Volgende
Kruisbestuiving in gewasbeschermingsonderzoek
sluiten

Bloembollen Koerier sept 2019

Er wordt hier bijna geen stengelaal meer gevonden

,,In het Noordelijk zandgebied hebben we tulpenstengelaaltjes de laatste jaren goed onder controle gekregen. Er wordt hier bijna geen stengelaal meer gevonden'', zegt Jan Willem van der Meer van GMN.

,,In het Noordelijk zandgebied hebben we tulpenstengelaaltjes de laatste jaren goed onder controle gekregen. Er wordt hier bijna geen stengelaal meer gevonden'', zegt Jan Willem van der Meer van GMN. Volgens hem kunnen tulpenstengelaaltjes in de grond goed onder duim worden gehouden met inundatie. En via boldompeling met het nieuwe middel Velum Prime kunnen nu ook eventuele bolinfecties uitstekend worden bestreden. Dat Velum Prime zo goed werkt tegen tulpenstengelaaltjes was voor Van der Meer overigens geen verrassing. Hij vertelt: ,,Een jaar of zes geleden hadden we in het buitenland al gezien dat de werk-zame stof fluopyram zeer effectief is op
aaltjes. We zijn de stof toen - met ontheffing - gaan testen op ons onderzoeksbedrijf Innoventis, eerst op tulp en later ook op narcis en hyacint. In die proefjaren werd de goede werking op onder meer stengelaaltjes eigenlijk alleen maar verder bevestigd. Uit analyses die we destijds door PPO hebben laten uitvoeren, kwam telkens naar voren dat álle aaltjes gedood waren na boldompeling. Dat was toch wel een opmerkelijk succes'', zo blikt hij terug. Wat hem de afgelopen 'testjaren' ook opviel, was dat met Velum Prime behandelde tulpenbollen er in het voorjaar doorgaans wat beter opstonden de dan niet-behandelde partijen. ,,Ik heb er geen wetenschappelijk bewijs voor, maar ik zie dat de behandelde bollen vaak betere wortels hebben en dus ook een betere stand in het voorjaar. Het lijkt er dus op dat Velum Prime de bollen ook nog een extra groeistimulans geeft.''

Tulpen en hyacinten

Afgelopen najaar kwam Velum Prime na een versnelde toelating beschikbaar voor de bollenteelt. Volgens methode zich inmiddels ruimschoots bewezen als effectieve stengelaaltjesdoder. Een nieuwe optie is het middel Velum Prime, dat sinds vorig jaar in het dompelbad kan worden meegegeven tegen stengelaaltjes. Hoewel het middel zich nog in de praktijk moet bewijzen, zijn de eerste resultaten veelbelovend. Hopelijk kan het de komende jaren bijdragen aan het verder terugdringen van stengelaaltjes''
Volgens Van der Meer hebben hebben veel tulpentelers in zijn werkgebied het middel toen ook meteen ingezet, veelal op proefschaal. Door de goede resultaten verwacht hij voor dit dompelseizoen een toename in gebruik. ,,Vooral bij aangekochte partijen en partijen waarvan niet volledig zeker is of ze vrij zijn van alen, zullen telers Velum Prime toevoegen aan het bad. Dit geeft ze meer zekerheid, want daarmee dek je een groot risico goed af'', zo stelt hij.
Behalve in tulpen, is Velum Prime ook een mooie aanwinst in hyacinten, zo stelt Van der Meer. Volgens hem komt het middel het best tot zijn recht in het eerste en tweede teeltjaar (pluis & jong goed). ,,De bollen zijn dan nog klein, waardoor het middel tot diep in de bol opgenomen wordt. Eventuele besmettingen zijn na die twee toepassingen wel weg. In de navolgende zetters en leverbare bollen (derde en evt. vierde teeltjaar, red.) hoef je dan geen Velum meer te gebruiken'', zo stelt hij. Voor narcissen ziet Van der Meer vooralsnog geen rol weggelegd voor Velum Prime. ,,In deze teelt behalen we al vele jaren prima resultaten met koken; dus waarom zou je het nu inwisselen voor een chemisch alternatief?''

Dompelen en prikken

Voor wat betreft de toepassing van Velum Prime heeft Van der Meer eigenlijk maar één belangrijke tip: dompel voldoende lang, zodat het middel goed opgenomen kan worden. ,,Dus liever een half uur dan een kwartier, want dat komt het resultaat echt ten goede.''
Verder wijst hij ook nog graag even op de waarde van preventieve (vrijwillige) grondbemonstering, waarmee insleep van tulpenstengelaaltjes via besmette grond kan worden voorkomen. ,,Bij enige twijfel over de teeltgeschiedenis is preventief prikken erg aan te raden. En bij reizende bollenkramen met voortdurend verse grond zie ik het zelfs als een must. Als bollenteler moét je gewoon weten wat er wel en niet in de grond zit. Met die kennis kun je heel veel ellende voorkomen."

Aantasting van tulpenstengelaaltje op de bol: op de buitenste rok ontstaan, vooral vanuit de basis, vuilwitte, later bruinachtige verkleuringen, die naar boven toe uitwaaieren. In latere stadia kan ook wel een marmerachtige tekening ontstaan. Het zieke weefsel is enigszins bruin en korrelig. Aangetaste bollen verdrogen vaak tijdens de bewaring en worden meestal secundair aangetast door Penicillium en mijten. Dit ziektebeeld kan gemakkelijk verward worden met zuur (Foto: GMN).

+Colofon