Phytophthora en zwarte vlekken zullen ook de komende jaren hét grote thema blijven in de peenteelt, zo verwacht Hendrik Eerkens. Na 32 jaar te hebben gewerkt als peenspecialist voor Agrifirm is 2024 zijn laatste teeltseizoen. Met Akkerbouw Koerier blikt hij terug op de ontwikkelingen van de afgelopen drie decennia en schetst hij de uitdagingen voor de toekomst. ,,Het zal een opgave worden om het huidige areaal in Nederland vast te houden.’’
Hendrik Eerkens is teeltspecialist peen bij Agrifirm.
Nog iets meer dan een half jaar en dat zit het werk erop voor Hendrik Eerkens. Maar liefst 32 jaar was hij teeltspecialist peen bij Agrifirm. In die periode is er veel veranderd; in de teelt en misschien nog wel meer in de handel, vindt hij. ,,Grootste verschil is misschien wel dat de contacten zakelijker en vaak ook minder hecht zijn geworden. Jonge akkerbouwers switchen veel makkelijker van partij. Langdurige relaties zijn er nog wel, maar die zijn niet meer vanzelfsprekend. Op zich is dat niet zo gek, want teelt- en prijsinformatie is tegenwoordig alom te verkrijgen en telers anticiperen daar steeds sneller op. Als adviseur of specialist zul je scherp en flexibel moeten zijn en echt iets extra’s moeten bieden om een aantrekkelijke partner te blijven.’’
Behalve de zakelijke verhoudingen, heeft Eerkens ook de teeltgebieden voor peen langzaam zien veranderen. Eerst was er een verschuiving van de Wieringermeer naar de Noordoostpolder - en later van de NOP naar Oost- en Zuid-Flevoland. Ook kwamen er teeltgebieden bij, waaronder het Fries-Groningse kustgebied, West-Brabant en Zeeuw-Vlaanderen. Het totale areaal peen is in die 30 jaar met wat ups en downs gestegen van 7000 hectare naar een kleine 10.000 hectare.
Eerkens verwacht dat het de komende jaren ‘een flinke opgave’ zal zijn om dit areaal vast te houden – met name vanwege de steeds moeilijker wordende export en de toegenomen kwaliteitsrisico’s. ,,Een belangrijke afnemer als Duitsland is steeds meer zelfvoorzienend geworden en Denemarken en enkele andere landen in het Oosten van Europa breiden steeds verder uit. Bovendien weten ze daar ook een prima kwaliteit peen in de markt te zetten. Onze rol als gatenvuller voor landen waar de oogst is tegengevallen wordt daardoor steeds kleiner. Zelfs vanuit Egypte komt tegenwoordig prima peen; ofwel: de concurrentie wordt steeds groter.’’Nog een groot verschil met dertig jaar geleden is dat er nu vaker kwaliteitsproblemen zijn in de bewaring. Deze worden met name veroorzaakt door de schimmels Phytophthora (zwarte ringen) en Mycocentrospora en Rhexocercosporidium (zwarte vlekken). Hoewel het volgens Eerkens lastig is om een precieze oorzaak voor de infecties aan te wijzen, spelen de teeltgeschiedenis en (extremere) weersinvloeden bijna altijd een rol. ,,In de oudere teeltgebieden zijn er steeds meer bedrijven waar de peenteelt drie à vier keer rond is geweest in het bouwplan. Daar is het lastig om nog voldoende kwaliteit te halen. Verder zien we dat als het in de aanloop naar de oogst nat is, er vrijwel altijd problemen met Phytophthora optreden in de bewaring. Dat soort weer – met langdurige regen of grote hoeveelheden water in één keer – krijgen we steeds vaker, met als dieptepunt het afgelopen najaar.’’
