Terug
GRANEN: ‘Waarde van tarwe is groter dan alleen korrelopbrengst’
Volgende
SPUITTECHNIEK: ‘Extra opties op veldspuit moeten toegevoegde waarde hebben’
sluiten

Akkerbouw Koerier Januari 2023

JONG EN ONDERNEMEND: ‘Wees niet te bang en ga ervoor!’

,,Er staan de komende jaren veel uitdagingen voor onze deur, maar daar staat wel een prachtig vak met veel vrijheid tegenover. Voor mij weegt dat laatste – gelukkig - nog steeds het zwaarst.’’ Dat zegt akkerbouwer Wim Akkerman (24) uit Erica (Dr.) Sinds 2020 zit hij in maatschap met zijn ouders, oom, tante en neef. Akkerbouw Koerier sprak met hem over zijn drijfveren, zijn uitdagingen en zijn toekomstplannen. ,,Als grootste knelpunt zie ik de sterk toegenomen kosten voor de teelten. Die staan in mijn ogen niet meer in verhouding tot de geldelijke opbrengsten.’’

Wim Akkerman zit sinds 2020 in maatschap met zijn ouders, oom, tante en neef. De zespersoons-maatschap behelst een akkerbouwbedrijf (van ca. 200 ha) en een pluimveebedrijf (met reguliere vleeskuikens). Het bouwplan bestaat uit zetmeelaardappelen (ca. 100 ha), wintertarwe (ca. 70 ha), suikerbieten (20 ha) en zaaiuien (10 ha). De tarweoogst wordt grotendeels opgevoerd aan de eigen vleeskuikens. Wim en zijn vader Koos houden zich vooral bezig met de akkerbouwtak van het bedrijf.

Wanneer wist je dat je akkerbouwer wilde worden?

,,Dat was al van jongs af aan. Ik heb altijd mee gehobbeld en meegeholpen op het bedrijf van m’n ouders. Dat ik na de HAVO naar Dronten zou gaan; daar was geen enkele twijfel over. Wél had ik gedacht om na school eerst nog een tijdje buitenshuis te gaan werken. Maar omdat mijn vader wegens ziek uit de running raakte, ben ik direct na m’n afstuderen op het bedrijf thuis gaan werken. Gelukkig gaat het nu weer goed met m’n vader – en samenwerken dat gaat prima!’’

Hoe zijn de afgelopen twee jaren in maatschap voor jou verlopen?

,,Door de ziekte van mijn vader werd ik zogezegd meteen in het diepe gegooid en kreeg ik onverwacht snel de verantwoordelijkheid over de dagelijkse gang van zaken op het akkerbouwbedrijf. Gelukkig is me dat – met hulp van m’n ouders – goed af gegaan. Grote problemen of tegenvallers heb ik niet gehad; wat dat betreft ben ik heel tevreden over de start.’’

Welke zaken zijn er veranderd sinds je in de maatschap zit?

,,De belangrijkste verandering is dat we sinds vorig jaar zaaiuien in het bouwplan hebben opgenomen. We zijn meteen gestart met tien hectare; deels omdat het qua vruchtwisseling toevallig zo uitkwam, maar ook om een beetje efficiënt te kunnen werken. Neem alleen al het spoelen van de veldspuit bij wisseling van gewas; dat kost elke keer toch gauw driekwartier tot een uur. In mijn visie moeten die uren gewoon betaald worden uit de teelt. Bij een flink blok uien weegt dat relatief minder zwaar.

Hoewel de opbrengst en kwaliteit het afgelopen seizoen prima waren, was het eerste jaar toch ook wel een leerproces. Vooral de onkruidbestrijding luistert heel nauw; iets dat we vanuit de andere gewassen veel minder gewend zijn. Naast de omgang met nieuwe middelen is ook de bepaling van het optimale spuitmoment – of beter gezegd: het tactisch opbouwen van de onkruidbestrijding – best lastig gebleken. Daarvoor misten we gewoon ervaring. Om die reden hebben we her en der wat steekjes laten vallen, waardoor er op het eind toch flink wat straatgras en melde kwam te staan.

