De problemen met duist beperken zich niet alleen tot de Nederlandse kleigronden. Ook de graanrijke polders langs de Belgische kust hebben er volop mee te maken. Akkerbouw Koerier ging op bezoek bij loonspuiter Kevin Warlop uit Middelkerke (België). Hij grijpt alle methoden en middelen aan om dit onkruid de kop in te drukken. 

,,De belangrijkste onkruiden in dit gebied? Dat zijn duist, duist en duist.’’ Kevin Warlop maakt in één zin duidelijk welke impact dit onkruid heeft in zijn werkgebied. Als loonspuiter in de graanrijke polders tussen Oostende en Nieuwpoort heeft hij vele honderden hectares tarwe en gerst onder zijn hoede. ,,Er zijn hier veel gemengde bedrijven die hun focus vooral op de veehouderij hebben gericht. De gewasbescherming geven ze veelal uit handen aan gespecialiseerde loonspuiters, zoals ik. Dat is enerzijds een mooie uitdaging, maar het brengt anderzijds ook een grote verantwoordelijkheid met zich mee’’, zo vat de jonge ondernemer zijn werk samen.

Voor het gesprek van vandaag zijn ook Andreas Vandersmissen van Bayer en Ronny Haghedooren aangeschoven. Haghedooren is oud-eigenaar van het loonspuitbedrijf en heeft zijn bedrijf in 2020 overgedragen aan Warlop. ,,Zo af en toe spring ik nog bij op de spuit. Daarnaast maak ik de rekeningen, zodat er in ieder geval wat geld binnenkomt’’, zegt hij met een brede lach. Warlop benadrukt dat hij de kennis en ervaring van zowel Haghedooren als Vandersmissen erg waardeert. ,,Beiden zijn een vraagbaak waar ik maar al te graag gebruik van maak.’’

Om de duistproblematiek te duiden, vertelt Warlop wat meer over het uitgestrekte poldergebied met zware kleigrond. ,,Veel bedrijven telen hier graan op graan met eens in drie of vier jaar een keer bieten of snijmaïs. Dat duist daardoor een stevig probleem is geworden, is dus niet zo vreemd. Sommige percelen zijn zo vergeven van de duist dat het na het tarwe zaaien net lijkt of er raaigras gezaaid is. Het onkruid staat er dan zo dik op als haren op een hond.’’

Een ruimere vruchtwisseling zou volgens de loonspuiter helpen om de problemen te verminderen, maar de mogelijkheden daarvoor zijn niet erg groot. ,,De grond is hier dermate zwaar dat rooivruchten als aardappelen hier eigenlijk geen optie is. Wat meer vlas of erwten zou eventueel kunnen, maar niet iedere boer is daarvan gecharmeerd. Graan is gewoon een relatief makkelijke en zekere teelt; daar stappen boeren hier niet zomaar vanaf.’’

Lees verder in het volgende artikel: ‘Vroeg tarwe zaaien = vroeg duist’