,,Om als klein bedrijf te overleven móet je voor een topproduct gaan'', zegt aardbeienteler David Abrahamjan uit Winssen (Gld.). Zijn streven is om zo veel mogelijk Prestige-kwaliteit te plukken. Voor wat betreft de bestrijding van ziekten en plagen neemt hij liever niet teveel risico's. ,,Ik wil trots kunnen zijn op elk bakje dat ons bedrijf verlaat. Dat zie ik echt als een persoonlijke missie.''
David Abrahamjan (links) is eigenaar van aardbeienkwekerij Lam in Winssen (Gld.). Het bedrijf teelt ruim 4 hectare aardbeien (buitenteelt) en 1 hectare eigen uitgangsmateriaal. René van Lierop is adviseur kleinfruit bij Vos Capelle.
,,Kijk, zo moet het zijn!'', zegt David Abrahamjan terwijl hij een bakje met prachtige aardbeien op tafel zet. Hij pakt er een aantal uit en bekijkt nog even of ze werkelijk aan 'zijn standaard' voldoen. ,,Deze had misschien nog net ietsje roder gemogen. Maar voor de rest denk ik dat Fruitmasters hier heel blij mee kan zijn'', zegt hij met een grote glimlach.
Abrahamjan is met zijn Armeense achtergrond een opmerkelijke verschijning binnen de aardbeiensector. In 1998 kwam hij als vluchteling naar Nederland, waarna hij in 2005 bij het aardbeienbedrijf Lam in Winssen terechtkwam. Daar kreeg hij de kans om het bedrijf te huren, om het vervolgens helemaal over te nemen. Sinds 2019 is Abrahamjan volledig eigenaar van het bedrijf – waarbij hij overigens nog steeds de bedrijfsnaam van de vorige eigenaar aanhoudt. ,,Die staat goed bekend bij de veiling, dus dat houden we maar even zo'', lacht de teler.
Vandaag gaat het gesprek over de aanpak van ziekten en plagen – waarbij ook adviseur René van Lierop van toeleverancier Vos Capelle aanwezig is. Gevraagd naar de grootste lastpost in de aardbeienteelt noemen beide mannen allereerst de trips, gevolgd door spint en luis. Abrahamjan geeft aan de laatste jaren steeds vaker met biologische bestrijders te werken – onder meer vanwege de steeds verder aangescherpte PlanetProof-eisen. Zo zet hij tegen trips de Cucumeris-roofmijt in en tegen spint de Phytoseiulus-roofmijt. Volgens de teler werkt deze methode doorgaans goed en past het ook mooi binnen een teeltsysteem met hoofdzakelijk doordragers. Abrahamjan: ,,Voorheen teelden we uitsluitend Elsanta, maar nu vooral het doordragende ras Favori. Omdat Favori het hele seizoen staat, zie je dat natuurlijke vijanden zich veel beter en stabieler kunnen ontwikkelen en daardoor ook veel meer tegengas kunnen geven aan schadelijk insecten. Dus als het even kan lossen we het met biologie op proberen we weg te blijven met insecticiden.''
Tegen de belangrijkste schimmelziekten – vruchtrot en meeldauw – blijft de inzet van chemie wel hard nodig. Van Lierop vertelt dat het beschikbare middelenpakket de laatste jaren gestaag is gekrompen en dat de schimmelbestrijding daardoor steeds meer in het nauw komt. Met name in doordragers – die vaak van maart tot november te velde staan – kunnen in een schimmeljaar flinke problemen ontstaan, omdat steeds meer middelen slechts één keer per jaar of seizoen mogen worden toegepast. ,,In zo'n seizoen kunnen we alle beschikbare middelen wel eens heel hard nodig hebben'', zo waarschuwt de adviseur. Ook benadrukt hij het groeiende belang van een gerichte en strategische inzet van met name de sterkere middelen in het segment, zoals Luna Sensation. ,,Dit middel doet het gewoon erg goed tegen echte meeldauw en vruchtrot. Telers die Luna Sensation één of twee keer in de volle bloei inzetten hebben gewoon minder kans op infecties. Wat mij betreft hoort dit middel daarom in elk spuitschema te zitten'', zo stelt de adviseur.
Abrahamjan geeft aan Luna Sensation liefst zo laat mogelijk in te zetten, kort voor de pluk. Hierdoor kan maximaal geprofiteerd worden van de duurwerking van het middel, zo vindt hij.
Tot slot wijst Van Lierop nog even op de mogelijkheid om kort voor en tijdens het plukken een biologische middel in te zetten, zoals Serenade of Sonata. ,,Met deze middelen zijn schimmels doorgaans goed onder controle te houden. Bovendien hebben ze geen veiligheidstermijn, waardoor je ze veilig tussen het plukken door in kunt zetten.'' Abrahamjan heeft deze middelen naar eigen zeggen 'nog niet nodig gehad'. ,,We doen er alles aan om het de planten naar de zin te maken. Daardoor krijgen schimmels hier gewoon niet zo heel veel kans. Maar als het nodig is, dan komen ook deze middelen er gewoon op. Alles draait hier immers om het leveren van topkwaliteit.''