Na vier jaar in maatschap te hebben geboerd met zijn vader, nam Frederik Schulte Ostermann uit Usquert (Gr.) in 2018 het ouderlijk bedrijf over. Behalve 100 hectare akkerbouw met wintergranen (50 ha), uien en sjalotten (20 ha), fritesaardappelen (8 ha) en verhuur voor pootaardappelen (22 ha), heeft hij ook een drogerij en opslag voor granen (capaciteit: ca. 2000 ton). Verder is er een loonwerktak die met name uit graan dorsen en beregeningswerk bestaat. Akkerbouw Koerier sprak met de jonge ondernemer over zijn drijfveren, zijn uitdagingen en zijn toekomstplannen.
In de rubriek Jong & Ondernemend laten we jonge ondernemers in de land- en tuinbouw aan het woord. Hoe runnen zij hun bedrijf? Welke kansen en bedreigingen zien ze binnen hun vakgebied? En vooral: hoe zien zij de toekomst tegemoet? In deze aflevering: Frederik Schulte Ostermann (36) uit Usquert (Gr.).
Wanneer wist je dat je akkerbouwer wilde worden?
,,Eigenlijk al vanaf de lagere school. Ik heb van jongs af aan meegewerkt op het ouderlijke bedrijf en nooit een ander vak overwogen. Ook de scholen die ik heb doorlopen waren allemaal gericht op landbouw. Iets anders dan boer worden is dus nooit aan de orde geweest...
Hoewel de akkerbouw nog steeds mijn grote passie is, vind ik het de laatste jaren wel lastiger om dit enthousiasme vast te houden. Als ik zie hoeveel uren we maken en wat daar onder de streep van overblijft, dan is dat wel heel erg karig... Op dit moment kunnen we de kosten nog steeds dekken, maar ik vraag me af hoelang we dit als sector vol blijven houden. De kosten blijven maar stijgen, terwijl de opbrengstprijzen daar niet of nauwelijks in meegaan. Dat vind ik echt zorgelijk...''
Wat is er veranderd sinds je het akkerbouwbedrijf hebt overgenomen?
,,De belangrijkste stap is dat ik sinds een aantal jaren uien, sjalotten en fritesaardappelen in het bouwplan heb opgenomen. Deze drie teelten draaien hoofdzakelijk mee in een rotatie met wintergranen, die het grootste deel van ons bouwplan uitmaken. Vooral de uien (vrij) en sjalotten (op contract) hebben de afgelopen jaren een mooie bijdrage geleverd aan het inkomen. Die teelten zullen dus zeker blijven. De fritesaardappelen heb ik dit seizoen – helaas – vrij. Door meermaals uitgestelde contractonderhandelingen en de plotselinge corona-crisis kon ik geen contract meer afsluiten met mijn afnemer. Dat is al met al wel een flinke domper...
Een andere grote verandering is dat ik helemaal ben overgestapt op niet kerende grondbewerking (NKG). En dat is me tot nu toe uitstekend bevallen! Behalve dat de opbrengsten van uien, aardappelen en ook granen duidelijk hoger zijn geworden, is ook de bodemstructuur sterk verbeterd. In het voorjaar houdt de grond nu veel beter het vocht vast en in een nat na(jaar) is het water ook weer eerder weg. Wat mij betreft alleen maar plussen dus.
Nog een derde grote verandering is dat ik – vooral door de introductie van de uien- en sjalottenteelt – veel meer personeel nodig heb. Voor de uienoogst heb je bijvoorbeeld al gauw acht man nodig. En die zijn tegenwoordig niet zo heel makkelijk meer te vinden, vooral wanneer je ook nog eens in de avonden of weekenden door moet. Investeren in werkplezier is daarom belangrijk. Om die reden heb ik vorig jaar een wat oudere, eenvoudige trekker aangeschaft waarop iedereen kan rijden. En ook de kantine hebben we daarom extra goed in orde.''
Welke plannen heb je komende jaren met je bedrijf?
,,Voor wat betreft het akkerbouwbedrijf heb ik voorlopig geen grote investeringsplannen. Ik beschik over een redelijke nieuwe opslagplaats voor aardappelen (500 ton) en uien (500 ton) en de machines en werktuigen zijn ook redelijk up-to-date. Wel hebben mijn vriendin en ik het plan opgevat om de oude boerderij deels om te bouwen tot vakantiehuisjes. Met het toenemende toerisme in onze streek kan dat een mooie extra inkomstenbron zijn naast het akkerbouw- en graanopslagbedrijf.''
Hoe zie je de toekomst tegemoet? Ben je over tien jaar nog akkerbouwer?
,,Dat vind ik een lastige vraag... Ik hoop over tien jaar nog akkerbouwer te zijn, maar dan moet ons inkomen wel meer in verhouding komen te staan met de risico's die we lopen en de hoeveelheid werk die we verzetten. Tegen welke prijs wil ik akkerbouwer blijven? Dat is wat mij betreft de centrale vraag. Als ik €80 per uur moet betalen voor een monteur, dan steekt mijn eigen uurloon daar wel heel schraal bij af...
In het verlengde hiervan maak ik me ook wel wat zorgen over het versneld wegvallen van chemische gewasbeschermingsmiddelen. In sommige teelten zal het een hele toer worden om de gewassen schoon en ziektevrij te houden. Neem de onkruidbestrijding in uien; daarvoor zijn bijna geen bodemherbiciden meer voorhanden. Op zich vind ik het prima om meer te schoffelen, maar die machines zijn niet gratis en het kost ook nog eens veel meer tijd. De vraag is: wie gaat dat betalen? Ik vrees dat we dat vooral zelf zijn...''
Tot slot: welke tips of adviezen zou je startende akkerbouwers mee willen geven?
,,Het klinkt misschien wat somber, maar toch wil ik het benoemen: hou goed in de gaten of je nog wel verder kunt met je bedrijf! Veel jonge akkerbouwers zijn zo gepassioneerd met hun vak bezig, dat ze blijven doorgaan, ook als het financieel gezien eigenlijk niet of nauwelijks meer kan... Begrijp me goed: passie voor je vak is essentieel om akkerbouwer te kunnen blijven, maar je kunt jezelf ook voorbij lopen. Zorg dus dat je je resultaten kent en aan de goede kant van de streep blijft.
En misschien nog een tip: neem af toe wat gas terug en vergeet niet te leven. Als akkerbouwer kun je moeiteloos zeven dagen per week met je bedrijf bezig zijn. Maar af en toe even loslaten kan ook heel verfrissend zijn.''