Terug
BIETEN - 'Onkruidbestrijding in bieten wordt er niet makkelijker op'
Volgende
GRAAN - 'Gezonde gerst is de basis voor kwaliteitsvoer'
sluiten

Akkerbouw Koerier maart 2021

'Op tijd controleren en op tijd spuiten, dat blijft de boodschap'

In een vroeg stadium het gewas controleren, meteen ingrijpen als er luizen gevonden worden, de spuitintervallen kort houden en niet te vroeg stoppen met spuiten. Bietenspecialist Sjors Leermakers somt de maatregelen om bladluizen onder controle te houden nog maar eens op. Ook benadrukt het het belang van goed onderwerken van oogstresten en opslagbieten. ,,Restbieten zijn een mooie winterschuilplaats voor luizen. Die cyclus moeten we doorbreken.''

Sjors Leermakers: ,,Wie vroeg luizen signaleert en vervolgens vroeg ingrijpt, houdt de luisdruk laag en heeft daar het hele seizoen profijt van.''

Het verdwijnen van de zaadcoating heeft de bietenteelt de afgelopen twee jaar behoorlijk op z'n kop gezet. Kon je voorheen nog rekenen op een tamelijk zorgeloze opkomst, nu is een (zeer) vroege controle op luizen – en een vroege bestrijding – essentieel om de schade binnen de perken te houden. ,,Het blijft daarom ontzettend jammer dat deze toepassing voor de praktijk verloren is gegaan. Met heel weinig werkzame stof hadden we de luizen prima onder controle'', zegt Sjors Leermakers wanneer hij kort terugblikt op de afgelopen jaren. Na een zeer hoge luisdruk in 2019 – die met name in het Zuidwesten veel schade heeft veroorzaakt, heeft het bietenvergelingsvirus zich de afgelopen jaar gestaag uitgebreid over heel Nederland. ,,Er zijn maar weinig gebieden meer waar je géén gele vlekken in de bieten tegenkomt. Wat dat betreft hebben we afgelopen twee jaar echt achteruit geboerd.''

Bietenvergelingsvirus

Gele versus groene bieten

Leermakers vertelt dat de schade door het vergelingsvirus flinke proporties aan kan nemen. Gele bieten bevatten zo'n 2 tot 3 procent minder suiker en de opbrengst van deze bieten ligt een kwart tot een derde lager dan die van gezonde bieten. ,,Op matige tot zwaar aangetaste percelen is de bietenteelt daardoor niet of nauwelijks meer rendabel.''

 

Van de drie virusvarianten – sterk bietenvergelingsvirus (BYV), zwak bietenvergelingsvirus (BMYV) en bietenchlorosevirus (BChV) – is vooral de eerste in opmars. Leermakers laat grafieken zien waarbij het BYV-virus in twee jaar tijd is opgeklommen van een aandeel van amper 5 procent in de besmette monsters naar ruim 70 procent.  ,,En het vervelende is dat juist dit sterke bietenvergelingsvirus de meeste opbrengstderving geeft, ongeveer het dubbele van de andere twee varianten. Het belang om het vergelingsvirus een halt toe te roepen is daardoor extra groot'', zo geeft hij de consequenties weer.

Oogstresten onderwerken

Hoewel chemische luisbestrijding een belangrijke maatregel is bij het voorkomen van vergelingziekte, stipt Leermakers eerst nog een preventieve maatregel aan: het onderwerken van oogstresten – en dan met name daar waar de bietenhoop heeft gelegen. ,,Resten van bieten en ook opslagbieten zijn een belangrijke infectiebron voor het jaar erop. Dat geldt voor vergelingsvirus, maar ook voor Cercospora. Met een kerende najaarsgrondbewerking zijn dus veel potentiële risico's weg te nemen.'' De bietenspecialist erkent dat zo'n grondbewerking niet echt strookt met de huidige trend van minimale grondbewerking. Toch moet er wat hem betreft wel iets gebeuren op dit vlak, ,,want met alleen chemie ben ik bang dat we het op den duur niet meer redden...''.

Vroege gewascontrole

Voor komend voorjaar hamert Leermakers wederom op een vroege controle op luizen, met name als de temperatuur weer vlot boven de 15 °C uitkomt. ,,Want wie vroeg signaleert en vervolgens vroeg ingrijpt, houdt de luisdruk laag en heeft daar het hele seizoen profijt van'', zo benadrukt hij nog maar eens. Leermakers erkent dat het best lastig is om luizen in een vroeg stadium te vinden. Vooral de jonge, niet gevleugelde bladluizen zijn moeilijk zichtbaar omdat ze ongeveer dezelfde kleur hebben als de bietenplantjes. ,,Je moet dus echt even door de knieën en een paar bietjes openvouwen, anders vind je ze echt niet zomaar.''

 

Hoewel er een schadedrempel geldt van twee groene perzikbladluizen per 10 planten, adviseert de bietenspecialist om bij 'elke vondst' van bladluizen meteen een bespuiting uit te voeren. ,,Zodra een geïnfecteerde luis zijn snuit in het bietenblad prikt kan er binnen enkele uren een enorme overdracht van virus zijn. Dus: hoe langer je dus wacht met een bespuiting, hoe groter de kans op de schade door gele bieten.''

Beginnen met Batavia

Voor komend seizoen zijn er (waarschijnlijk) drie middelen beschikbaar voor de luisbestrijding in bieten. Dat zijn Teppeki® en – als er opnieuw een vrijstelling wordt verleend – Batavia en Closer®.

 

Daarvan mogen Teppeki en Closer één keer per seizoen worden ingezet en Batavia twee keer. Volgens Leermakers is het raadzaam om de luisbestrijding te starten met Batavia. Hij legt uit: ,,Batavia is het enige middel dat zowel een opwaartse als neerwaartse werking heeft. Hierdoor verspreidt het middel zich optimaal door de bietenplant en bereikt het ook het nieuwgevormde blad.  Vooral bij jonge bietenplantjes die kwetsbaar zijn en ook nog eens volop in de groei, is dit een belangrijke plus. Jonge luizen zitten namelijk graag op het jonge blad en worden met Batavia dus prima bestreden.'' Een bespuiting met Batavia biedt (vanaf het 2-bladstadium) ongeveer 10 tot 14 dagen bescherming. Zijn de bieten groter en sterker (en kunnen ze het middel beter opnemen), dan loopt de beschermingsduur op naar zo'n 20 dagen.

 

Belangrijk bij Batavia is dat het middel goed kan worden opgenomen in de plant. Daarvoor is toevoeging van een liter plantaardige olie (bv. Robbester) zeer wenselijk. Uit proeven is gebleken dat de effectiviteit van Batavia hierdoor duidelijk hoger wordt. Ook kan Batavia zo prima worden toegevoegd aan de onkruidbestrijding.

Gunstig profiel voor nuttigen

Nog een laatste punt dat Leermakers niet ongenoemd wil laten is dat Batavia niet schadelijk is voor nuttige insecten. Belangrijke 'luizeneters' zoals roofwantsen, zweefvliegen, sluipwespen, oorwormen, gaasvliegen, soldaatjes en lieveheersbeestjes worden daardoor gespaard. ,,In proeven hebben we gezien dat de populatie nuttige insecten zich prima op kan bouwen in combinatie met Batavia. Vooral later in het seizoen, zo vanaf half mei tot half juni, kunnen deze insecten zo een mooie bijdrage leveren aan de luisbestrijding'', zo besluit hij.

 

Teppeki® is een geregistreerd handelsmerk van ISK

Closer® is een geregistreerd handelsmerk van Corteva Agriscience

+Colofon