Hoewel de graanteelt bij Gaston Kallen in Noorbeek (Lb.) niet 'vooraan staat' in het bouwplan, wil hij er wél het maximale uithalen. ,,Ik probeer bij alle gewassen naar een 10 toe te werken, dus óók bij wintertarwe en wintergerst'', zegt hij gedreven. De laatste jaren is zijn enthousiasme voor wintergerst gegroeid, met name vanwege de goede opbrengsten. De afgelopen drie jaar dorste hij gemiddeld 11 ton per hectare; daarmee streeft het de wintertarwe met gemiddeld 10,5 ton voorbij.
Gaston Kallen heeft samen met zijn vrouw Sophie een akkerbouwbedrijf in Noorbeek (Lb.). Op ca. 180 hectare lössgrond verbouwt hij fritesaardappelen, suikerbieten, zaaiuien, wintertarwe, wintergerst en witlofpennen.
Het is een asgrijze dag in januari, maar zelfs op een dag als vandaag geeft het Zuid-Limburgse heuvellandschap toch een beetje het vakantiegevoel. Overal zijn wandelaars, fietsers en wielrenners op de been, waardoor er ondanks het trieste weer toch de nodige levendigheid heerst. Akkerbouwer Gaston Kallen glimlacht wanneer hij deze woorden hoort. ,,Ik vind het zelf ook prachtig om hier te wonen, laat dat voorop staan. Maar als akkerbouwer is er ook een keerzijde: door het groeiende toerisme is er steeds meer verkeer en wordt het steeds lastiger om percelen snel en veilig te bereiken. Ook met wandelaar en fietsers moet ik steeds meer rekening houden, bijvoorbeeld met spuiten of beregenen. Er wordt minder getolereerd; dat maakt het werk soms lastiger.'' Ook voor de bedrijfsontwikkeling merkt hij dat er steeds meer obstakels worden opgeworpen. ,,Een nieuwe machine- of bewaarloods bouwen kan hier bijna alleen nog op de plek van een oude schuur. Dat zet een rem op vernieuwing en innovatie. Je zult dus creatief moeten zijn om je bedrijf door te ontwikkelen, zéker wanneer je je zoals ik helemaal op de akkerbouw richt.''
Kallen heeft zijn bedrijf de afgelopen jaren gestaag uit weten te bouwen tot het huidige areaal van 180 hectare. Daarop teelt hij aardappelen, suikerbieten, wintergranen, uien en witlofpennen. De grondsoort varieert van lichte tot zware lössgrond (gemiddeld 26% afslibbaar).
De grondbewerking op het bedrijf gebeurt tegenwoordig vooral niet-kerend (NKG). ,,Daar zijn we tien jaar geleden mee begonnen en dat bevalt goed. We houden de organisch stof mooi bovenin de grond en erosie krijgt hierdoor nauwelijks kans. Ploegen doe ik eigenlijk alleen nog voor de fijne zaden, zoals witlof, en wanneer ik erg laat ben met wintertarwe zaaien'', vertelt de akkerbouwer. Een behoorlijke zorg rondom het systeem van niet-kerende grondbewerking vindt hij het dreigende verbod op glyfosaat (o.a. Roundup). Kallen verwacht dat zo'n verbod de opmars van NKG wel eens behoorlijk stil kan zetten. ,,Met glyfosaat kunnen we met een minimum aan werkzame stof de onkruiden de baas blijven. Vooral de laatste jaren kijk ik heel goed of glyfosaat écht nodig is. Het zou ontzettend jammer zijn als we dit middel niet meer achter de hand hebben.''
Met zo'n 20 hectare wintertarwe en 10 hectare wintergerst neemt de graanteelt geen grote plek in in het bouwplan. Niettemin is Kallen gedreven om ook uit deze teelten het maximale rendement te halen. Of zoals hij het zelf zegt: ,,Ik probeer bij alle gewassen naar een 10 toe te werken, dus óók bij wintertarwe en wintergerst.'' Vooral over de prestaties van wintergerst is hij de laatste jaren erg te spreken. Hij vertelt over de laatste drie (droge) jaren gemiddeld 11 ton wintergerst van het land te hebben gehaald. Ter vergelijking: de wintertarwe leverde in die drie jaren gemiddeld 10,5 ton per hectare op. Volgens Kallen is de meerprijs van wintertarwe – doorgaans zo'n 1 tot 1,5 cent per kilo – al bijna weg te strepen tegen lagere teeltkosten van wintergerst – ca. €100 per hectare. Blijft over: een halve ton extra opbrengst bij wintergerst, ofwel: een hoger saldo. Daarnaast past wintergerst vanwege de vroege oogst ook mooi in het arbeidsplaatje. ,,In juli is het even wat minder druk op het bedrijf en kan ik relaxed de wintergerst dorsen. Dat vind ik prachtig! Het is dus – behalve voor arbeids- en risicospreiding - ook gewoon een mooi gewas om in het bouwplan te hebben'', zo vindt de akkerbouwer.
Het enige 'minpunt' van wintergerst vindt hij dat het al vroeg – rond half oktober – gezaaid moet worden. En dat is soms lastig in het drukke najaar. Bovendien zijn de suikerbieten en de witlofpennen dan nog niet van het land, waardoor wintertarwe soms als enige optie overblijft.
Bij wintergerst gaat Kallen voor een gezond gewas met een maximale opbrengst. Zo komt er zo vroeg mogelijk stikstof op het gewas, wordt er standaard zwavel bijbemest en worden de optimale momenten voor de onkruid- en ziektebestrijding nauwkeurig uitgekiend. ,,Gevolg hiervan is wél dat ik vaak 's avonds laat of 's morgens heel vroeg aan het spuiten ben. De luchtvochtigheid is dan meestal het hoog, wat gunstig is voor de werking van de middelen. Toch vind ik het niet erg om in de schemer of in het donker te spuiten: er zit led-verlichting op de spuit en het is dan ook altijd heerlijk rustig'', lacht Kallen.
Voor de middelenkeuze gaat de akkerbouwer vooral af op zijn vaste adviseur, Lei Steins van Agrifirm. ,,Hij heeft meer kennis op dit vlak en ziet ook meer graanpercelen waar verschillende middelen zijn gespoten.''
Tegen ziekten in wintergerst zijn het afgelopen jaar Variano Xpro (op T1) en Elatus Era® + Alternil* (op T2) ingezet. En dat is Kallen prima bevallen. ,,Variano Xpro heeft bewezen dat het een zeer brede, sterke en langdurige werking heeft tegen schimmels, waaronder bladvlekken- en netvlekkenziekte. Dat geeft niet alleen rust, maar biedt ook de mogelijkheid om het tijdstip van de T2-bespuiting met een paar dagen te rekken en zo het optimale spuittijdstip uit te kiezen'', zo besluit de akkerbouwer.
* De toelating van Alternil is vervallen. Het middel mag dit seizoen niet meer ingezet worden.