Een tweede verandering binnen het bedrijf is dat we de rugopbouw in aardappelen nu in één werkgang uitvoeren. Dat geeft niet alleen een besparing op brandstof en manuren, maar leidt ook tot een betere en langdurigere werking van bodemherbiciden omdat deze niet meer ondergewerkt worden door een latere rugopbouw. Overigens heb ik mijn vader niet meteen kunnen overtuigen van deze voordelen, maar uiteindelijk is hij er toch in meegegaan. En – ook al zeg ik het zelf – we zijn heel tevreden over de resultaten tot nu toe.’’

Waar wil je de komende jaren naar toe met het bedrijf?

,,Wat mij betreft staan er even geen grote veranderingen of investeringen op stapel. Daarvoor zijn de tijden op dit moment te onzeker. Voorlopig richt ik me op de uienteelt, om die goed in de vingers krijgen en het maximale rendement eruit te halen. Verder probeer ik het bedrijf robuuster en weerbaarder te maken tegen ziekten en plagen. Zo zaaien we sinds een paar jaar direct na de wintertarwe Tagetes (Afrikaantjes) in tegen P. penetrans en wil ik de komende jaren meer doen met hoog-resistente zetmeelaardappelrassen, waardoor we hopelijk minder afhankelijk worden van gewasbeschermingsmiddelen.’’

Wat zie je als grootste knelpunten voor de toekomst?

,,Als grootste knelpunt zie ik de sterk toegenomen kosten voor de teelten. Die staan in mijn ogen niet meer in verhouding tot de geldelijke opbrengsten. Brandstof, kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen: het is allemaal veel duurder geworden. De huidige productprijzen komen daar bij lange na niet in mee. Neem de zetmeelaardappelen. Daarvoor is het streven om een prestatieprijs van minimaal €100 per ton uit te betalen. Dat mag misschien mooi klinken, maar het is gewoon niet genoeg. Dat moet minimaal €120 per ton zijn om een fatsoenlijk rendement uit de teelt te halen.

Verder zie ik dat de regelgeving een steeds verstikkendere werking heeft op het vrije ondernemerschap. Er komen zoveel regels met bijbehorende onzekerheden op ons af, dat je er soms moedeloos wordt. En als je die regels dan nog zou kunnen begrijpen of billijken, maar dat is ook lang niet altijd het geval… Neem de nieuwe GLB-regels rondom verplichte braak en bufferstroken; ik vraag me werkelijk af waarom we de afgelopen jaren zoveel hebben geïnvesteerd in driftreducerende technieken op veldspuiten. Blijkbaar is het nooit genoeg…’’

Ben je over tien jaar nog akkerbouwer?

,,Ja, dat denk ik wel. Alleen kan het bouwplan er dan wel eens wat anders uitzien dan nu. We gaan de komende jaren zien of contractteelten zoals zetmeelaardappelen en bieten voldoende meestijgen in prijs. Misschien moeten we een deel daarvan wel inruilen voor andere – vrije – gewassen. Eén of twee nieuwe gewassen is sowieso goed om bodemziekten en plagen onder controle te kunnen houden en het geeft ook nog wat extra risicospreiding.’’

Tot slot: welke tip zou je startende akkerbouwers mee willen geven?

,,Hm… dat vind ik een lastige… Misschien deze: reken het bedrijf eerst goed door op het bestaande en potentiële rendement en beslis dan pas of je erin stapt. Verder zou ik zeggen: wees niet te bang en ga ervoor! Er staan de komende jaren heel veel uitdagingen voor onze deur, maar daar staat een prachtig vak met veel vrijheid tegenover. Wat mij betreft weegt dat laatste – gelukkig - nog steeds het zwaarst!’’

+Colofon