Volgende
Luisbestrijding gaat de komende jaren veel moeilijker worden
sluiten

uitgave juni 2019

Vollegrondsgroenten Koerier

We moeten zuiniger omgaan met de nog resterende middelen

Steeds minder keuze in gewasbeschermingsmiddelen, steeds meer resistentievorming bij bepaalde werkzame stoffen, meer bovenwettelijke eisen van afnemers en sinds dit jaar ook geen zaadcoating meer. ,,Nee, het wordt er allemaal niet gemakkelijker op'', erkent Gerard Kouwenberg wanneer de onkruid-, ziekte- en plaagbestrijding in vollegrondsgroenten ter sprake komt. Hij probeert zijn bedrijf toekomstbestendig te houden door de beschikbare chemie zo gericht mogelijk te gebruiken en tegelijkertijd meer in te zetten op groene middelen en mechanische onkruidbestrijding.

Tuinbouwbedrijf Kouwenberg in Beek en Donk (N-Br.) is gespecialiseerd in de teelten andijvie, bosui (lente-ui) en bleekselderij. Jaarlijks heeft de VOF zo'n 50 hectare ter beschikking voor deze gewassen, waarbij bosui met 28 hectare de grootste plek inneemt. Naast Gerard en zijn vrouw Rita, zijn ook de zonen Remco en Mark werkzaam in het bedrijf. In het teeltseizoen komen daar nog eens 30 tot 40 plant- en oogstmedewerkers bij.

Gerard Kouwenberg (links) heeft samen met zijn vrouw Rita en zonen Remco en Mark een tuinbouwbedrijf in Beek en Donk (N-Br.). Op een areaal van ruim 50 hectare telen ze andijvie (30 ha in twee rondes), bosui (28 ha) en bleekselderij (15 ha). Nick van den Berkmortel (rechts) is adviseur bij handelsonderneming Vlamings B.V.

Geen afwachter

We zijn bij het Brabantse groentebedrijf voor een gesprek over de uitdaging/knelpunten in de gewasbescherming - waarbij ook Nick van den Berkmortel van Vlamings aanwezig is. De jonge adviseur had in de auto op weg naar het bedrijf al aangegeven dat Kouwenberg geen 'afwachter' is, maar actief met nieuwe technieken en ontwikkelingen aan de slag gaat. En daar  blijkt geen woord aan gelogen. In de kantine vertelt de groenteteler met grote gedrevenheid over projecten en pilots waaraan hij de afgelopen jaren heeft deelgenomen. ,,Ik wil graag meedenken en meepraten. Niet alleen om technisch op de hoogte te blijven, maar ook om tijdig in te kunnen spelen op allerlei nieuwe eisen Kouwenberg merkt dat de eisen rondom het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen een steeds grotere stempel drukken op de bedrijfsvoering. ,,Het wordt moeilijker, complexer. Kennis van zaken wordt steeds doorslaggevender'', zo benadrukt hij. ,,Om toekomstbestendig te blijven zullen we niet alleen zuiniger, maar ook veel doordachter om moeten gaan met de nog resterende middelen. Zelf proberen we - waar mogelijk - breed werkende middelen met  een lange nawerking te vervangen door selectievemiddelen. Daarnaast zoeken we de oplossing steeds vaker buiten de chemie. Zo werken we sinds een paar  jaar met een camera-gestuurde schoffelmachine. Dat gaat tot nu toe prima, maar makkelijker wordt het er allemaal niet op.'' 

Kouwenberg werkt sinds een paar jaar met een cameragestuurde schoffelmachine. Deze herkent de planten - hier andijvie - en schoffelt er keurig omheen.

Andijvie

In de teelt van andijvie is met name het schrappen van de zaadcoating een flinke aderlating, zo stelt Kouwenberg. ,,Via zaadcoating was zeker 95 procent van de hele gewasbescherming gedekt. In het seizoen spoten we hooguit nog een keer tegen een luisje of rupsje; makkelijker en efficiënter kon het eigenlijk niet.'' Dit seizoen zijn de potplantjes meteen al bij de kweker met een insecticide behandeld en is de kans groot dat er tijdens de veldperiode van pakweg zeven weken nog een aantal keren tegen luis moeten worden ingegrepen. ,,Met name in het begin - wanneer de plantjes nog klein zijn - is zo'n bespuiting alles behalve efficiënt te noemen. Het overgrote deel van het middel komt namelijk niet op plantjes, maar op de grond terecht. Het milieu wordt dus zeker geen dienst bewezen met het verbod op zaadcoatings'', zo benadrukt Kouwenberg nog maar eens. Ook moeten de gewassen nu veel intensiever dan voorheen gemonitord worden op luis; een klus die
het bedrijf behoorlijk wat tijd en inspanning kost. ,,Om de andijvie luisvrij te houden moet je minimaal wekelijks een controleronde door de gewassen maken. Omdat de belangen groot zijn, komt dit werk meestal op de ervaren mensen binnen het bedrijf terecht. En juist die zijn al zo druk in het seizoen.''   

