Terug
‘Met deze veldspuit kunnen we jaren vooruit’
Volgende
Quotes
sluiten

Akkerbouw Koerier maart 2024

‘Zoveel mogelijk marge uit een hectare halen’

In de rubriek Jong & Ondernemend laten we jonge ondernemers in de land- en tuinbouw aan het woord. Hoe runnen zij hun bedrijf? Welke kansen en bedreigingen zien ze binnen hun vakgebied? En vooral: hoe zien zij de toekomst tegemoet? In deze aflevering: Han Kammer (35) uit Annen (Dr.).

Han Kammer (35) heeft samen met zijn vader Roelof een akkerbouwbedrijf in Annen (Dr.). Op ca. 170 hectare zand- en dalgrond worden – in samenwerking met een oom - zetmeel/vlokkenaardappelen (ca. 85 ha), consumptie-aardappelen (24 ha), pootaardappelen (8 ha, TBM en ATR), suikerbieten (26 ha) en graan (ca.25 ha) verbouwd.

,,Ik focus liever op een maximale marge per hectare, dan nóg meer hectares te gaan bewerken’’, zegt Han Kammer uit Annen (Dr.). Na 11 jaar als (parttime) akkerbouwadviseur bij Delphy te hebben gewerkt, is hij sinds vorig jaar fulltime akkerbouwer op het ouderlijk bedrijf. ,,Door mijn werk als adviseur weet ik hoe belangrijk het rekenwerk op het bedrijf is. Als je financieel en economisch goed op de hoogte bent, kun je vaak betere keuzes maken.’’

Wanneer wist je dat je in het ouderlijk bedrijf wilde stappen?

,,Dat wist ik al van jongs af aan. Ik kon amper lopen of ik zat al bij mijn vader op de trekker. En ook op school heb ik eigenlijk nooit getwijfeld over mijn toekomst als boer. Het voelt daarom ook niet echt als een keuze; het was min of meer vanzelfsprekend dat ik akkerbouwer zou worden. Dat ik na de HAS in Dronten eerst nog 11 jaar bij Delphy als akkerbouwadviseur heb gewerkt, is een goede keuze geweest. Je ziet hoe ideeën en werkzaamheden soms heel verschillend worden opgepakt. Daar heb ik zeker iets van geleerd – en soms ook meegenomen naar het eigen bedrijf. En wat ik ook gezien heb: als je ergens aan begint, moet je tijd en ruimte hebben om het goed doen. Of anders gezegd: het gaat niet om meer, maar om beter.’’

Wat is er veranderd sinds je in het bedrijf zit?

,,De grootste verandering is dat we sinds twee jaar naast zetmeel- en vlokkenaardappelen ook consumptie-aardappelen telen, te weten Fontane en Hansa. Daarmee focussen we ons – inclusief TBM- en ATR-pootgoed - behoorlijk sterk op de aardappelteelt. Van de 170 hectare die we bewerken is nu zo’n 120 hectare bestemd voor aardappelen. Daarvoor draait naast onze eigen grond, ook de grond van een oom en die van een ex-veehouder mee in het bouwplan. Drie jaar geleden hebben we ook een jaartje uien verbouwd, maar daar zijn we weer mee gestopt. Niet omdat het slecht ging, maar meer omdat ik merkte dat we ons beter kunnen focussen op de aardappelen, zodat we daar het maximale uit kunnen halen. Wil je goed en rendabel uien telen, dan moet je ze eigenlijk ook zelf kunnen zaaien, oogsten en bewaren. Dat vraagt niet alleen om investeringen, maar ook om voldoende tijd en aandacht. Voorlopig besteden we dat liever aan de aardappelen, maar ik sluit zeker niet uit dat we de uienteelt op termijn weer op gaan pakken…

Op het gebied van techniek hebben we onder andere geïnvesteerd in nieuwe EC-ventilatoren, een computergestuurde bewaarregeling en een nieuwe bietenzaaimachine voor achter de spitmachine. Verder krijgen we binnenkort een trekker die deels op waterstof loopt. Hiervoor hebben we subsidie gekregen via het Economisch Herstelfonds, waarvoor we zijn uitgeloot. Hoewel de trekker nu nog steeds duurder is dan een gangbare dieseluitvoering, vind ik het toch mooi om iets op het vlak van duurzaamheid te kunnen doen. Bovendien zie ik het ook wel als een uitdaging om met zo’n trekker aan de slag te gaan.’’

