Terug
UIEN - 'Je moet trips hoe dan ook vóór zijn'
sluiten

Akkerbouw Koerier maart 2021

Werken aan meer grip op trips

Tabakstrips is een lastige plaag in uien. Binnen Uireka werken onderzoekers en bedrijfsleven samen aan strategieën om het probleeminsect de baas te blijven. WUR-onderzoeker Hilfred Huiting: ,,We bekijken hoe je weerbaar kunt telen en gericht kunt ingrijpen op basis van de plaagdruk.''

Hilfred Huiting, entomoloog bij WUR Open Teelten

 

Na een reeks 'tripsjaren', met veel schade in uien, hebben akkerbouwers grote behoefte aan een betere aanpak van het plaaginsect. Entomoloog Hilfred Huiting is een van de onderzoekers die op zoek is naar aanknopingspunten daarvoor. Hij doet dit onder andere binnen Uireka. Dit groot opgezette ketenproject staat drie jaar lang in het teken van duurzaamheid en weerbare teeltsystemen.

Hoe kon trips zo’n groot probleem worden?

,,Ik denk dat de reeks warme jaren en de zachte winters een belangrijke rol hebben gespeeld in de uitbreiding. Daarnaast bleek de vertrouwde aanpak niet toereikend. Uientelers hebben lange tijd vrij veel pyrethroïden gebruikt en daarvan weten we dat ze ook de natuurlijke vijanden doden. Je spuit daarmee als het ware alle weerbaarheid uit je gewas. Dat is dus niet de manier. In de weerbare teelt die we voor ogen hebben, probeer je natuurlijke vijanden zo goed mogelijk te ondersteunen, terwijl je in de gaten houdt of de plaagdruk onder de schadedrempel blijft.''

In de praktijk wordt al gebruik gemaakt van plakvallen om de situatie te monitoren

,,Dat klopt en dat is ook een goede ontwikkeling. Maar er zit nog best een grote vertaalslag tussen de plakval en de situatie in het veld. Die correlatie is niet sterk. Dat komt deels omdat je volwassen exemplaren vangt, van soms meerdere soorten, terwijl de grootste schade overwegend door larven van de tabakstrips wordt gedaan.''

"Door vroeg ingrijpen kun je erger voorkomen"

Wat doen jullie binnen Uireka?

,,Onderzoekscentrum Vertify (voorheen Proeftuin Zwaagdijk, red.) zoekt naar vergroeningsmogelijkheden van het middelenpakket, op proefvelden in Wieringerwerf, Tollebeek en Colijnsplaat. Als WUR hebben we afgelopen jaar vooral teeltsystemen met elkaar vergeleken, om uit te zoeken welke factoren een rol spelen bij de ontwikkeling van de plaag. We willen begrijpen hoe de populaties van trips en natuurlijke vijanden zich opbouwen. Dat doen we door tellingen op praktijkpercelen verspreid over Nederland. Zo kijken we bijvoorbeeld naar de invloed van strokenteelten, van verschillende breedte, het verschil tussen biologische en gangbare teelten en andere teeltmaatregelen. In andere onderzoeken experimenteren we met verschillende drempelwaarden waarbij wordt ingegrepen.''

Welke inzichten heeft het eerste jaar opgeleverd?

,,Het gaat om één jaar monitoring, dus we moeten voorzichtig zijn met de resultaten. Ook was in 2020 de tripsdruk lager dan in de jaren ervoor. Maar in het algemeen lijkt vroeg ingrijpen positief uit te pakken; als je er op tijd bij bent, dan kun je de opbouw van de populatie in het begin afvlakken en kun je daarna de teugels wat laten vieren. De vraag is nu: hoe pak je dat aan? Welk middel zet je wanneer in? De werking van ‘groene middelen’ is vaak wat minder sterk, maar kan op sommige momenten wel genoeg zijn om onder de schadedrempel te blijven. Daarmee kun je misschien voorkomen dat je zwaarder geschut moet inzetten en kun je natuurlijke vijanden sparen.''

Welke schadedrempel moet je aanhouden als teler?

,,Helaas weten we dat nog niet. De tripsdruk varieert van regio tot regio en hangt ook samen met bouwplan, voorvrucht en de weersomstandigheden. In een van de proeven hebben we een drempel van 1 trips per blad aangehouden, maar dat bleek te hoog. Eigenlijk moet je spreken van een actiedrempel in plaats van een schadedrempel, omdat de tolerantie samenhangt met de werking van je maatregel. We hebben gezien dat door vroeg ingrijpen, je erger kunt voorkomen. Ook de weerbaarheid van je gewas speelt een rol. Want als een gewas goed doorgroeit, dan is de schade door trips in de regel ook minder. Vandaar dat we ook de nadruk leggen op het belang van een gezonde bodem en het voorkomen van stress. Een beregeningsronde kan soms het verschil maken.''

Welke rol spelen natuurlijke vijanden?

,,We volgen dat in een groot aantal percelen, net als de invloed van akkerranden en stroken dwars door het gewas. We weten dat bloemenranden ook negatief kunnen werken. De samenstelling van een mengsel moet passen bij de teelten en natuurlijk geen ziekten of plagen vermeerderen. Er is bijvoorbeeld veel geëxperimenteerd met facelia in uien. Het klopt dat facelia veel natuurlijke vijanden trekt, maar het is ook een waard voor tabakstrips. Is het effect dan goed of slecht? Uiteindelijk draait het om de balans en daarmee probeer je te spelen. Ook zoomen we in op meerjarige akkerranden en de effecten van strokenteelt. Er zijn namelijk aanwijzingen dat loopkevers en andere grondgebonden insecten misschien nog wel meer doen dan vliegende predatoren zoals gaasvliegen.''

In het kort: hoe ziet de toekomstige aanpak eruit?

,,Het wordt een combinatie van maatregelen waarbij het draait om ‘slim ingrijpen’. Cruciaal is zicht op de plaagdruk; ik zou graag nieuw onderzoek willen doen naar betere, misschien wel geautomatiseerde waarnemingen in het gewas. Op basis van die informatie kun je dan beter onderbouwde beslissingen nemen, op welke momenten je met welk middel ingrijpt.''

+Colofon