,,De bollensector is Holland's trots; dat moeten we met z'n allen veel meer uitdragen''

Hester Maij is sinds mei dit jaar voorzitter van de KAVB. De eerste 100 dagen waren volgens haar ‘behoorlijk hectisch’ met onder meer protesten en rechtszaken tegen de lelieteelt. Maar daardoor laat ze zich allerminst afschrikken. ,,Dit is een prachtige sector met producten waar we trots op mogen zijn’’, zegt ze. Bloembollen Koerier sprak met haar.

Hester Maij, voorzitter KAVB

Bij uw aantreden in mei noemde u de bloembollenteelt 'de mooiste sector die er bestaat’. Staat u daar nog steeds achter na een zomer met meerdere protesten en rechtszaken tegen de lelieteelt?

,,Jazeker! Er zit zoveel ondernemerschap en innovatiekracht in deze sector en we hebben een prachtig product in handen. Ik noem het daarom graag Hollands Trots. Die trots mogen we met z’n allen best wat meer uitdragen. Laat zien wat je doet en wees daar vooral enthousiast en positief over!’’

Niet iedereen is enthousiast over de bollenteelt, zo is de afgelopen zomer gebleken…

,,Een kleine, tamelijk ‘vocale’ groep mensen ziet de lelieteelt inderdaad niet zo zitten. Deze groep krijgt veel aandacht in de media, maar ze vertegenwoordigen maar een heel klein deel van onze bevolking. De grote meerderheid van de Nederlanders heeft een positief beeld van onze sector. Het is goed om deze verhoudingen nog maar eens te benadrukken.

Dit wil trouwens niet zeggen dat we mogelijke zorgen over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen niet serieus nemen. Zorgen kun je wegnemen door mensen eerlijk en oprecht te informeren. Daar moeten we met z’n allen veel meer aandacht aan besteden. Dat begint door duidelijk te maken dat we alleen middelen toepassen die door onafhankelijke instanties zijn beoordeeld en wettelijk zijn toegestaan. Of anders gezegd: er zit een zeer gedegen, onafhankelijk fundament onder de toelating van elk middel waarbij de veiligheid voor de mens en risico’s voor het milieu van alle kanten zijn bekeken en beoordeeld.’’

Actiegroepen lijken daar geen boodschap aan te hebben. Hoe gaan jullie als KAVB daarmee om? Gaat u ook met hen in gesprek?

,,Ja, ik wil met iedereen in gesprek, ook als het moeilijk wordt. In al mijn vorige functies heb ik gezien dat het werkt. Contact houden is belangrijk, ook wanneer je het niet met elkaar eens bent. Voorwaarde is wel dat het gesprekken op basis van inhoud en feiten zijn. Met ongefundeerde beschuldigingen en loze kreten kan ik niks.’’

‘WE MOETEN VEEL MEER AAN POSITIEVE COMMUNICATIE GAAN DOEN’

Willen zij eigenlijk wel met u in gesprek?

,,Ik heb vooralsnog geen contact gehad met actiegroepen, maar dat gaat wat mij betreft wel gebeuren. Ik heb nog nooit meegemaakt dat actiegroepen helemaal geen gesprek willen.’’

Aan rechtszaken tegen middelgebruik in de lelieteelt lijkt vooralsnog geen einde te komen. Welke rol heeft de KAVB hierin?

,,We proberen als KAVB maximaal steun te verlenen aan onze leden. Daarvoor hebben we onder meer een team van experts geformeerd, die de teler en zijn advocaat bij kunnen staan met specifieke kennis over gewasbescherming binnen de bollensector. Omdat er inmiddels drie zaken zijn voorgekomen, proberen we alle beschikbare informatie te bundelen en te delen, zodat we bij eventuele volgende zaken nog beter voorbereid zijn.

Verder zijn we samen met LTO bezig met de voorbereidingen voor een mogelijke bodemprocedure rondom het voorzorgsbeginsel. Dit principe - ‘bij twijfel, niet doen’ - wordt vaak aangehaald door de tegenpartij. Nu wordt telkens de eindgebruiker, ofwel de teler, hierop aangesproken. In onze ogen zou dat de overheid, dan wel het CTGB moeten zijn. Zij zijn immers degene die beslissen over de toelating van middelen.’’

Hester Maij: ,,Een grote meerderheid van de Nederlanders heeft een positief beeld van onze sector. Laten we daar we met z’n allen eens wat trotser op zijn.’’

De KAVB wil dat het middelengebruik in lelies binnen vijf jaar gelijk is aan dat van de akkerbouwgewassen. Wat betekent dat concreet voor telers?

,,Ik zit nog niet genoeg in de technische materie om dat goed te kunnen duiden, maar onze telers binnen de productgroep Lelie hebben samen met ons deze ambitie geformuleerd en daar plannen voor gemaakt die we de komende maanden gaan uitrollen. Feit is dat we een stevige opgave hebben om de sector te verduurzamen en ik zie dat heel veel partijen binnen de sector daar hard aan werken.’’

Er lopen diverse projecten om de bollenteelt te verduurzamen, zoals Duurzame bollenteelt Drenthe, fieldlabs, ROL en regiocertificering Bollenstreek. In hoeverre worden de resultaten daarvan opgepakt door de praktijk?

,,Dat heb ik eerlijk gezegd niet precies in beeld. Juíst daarom heb ik onlangs voorgesteld om een digitaal platform te maken waar alle informatie hieromtrent samenkomt. Op die manier kan ieder bollenkweker kennisnemen van nieuwe projecten, technische innovaties en de resultaten die daarbij zijn behaald.

Ook voorkom je zo versnippering van initiatieven waarvan de resultaten vaak in kleinere kring blijven hangen. Ik geloof in het zo breed mogelijk delen van informatie. Met zo’n platform kan elke ondernemer zich breed oriënteren op de mogelijkheden voor verduurzaming en kan hij daar zelf uithalen welke techniek, methode of werkwijze het beste bij zijn bedrijf past. Dus: geen dwingende maatregelen, maar keuzevrijheid.’’

Hoe maak je die verduurzaming beter zichtbaar en ook duidelijk voor de buitenwacht?

,,Door er veel meer over te communiceren dan we nu doen. Laat als teler zien wat je doet op dit vlak, bijvoorbeeld door informatieborden in het veld te plaatsen of via een open dag op je bedrijf. Of zoals de Bollenjongens doen op YouTube. Vaak komt daar vanzelf een extra positieve spin-off onder vandaan, bijvoorbeeld in kranten of andere media.

Zichtbaar zijn en met een open vizier mensen tegemoet treden heeft altijd zin, zo weet ik uit mijn vorige functies. Dus: wees trots op je bedrijf en draag dit ook ten volle uit. Dat werkt altijd.’’

En de KAVB; wat mogen telers daarvan verwachten op dit vlak?

,,Ook wij moeten veel meer aan positieve communicatie gaan doen. Het is toch bizar dat een aantal kleine, activistische groepen zoveel invloed hebben op het beeld van onze mooie sector? We moeten ons daardoor niet in de hoek laten drukken en veel meer onze eigen agenda

bepalen. Nogmaals: het overgrote deel van de Nederlanders heeft een positief beeld van onze sector. Laten we daar met z’n allen trots op zijn.’’