Warlop beschikt over twee zelfrijdende Delvano veldspuiten met een werkbreedte van 33 meter.
Nog een ‘handicap’ is dat het tarwe zaaien op de zware en natte klei op tijd moet gebeuren – liefst in de eerste helft van oktober – omdat de kansen daarvoor vanaf half oktober vlot kleiner worden, zo weet Warlop. Gevolg van die vroege zaai is wel dat ook duist alle kans krijgt om zich te ontwikkelen. ,,Een vals zaaibed maken en na een week of twee à drie afbranden met Roundup is eigenlijk een absolute must’’, vindt hij, ,,Maar afgelopen herfst is dat vanwege het natte weer op veel percelen niet mogelijk geweest. Deze eerste slag tegen duist hebben veel boeren daardoor al gemist.’’
De najaarsonkruidbestrijding met Liberator (de Belgische naamvoering voor het middel Herold, red.) is volgens Warlop de belangrijkste troef om duist in bedwang te houden. In ‘normale’ jaren gebeurt dat op vrijwel alle graanpercelen, direct na het zaaien. Maar ook dat is vanwege het extreem natte weer lang niet overal gebeurd… ,,We zullen zien wat dit voor een gevolgen heeft voor de onkruidbezetting. Hoe dan ook zal er een behoorlijke druk komen te staan op het slagen van de voorjaarsonkruidbestrijding.’’
Ook Vandersmissen benadrukt dat de najaarstoepassing van Liberator veruit de belangrijkste basis is voor de beheersing van (resistente) duist. ,,Met name de flufenacet-component in het middel is essentieel om duist, maar ook andere grassen de baas te blijven.’’ Volgens de Bayer-adviseur wordt op percelen met een zware duistdruk ook steeds vaker voor een tweede najaarsbespuiting gekozen – mits de weersomstandigheden dit toelaten. Het beste tijdstip daarvoor ligt rond het 1- à 2-bladstadium. Deze bespuiting is volgens hem ook goed te combineren met een pyrethroïde-luisbestrijding (zoals bijvoorbeeld Decis). ,,Afgelopen seizoen hebben veel telers in dit gebied serieuze schade van het gerstevergelingsvirus gehad. Niet alleen in gerst, maar ook in tarwe. Vooral tarwepercelen naast korrelmaïs zaten vaak zwaar onder de luizen, waardoor her en der wel 50 procent van de opbrengst verloren is gegaan. Bij de meeste telers is de noodzaak van een vroege luisbestrijding daardoor wel doorgedrongen’’, zo stelt hij.
Kevin Warlop heeft een loonspuitbedrijf in Middelkerke (België). Hij werkt voornamelijk in de kustpolders tussen Oostende tot Nieuwpoort, een gebied met zware klei waar veel maaigewassen worden geteeld. Hoofdgewassen voor Warlop zijn granen (ca. 60%) en suikerbieten (20%). Daarnaast voert hij werkzaamheden uit in maïs, aardappelen, vlas en erwten.
Nu de najaarsbestrijding van duist flink in de verdrukking is gekomen, zal de nadruk sterk op een geslaagde voorjaarsonkruidbestrijding komen te staan. En dat kan volgens de drie mannen wel eens een flinke uitdaging worden.
Warlop tipt allereerst aan dat alle duist in het gebied wel enige resistentie tegen de groep van sulfuron-urea-houdende middelen vertoont, waardoor de werking van de voorjaarsherbiciden steeds minder wordt. ,,De noodzaak om op tijd en onder gunstige omstandigheden te spuiten is daardoor extra groot geworden’’, zo stelt hij.
Vandersmissen geeft aan dat duist in het voorjaar het beste tussen het begin en het midden van de uitstoeling aangepakt kan worden met Sigma (de Belgische naamvoering voor Atlantis Star, red.). ,,In dat vroege stadium is duist het meest gevoelig voor het middel en is de effectiviteit dus het grootst. Voorwaarde is wel dat de buitentemperatuur minimaal 5 C° is, maar zit die daarboven, dan moet je eigenlijk meteen gaan rijden – als de omstandigheden dat tenminste toelaten. Dus: liever in februari dan in maart spuiten.’’
Warlop is het helemaal eens met deze strategie, maar merkt dat telers soms wat terughoudend zijn om de veldspuit al zo vroeg op hun land toe te laten. Bovendien willen de meeste eerst de stikstof toegediend hebben, voordat de onkruidbestrijding aan de orde komt. Volgens Vandersmissen zouden graantelers er goed aan doen om deze ‘traditionele volgorde’ los te laten. ,,Natuurlijk is op tijd stikstof geven belangrijk om het gewas op gang te krijgen. Maar het luistert lang niet zo nauw als de voorjaarsonkruidbestrijding. Sterker nog: door eerder te bemesten dan te spuiten wordt de duist juist extra gevoed.’’Kevin Warlop in overleg met Andreas Vandersmissen van Bayer. ,,Andreas is een vraagbaak waar ik maar al te graag gebruik van maak’’, aldus Warlop.
Warlop is in ieder geval klaar voor het voorjaar, zo laat hij tijdens een korte ronde door de loods zien. Alle machines – waaronder een van de twee Delvano-zelfrijders – staan netjes schoon en in het gelid klaar om straks weer uit de startblokken te komen. ,,Klanten mogen van een gewasbeschermingsspecialist toch verwachten dat hij met net en modern materiaal aan komt rijden. En dat hij de kennis in huis heeft om de juiste middelen op het juiste tijdstip met de juiste techniek toe te dienen. Om dat optimaal voor elkaar te hebben, dat zie ik elk seizoen weer als een hele mooie uitdaging’’, zo besluit hij.