Terug
GRAAN - 'Aandacht gericht op een maximale graanopbrengst'
Volgende
JONG & ONDERNEMEND - ‘Focus op efficiënt werken en meer klantencontact’
sluiten

Akkerbouw Koerier Maart 2022

GRAAN - 'Resistentie tegen Ramularia in gerstrassen nog ver weg'

,,De bestrijding van Ramularia in gerst via resistentieveredeling is voorlopig nog toekomstmuziek. Zolang we geen resistentie daartegen in de genetica hebben gevonden, kunnen we deze ziekte alleen met chemie onder de duim houden.’’ Dat zegt Hindrik Jan Boven, Product Manager bij Wiersum Plantbreeding. Op verzoek van Akkerbouw Koerier vertelt hij wat de huidige actualiteiten in veredeling van gerst zijn en geeft hij aan welke mogelijkheden er zijn om via resistenties ziekten te bestrijden.

Hindrik Jan Boven is Product Manager bij Wiersum Plantbreeding. Het bedrijf – met vestigingen in Winschoten en Dronten – legt zich toe op de veredeling van granen (haver, zomer- en wintertarwe) en vezelvlas. Daarnaast test en vertegenwoordigt het meerdere graanrassen van buitenlandse kweekbedrijven in Nederland.

Om te beginnen: wat zijn eigenlijk de belangrijkste eigenschappen voor gerstrassen?

,,Voor zomergerst zijn dat stevigheid, opbrengst en resistenties – wat mij betreft ook in die volgorde. Zomergerst – en dan hebben we het in de praktijk vooral over brouwgerst – wordt hoofdzakelijk in de Veenkoloniën geteeld. In vergelijking met andere teeltregio’s in Europa wordt de brouwgerst hier behoorlijk goed bemest, voor een deel omdat telers geld toe krijgen op drijfmest. Stevigheid is daarom een belangrijk item bij de rassenkeuze; rassen met een matige stevigheid vallen voor Nederland sowieso af.



Het tweede keuzecriterium blijft opbrengst, al is deze in de praktijk vaak meer afhankelijk van de aandacht die er voor de teelt is dan van de rassenkeuze. Gerst heeft meestal geen prioriteit in het bouwplan. Dat is jammer, want telers die hun brouwgerst op tijd en op goede grond zaaien en daarnaast ook nog eens scherp zijn op de onkruid- en ziektebestrijding, halen een duidelijke meeropbrengst binnen. Dat die mogelijkheden er ook echt zijn, zien we op onze proefvelden. Als alles goed verloopt, dan kunnen we op kleigrond zelfs de 9 ton halen.’’

Welke vorderingen zijn er op het gebied van resistenties tegen ziekten gemaakt?

,,Op dat vlak is de afgelopen decennia zeker het een en ander gebeurd. Zo bezitten bijna alle zomergerstrassen op de Rassenlijst een duurzame resistentie tegen meeldauw, waardoor deze ziekte een veel kleinere rol speelt dan in het verleden. Ook voor netvlekken- en bladvlekkenziekte zijn de resistenties beter geworden. Nagenoeg alle rassen hebben daarvoor inmiddels een 7,5 of hoger.



De ziekte waar we op dit moment het meeste mee worstelen is Ramularia. Daarvoor is op dit moment nog geen resistentiegen gevonden, zoals tegen meeldauw. Er zijn alleen wat kleine rasverschillen in tolerantie, maar die maken in de praktijk niet het grote verschil. Dit betekent dat de bestrijding van Ramularia voorlopig uit de gewasbescherming zal moeten komen.’’

De 4 R-en van Ramularia: Rechthoekige vlekjes, Roodbruin van kleur, Ringvormig en Recht door het blad (dus aan beide zijden zichtbaar).

Welke rol speelt Ramularia in Nederland?

