Knolselderij steeds belangrijker in bouwplan
Kees Vrolijk in Fijnaart (N-Br.) heeft zich de afgelopen jaren flink gespecialiseerd in de teelt van knolselderij. Het gewas krijgt bij hem de beste plek in het bouwplan en elk seizoen wordt er wel weer wat geschaafd aan de bemesting en de gewasbescherming. ,,Door knolselderij minder als akkerbouwgewas en meer als groentegewas te benaderen, hebben we de laatste jaren duidelijk minder kwaliteitsproblemen'', zegt hij.
,,Op dit bedrijf hebben we een lange geschiedenis met het gewas knolselderij. We telen het al drie generaties lang - in goede en in slechte tijden. En de laatste jaren is het gewas alleen maar belangrijker geworden, vooral sinds de uien en de wortels vanwege matige rendementen uit het bouwplan zijn verdwenen. Samen met aardappelen is knolselderij absoluut de kurk van het bedrijf.''
Kees Vrolijk schetst in een paar zinnen welke rol knolselderij op zijn bedrijf vervult. De afgelopen jaren is het areaal flink gegroeid, tot 38 hectare dit seizoen. Toch aarzelt hij om hier trots op te zijn, want de uitbreiding - die op meer bedrijven in zijn regio heeft plaatsgevonden - heeft dit jaar duidelijk zijn weerslag op de prijsvorming. Hij vertelt: ,,De laatste jaren is het areaal knolselderij telkens met zo'n 100 tot 150 hectare gegroeid naar ruim 1900 hectare nu. Daarmee hebben we min of meer de grens bereikt van wat de markt aankan. Maar afgelopen seizoen kwam daar ook nog eens bij dat de opbrengsten zo'n 10 procent hoger waren dan normaal. Die twee zaken samen zijn gewoon teveel voor een goede prijsvorming. Op dit moment (half juni, red.) brengen alleen de beste knollen voor de versmarkt - met de juiste maatsortering en residunorm - tussen de 10 en 13 cent per kilo op, terwijl je voor een goed rendement eigenlijk 18 cnt nodig hebt. De teelt kost dus geld en dat is ontzettend jammer.''
Kees Vrolijk heeft een akkerbouwbedrijf van ca. 300 hectare in Fijnaart (N-Br.). Aardappelen en knolselderij zijn de belangrijkste gewassen op het bedrijf. Dit seizoen teelt Vrolijk 38 hectare knol-selderij voor de versmarkt.
Beste plek in bouwplan
Hoewel de prijzen dit jaar flink tegenvallen, blijft Vrolijk volop investeren in de teelt en krijgt deze de beste plek in het bouwplan. Zo is de voorvrucht altijd graan, zodat de grond voorafgaand aan de teelt maximaal rust krijgt. Ook aan de bemesting wordt voortdurend gesleuteld, onder meer aan de hand van bladsteeltjesonderzoek. ,,We zijn continu aan het schaven met granulaten en vloeibare meststoffen en dat heeft duidelijk effect op de kwaliteit. Door knolselderij minder als akkerbouwgewas te benaderen en meer als groentegewas, hebben we de laatste jaren duidelijk minder kwaliteitsproblemen.''
Ook op het gebied van gewasbescherming wil Vrolijk vooruit en is hij goed op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en nieuwe middelen. Binnen de onkruidbestrijding zorgt vooral het wegvallen van de werkzame stof linuron voor een nieuwe uitdaging, zo vertelt hij. ,,We hebben nu geen goed contactherbicide meer en moeten het voorlopig met bodemherbiciden doen. Dat brengt risico's met zich mee, vooral wanneer het lang droog blijft. Het is dus zaak om het beschikbare pakket aan bodemherbiciden zo slim en efficiënt mogelijk in moeten zetten.'' Een aanwinst op dit vlak is de recente toelating van
Challenge. Vooral de relatief lange werkingsduur kan het middel een duidelijke meerwaarde geven, zo verwacht Vrolijk, die het middel dit jaar samen met Stomp® en Centium® aan de basis heeft ingezet. Over de daadwerkelijke resultaten durft hij nog niets te zeggen. ,,Hoe langer de grond een beetje vochtig blijft, hoe langer Challenge het volhoudt. Over een paar weken zullen we zien wat het resultaat is.'' Hoe dan ook ziet hij Challenge als een aanwinst voor de teelt. ,,We hebben alle bodemherbiciden nodig om het gat van linuron te vullen. En: hoe langer ze werken, hoe beter het is.''
Sclerotinia
Voor wat betreft de schimmelziekten zijn Sclerotinia en bladvlekkenziekte de grootste lastposten in knolselderij. Maar de één is wel makkelijker onder controle te houden dan de ander, weet Vrolijk. ,,Tegen bladvlekkenziekten hebben we op dit moment een tamelijk breed pakket middelen ter beschikking, waardoor we deze ziekte vrij goed de baas kunnen. Bij Sclerotinia was dat tot voor kort allemaal wat lastiger, vooral omdat het overgrote deel van de middelen onvoldoende duurwerking hebben.'' Met de komst van
Luna Sensation - dat vorig jaar werd toegelaten in de teelt - lijkt dat probleem echter opgelost. Van dit middel is bekend dat het een lange duurwerking heeft op zowel bladvlekken als Sclerotinia.
Omdat Sclerotina afgelopen jaar geen groot probleem was, durft de akkerbouwer nog geen al te harde uitspraken te doen over de werking van Luna Sensation. ,,Daarvoor willen we eerst zelf ervaren hoe sterk het middel is, al weten we vanuit andere groenteteelten dat Sclerotinia aanmerkelijk beter onder controle gehouden kan worden dan voorheen.''
Hoewel de duurwerking een groot pluspunt is, vindt Vrolijk het jammer dat Luna Sensation twee werkzame stoffen bevat. ,,Met de steeds strenger wordende residu-eisen kan dat een nadeel zijn. Sommige afnemers eisen dat er maximaal drie werkzame stoffen gebruikt wor-den met een residusom van maximaal 70 procent. In zo'n geval kun je met Luna Sensation wat in de knel komen.'' Niettemin verwacht de akkerbouwer dat het middel de komende jaren een tamelijk vaste plaats krijgt in het spuitschema. ,,Want ondanks dat minpuntje van twee werkzame stoffen is Luna Sensation gewoon té sterk om links te laten liggen.''
Stomp® is een geregistreerd handelsmerk van BASF Agro. Centium® is een geregistreerd handelsmerk van Belchim.