De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar genoemde schimmels, maar echte oplossingen om ze te voorkomen zijn daar nog niet uit gerold, zo erkent Eerkens. ,,We hebben diverse grond- en gewasbespuitingen onderzocht en verschillende bemestingsregimes getest. Daarmee is de bewaarbaarheid vaak wel te verbeteren, maar het zijn geen maatregelen waarmee je de schimmels kunt voorkomen.’’ Mogelijk is de rassenkeuze een deel van de oplossing, want in de praktijk zijn er zeker verschillen in gevoeligheid tussen rassen, zo weet de teeltspecialist. Ook zou hij graag onderzoek zien naar de (mogelijke) effecten van verschillende groenbemesters op zwarte vlekken en zwarte ringen, ,,want daar weten we nu ook maar heel weinig van.’’
Een andere grote uitdaging in peen is de beheersing van aaltjes. Dat geldt vooral voor de teeltgebieden in het noorden (Friesland/Groningen), het zuidwesten (Zeeland/West-Brabant) en het zuiden (Limburg/Brabant), waar aaltjesdruk veelal hoger is dan in de Flevopolders. Veruit de belangrijkste belager van peen is het vrijlevende aaltje (P. penetrans), maar ook Trichodus-aaltjes en wortelknobbelaaltjes (M. chitwoodi & hapla) kunnen met name op de zandgronden in Zuidoost- en Noordoost-Nederland voor flinke schade zorgen, zo weet Eerkens. Hij ziet dat telers de problematiek steeds serieuzer nemen, maar vindt desondanks dat er nog meer ‘geprikt’ moet worden om aaltjes op te sporen. ,,Voor een structurele bestrijding van aaltjes móet je weten welke aaltjes je hebt en waar ze zitten. Is het niet voor peen, dan wel voor de andere gewassen in het bouwplan. Kennis over aaltjes bepaalt in steeds grotere mate het succes van de teelt’’, zo durft hij wel te stellen.
In dit kader heeft de teeltspecialist ook de nodige zorg over het wegvallen van Vydate. ,,Voor heel veel telers is dit jarenlang dé verzekeringspremie tegen opkomst- en groeiproblemen geweest. Zonder Vydate kon je vrijwel zeker rekenen op schade, vaak in de vorm van buitenbeentjes (vergroeiingen, red.).’’Nu Vydate niet meer is toegelaten, zijn er nog twee alternatieven beschikbaar: NEMGuard® en Verango. Volgens Eerkens is de effectiviteit van beide middelen vergelijkbaar – al is er voor NEMGuard als granulaat wel voldoende vocht nodig voor een goede werking. Voor Verango geldt echter dat het een vloeibaar middel is en dat veel telers (of loonwerkers) daarvoor eerst een aanpassing op hun zaaimachine moeten doorvoeren. Dit hoeft trouwens geen probleem te zijn: een groep Groninger telers past al drie jaar het vloeibare, biologische middel Serenade toe tijdens het zaaien. Zij hebben een pijpje net achter het aandrukwiel geplaatst, waardoor het zaad niet kan plakken of aankoeken. ,,En dat werkt al jaren prima.’’
Eerkens is sowieso wel een ‘supporter’ van het gebruik van Serenade. ,,Van de bacteriestam in Serenade weten we dat het koloniseert op tal van schadelijke schimmels, waaronder ook Mycocentrospora en Rhexocercosporidium, de veroorzakers van zwarte vlekken. We hebben er de afgelopen jaren veel proeven mee gedaan en telkens bleek dat bij toepassing van Serenade de peen gezonder uit de bewaring kwam.’’ Eerkens benadrukt dat Serenade vooral tegen zwarte vlekken werkt en niet zozeer tegen Phytophthora. Toch is dat volgens hem reden genoeg reden om het middel toe te passen tijdens het zaaien – zéker wanneer er in het verleden bewaarproblemen zijn geweest.
Voor de komende jaren ziet de teeltspecialist daarom wel perspectief voor een combinatie van Verango en Serenade. ,,Feitelijk bouw je daarmee een dubbele verzekeringspremie in: eentje tegen aaltjes én eentje tegen zwarte vlekken. Als je weet welke schade deze twee aan kunnen richten, dan lijkt mij de keuze voor deze combinatie absoluut het overwegen waard’’, zo besluit hij.
NEMGuard® is een geregistreerd handelsmerk van Certis Belchim.
Zwarte vlekken in peen