepassingen met herbiciden, proeven om aardappelopslag te bestrijden en tests met droplegs om een late onkruidbestrijding uit te kunnen voeren. Het zijn allemaal zaken waar André Steenhuis komend seizoen intensief mee aan de slag gaat. De nieuwe Technisch Specialist Maïs & Suikerbieten van Bayer ruimt op 'zijn' proefvelden veel plaats in voor de praktische kant van de maïsteelt. ,,De maïsteelt krijgt de komende jaren met veel nieuwe uitdagingen te maken. Met onze proeven proberen wij daar op tijd de oplossingen voor te vinden'', zegt hij.

Wat houdt uw werk als Technisch Specialist precies in?

,,Kort gezegd ben ik verantwoordelijk voor alle proeven en demovelden in maïs en bieten. Ik regel onder meer de aanleg, de verzorging en de oogst en ik voer de beoordelingen uit. Verder zorg ik ervoor dat de proefresultaten worden uitgewerkt en samengevat. Uiteraard gaat er veel in overleg met collega's, te meer omdat dit mijn eerste volledige seizoen wordt in deze functie. Omdat de proef- en demovelden behoorlijk verspreid over Nederland liggen, worden voor het praktische werk ook een aantal externe mensen ingehuurd. De meeste doen dat werk al heel wat jaren en weten dus heel goed hoe ze de zaken aan moeten pakken. Ik leer dus ook van hen.''

Hoeveel proefvelden heeft bayer jaarlijks?

,,Voor komend seizoen hebben we zes proeven en zes demo's op de planning staan. Die voeren we op zo'n tien verschillende locaties uit. De meeste zijn in het Oosten en Zuiden van Nederland; daar waar niet alleen de meeste maïs, maar ook de meeste probleemonkruiden staan. De locaties komen veelal tot stand met regionale loonbedrijven en buitendienstmedewerkers van toeleveranciers. Zij weten immers het beste waar zich welke onkruidproblemen voordoen.''


Wat zijn dit seizoen de belangrijkste thema's binnen jullie proeven?

,,Een belangrijk thema is het in tweeën opsplitsen van een onkruidbespuiting. Deze zogenaamde split-up's komen steeds meer in beeld om nakiemend onkruid afdoende te kunnen bestrijden. Zelf gaan we onder meer aan de slag met Laudis en Laudis WG. Van deze middelen is het etiket onlangs uitgebreid van één naar twee toepassingen per teeltseizoen. Er is nu dus een mogelijkheid om twee keer per teeltseizoen een halve dosering te gebruiken. In proeven en demo's willen we laten zien wat de resultaten daarvan zijn.
Een andere belangrijk thema is onderzaai van gras onder maïs. Dit wordt voor veel maïstelers op zandgrond een serieuze optie om in 2019 aan de nieuwe nitraatrichtlijn (Zesde Actieprogramma Nitraat, red.) te kunnen voldoen. Ons plan is om op een aantal proefvelden een paar stroken rietzwenkgras onder maïs zaaien. Deze grassoort is namelijk een relatief langzame groeier en zal daardoor in de eerste maanden nauwelijks concurreren met maïs. Pas als de maïs op z'n retour is en er meer licht in het gewas valt, krijgt rietzwenk de kans om zich goed te ontwikkelen, iets dat dan ook juist de bedoeling is. Voor de proeven gebruiken we een rietzwenk-ras dat een hoge tolerantie bezit voor gewasbeschermingsmiddelen. Deze gaat na een bespuiting dus niet dood, maar wordt alleen wat teruggezet. Ook dat is weer gunstig om concurrentie met maïs te vermijden.
Om een zo breed mogelijk beeld te krijgen van de mogelijkheden van onkruidbestrijding in gras onder maïs, zaaien we een deel van het rietzwenk vrij snel na de bespuiting en een deel pas na enkele weken, zo rond het 8- tot 10-bladstadium van de maïs. Op die manier hopen we meer te weten te komen over de gevolgen voor de maïs, het gras en de onkruiden. Welke effecten hebben bijvoorbeeld bodemherbiciden op het later het ingezaaide gras: wil dit wel kiemen? En hoe zit het met nakiemers wanneer de strook tussen de maïs nog een keer losgetrokken wordt om gras te zaaien? Allemaal vragen waar we komend jaar een antwoord op hopen te krijgen.''

Hoe zit het met de eerder genoemde problemen met aardappelopslag en haagwinde, zijn daar ook specifieke proeven voor opgezet?

,,Voor de bestrijding van aardappelopslag hebben we afgelopen seizoen al een speciale proef aangelegd, waarbij we een aantal rijen aardappelen hebben geplant - Hansa en Fontane - met daarnaast een aantal rijen onkruiden die veel in maïs voorkomen. Vervolgens hebben we dit veldje gespoten met verschillende maïsherbiciden. Hoewel de aardappelen een flinke tik kregen, hebben ze toch flink knollen geproduceerd. Deze hebben we gerooid en bewaard. De afgelopen winter hebben we al een aantal van deze knollen in de kas opgekweekt, voor een soort 'sneak preview'. Daarbij waren er grote verschillen te zien in opkomst en groei, variërend van hooguit een 'pierig puntje' tot normale planten. De rest van de bewaarde knollen gaan we binnenkort in het veld uitplanten. Zo kunnen we zien in hoeverre ze deze gaan kiemen, of ze na planten nog wel boven komen en of ze eventueel nog weer nieuwe knollen gaan vormen. Ook kunnen we dan hopelijk wat meer zeggen over verschillen in opslagbestrijding tussen de toegepaste herbiciden. Wordt vervolgd dus. Voor wat betreft haagwinde; daarvoor gaan we onder andere aan de slag met onderbladbespuitingen via droplegs (slangetjes aan de spuitboom waarmee onder het gewas gespoten kan worden, red.). Deze worden her en der al met succes in de praktijk toegepast. Wij bekijken dit jaar hoe we daar met onze middelen meer profijt uit kunnen halen.''
+Colofon