'Ik streef liever naar béter dan naar meer’

Waar wil je de komende jaren naar toe met het bedrijf?

,,De komende jaren wil ik vooral verder finetunen. Met name op gebied van bodembeheer en aaltjesbeheersing valt er altijd wel iets te winnen. Denk maar aan de vrijlevende aaltjes die steeds verder oprukken; het zal de komende jaren een flinke uitdaging worden om die onder controle te houden.

Ook wil ik meer gaan doen met taakkaarten. Een aantal machines is daar al op voorbereid, maar tot nu toe is het er niet van gekomen om het daadwerkelijk te gebruiken. Omdat we hier veel verschillende grondslagen hebben en de percelen ook nog eens behoorlijk bont zijn, denk ik dat taakkaarten zeker iets toe kunnen voegen aan het rendement. Het is dus gewoon een kwestie van beginnen.

Verder kijk ik altijd naar mogelijkheden voor areaaluitbreiding, maar dat is geen prioriteit. Zoals eerder gezegd streef ik liever naar béter dan naar meer.’’

Wat zie je als grootste uitdagingen - of knelpunten – voor de komende jaren?

,,Dan noem ik als eerste de enorme regeldruk. Hoewel ik daar als adviseur bij Delphy volop mee te maken heb gehad, is het alles behalve een liefhebberij geworden. Persoonlijk red ik me nog wel met al die regelingen, formulieren en loketten. Maar ik heb genoeg collega-akkerbouwers gezien die hier heel erg mee worstelen. Vooral het feit dat we steeds afhankelijker worden van allerlei regels, zowel juridisch als financieel, vind ik echt zorgelijk.

Een actueel knelpunt is de toenemende agressiviteit van Phytophthora. Afgelopen jaar hebben we de ziekte ternauwernood onder controle kunnen houden. Maar blijft dat lukken nu meerdere middelen niet of verminderd werkzaam zijn geworden tegen de meest agressieve stam? Sowieso verdwijnen de komende jaren heel veel chemische middelen van het toneel. Ik hou mijn hart vast voor de gevolgen daarvan.’’

Hoe zie je de toekomst tegemoet? Ben je over tien jaar nog akkerbouwer?

,,Over tien jaar ben ik zeker nog akkerbouwer, maar misschien niet op dezelfde manier als nu. Ik zie dat steeds meer grond wordt opgeslokt door natuur, vooral in het Drentse Aa-gebied waar we ook grond hebben liggen. De kans is reëel dat we een deel van die grond kwijtraken en dat we ook steeds meer moeten boeren mét of naast natuur. Wat dat gaat brengen weet ik niet, maar ik hoop wel dat ik mijn vakmanschap als akkerbouwer kan blijven behouden.

Verder vraag ik me af of we over tien, vijftien jaar nog op dezelfde locatie boeren. We zitten met ons bedrijf dicht tegen de bebouwde kom van Annen aan; de vraag is of die situatie op de langere termijn houdbaar is. Hoewel ik graag op deze plek blijf boeren, sta ik wel open voor eventuele bedrijfsverplaatsing. Maar goed, voorlopig lijkt het nog niet aan de orde…’’

Wat vind je het mooiste werk?

,,Dan denk ik als eerste aan combinen! Voor mij luidt dat werk het oogstseizoen in en daar krijg ik goede zin van. Bovendien is het meestal mooi weer en schiet dat werk ook nog eens lekker op.’’

Tot slot: welk advies zou je startende collega’s mee willen geven?

,,Dan zou ik zeggen: blijf dicht bij jezelf. Doe vooral wat je zelf goed kunt en wat je zelf graag wilt. Daarmee kom je het verst. En ook belangrijk: zoek naar mensen die je verder kunnen helpen bij zaken die je niet goed kunt of je minder goed liggen. Ook die zul je nodig hebben, want akkerbouwer zijn is tegenwoordig veel meer dan gewassen telen.’’

+Colofon