,,We vinden het gewoon mooi om wat te pionieren met de onkruidbestrijding in maïs. Samen kijken waar het beter of goedkoper kan. Elk seizoen is wat dat betreft weer een mooie uitdaging!'' Aan het woord zijn Walter Nijhuis – melkveehouder in Diepenheim en Chiel Berenpas – 'veehouder in het klein' en adviseur bij Agrowin BV. Al jaren spuiten ze hun maïs – samen zo'n 50 hectare – met een een eigen veldspuit. Afgelopen seizoen werkten ze onder meer met Monsoon Active. ,,Een heel mooi breed werkend middel dat het super goed heeft gedaan'', vinden ze allebei. Hermen van Eerden – eveneens teeltadviseur bij Agrowin – verwacht vooral veel van de combinatie Laudis en Monsoon Active. ,,Die mix kan de komende jaren wel eens flink opmars gaan maken onder loonwerkers.''
Walter Nijhuis (links) is maat binnen het melkveebedrijf Olthuis-Nijhuis in Diepenheim (Ov.). Chiel Berenpas (midden) en Hermen van Eerden zijn werkzaam als teeltadviseur bij Agrowin BV.
Walter Nijhuis ontvangt zijn bezoek in een grote kantoorruimte boven de stal. Het biedt een mooi zicht op de 95 melkkoeien die rustig door stal kuieren of wat zitten te herkauwen in de ligboxen. Ook Chiel Berenpas en Hermen van Eerden zijn 'veehouder genoeg' om te genieten van het uitzicht. Gedrieën nemen ze kort de laatste ontwikkelingen in de melkveehouderij door en kijken ook alvast vooruit naar het aankomende voorjaar. Voor Nijhuis en Berenpas betekent dat onder andere een nieuw maisseizoen, waarin ze de teelt met een eigen veldspuit, onderzaaimachine en schoffelmachine tot een zo goed mogelijk einde proberen te brengen .,,De maïsteelt is een beetje een uit de hand gelopen hobby van ons'', vertelt Berenpas. ,, We steken er behoorlijk wat tijd in en hopen dat er op het einde van het seizoen iets moois uitkomt. En om het een beetje spannend te houden proberen we graag wat nieuws uit, zoals een nieuw onkruidmiddel of bladmeststof. Daarmee blijf ik als adviseur ook midden in de praktijk staan.''
Nijhuis vertelt dat hij jaarlijks zo'n 18 hectare maïs verbouwt. De afgelopen twee jaar is er een grasgroenbemester ondergezaaid, al is de veehouder daar maar weinig enthousiast over. ,,Door de droogte is er telkens niet veel van terechtgekomen. Bovendien hebben we her en der wat schade aan de maïs gehad door een verkeerd afgestelde schoffel tijdens het onderzaaien. Komend seizoen proberen we het opnieuw, maar nu wel met een middenvroeg in plaats van een vroeg ras. Ik wil in de eerste plaats goede maïs telen met voldoende zetmeel. Een goed gelukte groenbemester is mooi, maar ik ga me er niet meer extra voor uitsloven.''
Van Eerden begrijpt het standpunt van Nijhuis maar al te goed. ,,Het is ook gewoon lastig om zowel de maïs als de groenbemester goed te laten slagen. Daarvoor moet je precies het juiste tijdstip kiezen voor onderzaaien en onkruidbestrijding en vervolgens ook nog een beetje geluk hebben met het weer. Het is wel gebleken dat we dat niet altijd in de hand hebben.'' De adviseur vertelt dat onderzaai het afgelopen seizoen op veel plekken aan de late kant is gebeurd. ,,Op veel percelen was de maïs al te dicht waardoor de ingezaaide groenbemester te weinig licht kreeg. Na het hakselen stonden er vaak maar een paar sprietjes gras. Dan vraag je je wel af waarvoor je het doet...'' Van Eerden ziet de animo voor onderzaai in zijn werkgebied – voornamelijk Oost-Nederland – dan ook gestaag teruglopen.
Hoewel de ervaringen tot dusver matig zijn, pakken Nijhuis en Berenpas de onderzaai-methode komend seizoen toch weer op. Belangrijk hierbij is een perceelsgerichte, maar ook veilige onkruidbestrijding. Om schoon aan de teelt te beginnen wordt eerst de groenbemester doodgespoten met glyfosaat (Roundup). Na een dag of tien – wanneer het veld geel dreigt te worden – wordt deze met een schijveneg ondergewerkt. Daarna wordt er bij voorkeur vooropkomst gespoten met een bodemherbicide, waardoor (vroege) gladvingergras zo goed mogelijk wordt weggepoetst.
Berenpas erkent dat een vooropkomstbespuiting risico's met zich mee brengt voor de later gezaaide groenbemester. ,,Het is dus zaak om dit op tijd en bij gunstig weer te uit te voeren. Omdat we zelf spuiten lukt dit ons meestal wel aardig.'' Volgens de adviseur is gladvingergras een groeiend probleem op het Oostelijke zand, mede doordat loonwerkers tot dusver terughoudend zijn geweest met bodemherbiciden bij onderzaai van groenbemesters. ,,Op zich begrijpelijk, want je wilt natuurlijk dat de groenbemester goed opkomt. Maar met een goed gelukte voorkomstbespuiting krijg je wel heel veel meer armslag om lastige onkruiden echt goed te bestrijden'', aldus Berenpas. Afgelopen seizoen is er na de (goed gelukte) bodemherbicide alleen nog een onderbladbespuiting met 0,8 l/ha Monsoon Active uitgevoerd. ,,Daarmee hebben we de maïs perfect schoon gekregen'', zo stelt Nijhuis. ,,Wat ons betreft is dit het perfecte plaatje en gaan we er komend seizoen weer mee aan de slag.''
Hoewel ook Van Eerden de goede resultaten ziet, met name tegen lastige onkruiden als gladvingergras en haagwinde, verwacht hij niet dat de combi van een vooropkomstbespuiting en een onderbladbespuiting snel opgang zal maken onder loonwerkers. Daarvoor is de tijdsdruk te groot en zijn de extra kosten (nog) onvoldoende uit de markt te halen. Toch kan het middel Monsoon Active de komende jaren wel eens een grote rol gaan spelen, maar dan in combinatie met Laudis OD. ,,Wanneer het huidige basismiddel Calaris® volgend seizoen met een zwaardere driftreductie-restricties te maken krijgt, zullen andere middelencombinatie meer in de picture komen te staan. Een van die combinaties is 2 l/ha Laudis en 0,5 l/ha Monsoon Active. Afgelopen seizoen hebben wij hier mooie resultaten van gezien op een aantal proefvelden. Wat ons betreft kan deze combi een waardige vervanger zijn van de huidige spuitmixen; hij past hier in ieder geval prima'', zo besluit Van Eerden.
Calaris® is een geregistreerd handelsmerk van Syngenta