Producten

Herbicide Tramat® 500

Toepassingsvoorwaarden
Om het grondwater te beschermen mag dit middel in graszaadteelt niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.
Om het grondwater te beschermen mag dit middel of andere middelen die ethofumesaat bevatten in de teelt van bieten en rode biet slechts gedurende één jaar in een periode van drie jaar op hetzelfde perceel worden toegepast.

In de teelt van bieten en rode biet (0,66 L/ha, 3 toepassingen per teeltcyclus; 0,33 L/ha, 6 toepassingen per teeltcyclus) het middel toepassen in 200 tot 400 liter water per ha.

Om het grondwater te beschermen mag dit middel of andere middelen die ethofumesaat bevatten in de teelt van bieten en rode biet slechts gedurende één jaar in een periode van drie jaar op hetzelfde perceel worden toegepast.

In de teelt van bieten (0,3 l/ha, 2 toepassingen per teeltcyclus) het middel toepassen in 200 tot 250 liter water per ha.

In de teelt van bieten (1 l/ha, 1 toepassing per teeltcyclus) het middel toepassen in 250 tot 300 liter water per ha.

In de graszaadteelt en graszodenteelt het middel toepassen in 200 tot 300 liter water per ha.

In de teelt van bieten en rode biet (0,66 L/ha, 3 toepassingen per teeltcyclus; 0,33 L/ha, 6 toepassingen per teeltcyclus) het middel toepassen in 200 tot 400 liter water per ha.

Vervanggewassen 

Bij mislukken van een teelt waarin Tramat 500 werd toegepast kunnen de volgende gewassen na kerend ploegen worden gezaaid of geplant: suiker- en voederbieten, maïs, bruine bonen, tuinbonen, raaigrassen, witlof, erwten, spinazie, knolselderij, wortelen, zaai- en plantuien. In deze vervanggewassen dan geen middelen op basis van ethofumesaat toepassen.
Gras of hooi afkomstig van graszaadproductie niet als diervoeder gebruiken

Volggewassen 

In een normale vruchtopvolging zijn er geen beperkingen ten aanzien van volggewassen. Wel dient altijd een kerende grondbewerking te worden uitgevoerd alvorens volggewassen kunnen worden verbouwd.

In verband met residuen in volggewassen binnen 2 maanden na toepassing geen eet- of vervoederbare gewassen telen.

Overige bijzonderheden
Voorkomen emissie
Om emissie naar grond- en oppervlaktewater te voorkomen, adviseert Bayer Crop Science om machines waarmee gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast overdekt te stallen en te reinigen op een was- en spoelplaats met een opvangmogelijkheid voor verontreinigde vloeistoffen. Verwerk was- en spoelwater en eventuele restvloeistoffen die niet over het laatst bespoten perceel kunnen worden uitgereden in een Phytobac® (of gelijkwaardige methode) om onnodige milieubelasting te voorkomen.
Raadpleeg de Toolbox Emissiebeperking voor meer informatie over alle vormen van emissies naar oppervlaktewater, zoals ondermeer ook afspoeling en hoe deze te beperken.
Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen
H&P zinnen
Bevat {0}. Kan een allergische reactie veroorzaken.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen.
H410:
Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
P501:
Inhoud/verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval. Zie STORL
Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.