Flipper

Een extra zorg is dat er volgend seizoen nog maar een zeer beperkt aantal selectieve middelen beschikbaar is tegen luis. In het chemische segment blijft feitelijk alleen  ovento/Batavia over. Daarnaast kan ook het nieuwe biologische middel Flipper worden ingezet. ,,De spoeling is nu heel erg dun. We zullen daarom heel zuinig moeten zijn op deze middelen, want veel nieuwe zullen er de komende jaren niet meer bijkomen'', zo benadrukt Kouwenberg nog maar eens. Met Flipper heeft  Kouwenberg vorig jaar al enige ervaring opgedaan en hij is er zeer enthousiast over. Hij vertelt: ,,Op het eind van het seizoen liepen de gewassen behoorlijk onder de  luis en hebben we min of of meer uit nood een keer met Flipper gespoten. Het resultaat daarvan was verbluffend goed; bijna 100 procent van de luis werd gedood.'' Dit seizoen reserveert Kouwenberg het middel voor de eerste vier tot vijf weken na het planten. ,,Als we in die periode luizen vinden, gaat er wekelijks Flipper op.''  Ongeveer twee weken voor de oogst volgt een afsluitende bespuiting met Batavia. ,,Met deze nieuwe strategie hopen we de gewassen tot op het eind luisvrij te houden.''

Bosui

Behalve in andijvie heeft Kouwenberg vorig jaar ook ervaring opgedaan met Flipper in bosui. Daarbij ging het vooral om de bestrijding van trips, een met het blote oog nauwelijks zichtbaar insect dat veel vraatschade kan aanrichten op het blad. Hij vertelt: ,,Trips was afgelopen seizoen een gigantische plaag in uien. Begin juni zaten de beestjes al in het gewas, soms zelfs in plantjes die amper in het kramstadium zaten. Dat zijn sprietjes van nog geen drie centimeter groot! Hoewel we over een moderne veldspuit met luchtondersteuning beschikken, was het bijna onmogelijk om die beestjes te raken. De bestrijding heeft daarom veel tijd, geld én middelen gekost.'' Omdat er meerdere middelen tegen trips werden toegepast, kregen Kouwenberg en Van den Berkmortel ook de kans om de effectiviteit te vergelijken. Daarbij viel op dat de toepassing met Flipper qua resultaat nauwelijks onderdeed voor een chemische bestrijding. ,,Ik moet eerlijk zeggen dat ik aanvankelijk best sceptisch was over de waarde van biologische middelen'', bekent Kouwenberg, ,,Maar nu zeg ik: als alle groene middelen zo goed werken als Flipper, dan teken ik er meteen voor.'' 

De verwerking van bosuien is in volle gang. Alle gewassen worden op het bedrijf verwerkt en gaan via Bakker Barendrecht naar Albert Heijn.

Spelregels voor een effectieve inzet van Flipper

  • Zorg dat de insecten optimaal worden geraakt: Flipper heeft geen systemische werking.
  • Contactwerking is cruciaal voor eeneffectieve bestrijding. Zorg er daarom voor dat de spuittechniek goed in orde is! Pas zo nodig de spuitdop, de stand van de spuitdop of het watervolume aan.
  • Eisen aan de waterkwaliteit: hardheid van het water maximaal 16,8°dH.
  • Watertemperatuur > 10°C.
  • Hou een concentratie aan van 1%.
  • Waterhoeveelheid afhankelijk van de grootte van het gewas. Kijk of het watervolume voldoende is om alle zijden van het gewas goed te raken.
  • Start in een vroege opbouwfase van de plaag.
  • Toepassen onder snel drogende omstandigheden.
+Colofon