,,De laatste jaren komt de ziekte steeds vaker voor in Nederland. Hoe dat komt, weten we niet precies. Eén vermoedelijke oorzaak is het veelvuldig gebruik van de eerder genoemde resistentie tegen meeldauw – via zogenaamde MLO-genen. Rassen met deze genen zijn vatbaarder voor Ramularia. Ook weten we uit onderzoek dat het afweersysteem van gerstplanten het lastig vindt om de schimmel te herkennen. Na binnendringen in het blad groeit deze maar heel langzaam door. Pas later - na voldoende aanmaak van gifstoffen – wordt de schimmel ziekmakend en treedt er snel bladbederf op.



Verder speelt het weer uiteraard een rol. Een lange periode met hoge luchtvochtigheid en veel regen zijn ideaal voor de ontwikkeling van Ramularia. Dat hebben we onder andere in 2016 gezien. Toen waren er zware aantastingen in Noordoost-Nederland met grote opbrengstderving tot gevolg.



Binnen Europa is Ramularia ondertussen een van de belangrijkste ziekten geworden. Zo hebben enkele Zuid-Duitse deelstaten in 2021 uit nood een tijdelijke vrijstelling gegeven om Ramularia te kunnen bestrijden met middelen die niet - of niet meer - zijn toegelaten in de teelt van gerst. Dat geeft wel aan hoe schadelijk deze ziekte kan zijn.’’

Een andere dreiging is het gerstevergelingsvirus. In hoeverre is daar hulp vanuit resistentieveredeling?

,,Allereerst voor de duidelijkheid: het gerstevergelingsvirus speelt vooral een rol in wintergerst – voor zomergerst is het seizoen te kort om grote schade te kunnen veroorzaken. Daarnaast is dit virus vooral een probleem van onder de grote rivieren. Daar heeft het de afgelopen jaren regelmatig tot schade geleid, vooral na een warme herfst maar ook omdat het zaaitijdstip voor wintergerst de afgelopen jaren steeds iets meer naar voren is gehaald. Hierdoor hebben virus-overbrengende luizen niet alleen alle kans om het virus te verspreiden, maar kan het gewas ook te ver ontwikkeld de winter in gaan. Niet te vroeg zaaien – liever in oktober dan in september - kan dus helpen om infecties te voorkomen. Verder speelt ook de opkomst van niet-kerende grondbewerking mogelijk een rol. Infectie-materiaal blijft daardoor meer aan de oppervlakte liggen, met een grotere kans op besmettingen.



Rassen met tolerantie tegen het gerstevergelingsvirus zijn al een aantal jaren op de markt. De meeste komen voort uit Franse kweeklijnen, met name omdat het virus daar van oudsher een veel grotere rol speelt dan in Noordelijkere teeltgebieden. In Nederland zijn we met onze rassen en kweeklijnen vooral op Duitsland gericht, omdat de opbrengstpotentie daarvan net iets stabieler en hoger is. Niettemin wordt ook daar hard gewerkt om tolerantie tegen gerstevergelingsvirus in de rassen de krijgen. Ik verwacht daarom dat over een jaar of tien alle wintergerstrassen een behoorlijke mate van tolerantie bezitten.’’

Tot slot: in hoeverre kunnen rassenresistenties de rol van gewasbescherming overnemen?

,,Zoals eerder gezegd: tegen Ramularia blijven we de chemie voorlopig heel hard nodig hebben. En bij de meeste andere gerstziekten zal een combinatie van rasresistenties en gewasbeschermingsmiddelen voorlopig de meest effectieve en duurzame oplossing zijn.

Wat verder speelt is dat de factor opbrengst nog steeds een heel zware stempel drukt op de rassenkeuze. En dat vertraagt de doorbraak van rassen met nog betere resistenties. Zo hebben we op dit moment een aantal supergezonde rassen die zelfs in jaren met een hoge ziektedruk heel mooi groen blijven. Ze kunnen qua opbrengst echter net niet mee met de toppers, waardoor ze op de Rassenlijst feitelijk geen kans maken.



Niettemin sorteren we als kweekbedrijf al wel een beetje voor op dit soort robuuste rassen, omdat de inzet van gewasbeschermingsmiddelen – linksom of rechtsom - steeds meer aan banden wordt gelegd. Robuuste rassen met goede resistenties zullen dus hoe dan ook zwaarder gaan wegen in de toekomst.’’

+Colofon