Kruisbestuiving in gewasbeschermingsonderzoek
Narcis, muscari, hyacint; op de proeftuin van Innoventis in Breezand zijn de kleine bolgewassen net zo belangrijk als de grote. De mix maakt de plek uniek. Tijdens de open dag op 24 mei kwamen onderzoekers, telers en adviseurs bij elkaar om nieuwe gewasbeschermingsstrategieën met elkaar door te nemen.
Auto’s, busjes en zelfs een paar trekkers staan in lange rijen in de berm geparkeerd langs de weg bij de Proeftuin Innoventis in Breezand. Groepjes telers lopen langs de proefvelden, waar ze tekst en uitleg krijgen van medewerkers van gewasbeschermingsfirma Van Gent Van der Meer Nuijens (GMN), de eigenaar van het onderzoekscentrum. Het thema van de jaarlijkse open dag is de gereedschapskist van de bollenteler. Die raakt de komende jaren leger en dat baart zorgen. Het betekent dat er een versnelling nodig is in de zoektocht naar een geïntegreerde aanpak.
GMN laat vandaag verschillende voorbeelden zien van die verkenningen. Zo liggen er dit jaar vrij veel KUG-toelatingen in de proeven, toelatingen op basis van de regeling Kleine Uitbreiding Gewasbescherming, waarmee voor bestaande middelen een uitbreiding van het etiket mogelijk is voor kleine teelten. Ook de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong (GNO’s) valt op. Ze zijn te herkennen aan de groene bordjes. Er wordt gekeken waar ze in een geïntegreerde gewasbescherming een rol kunnen spelen, in een brede range van gewassen.
Bedrijfszeker vergroenen
De groene middelen krijgen langzaam maar zeker een plek in de geïntegreerde schema’s, al kijken de meeste telers de kat uit de boom, zegt proefveldcoördinator Thijs Wester. ,,Er zijn telers die een heel eind komen met weerbaar telen, soms omdat ze geen andere keuze hebben. De rest wil wel, maar de alternatieven voor de huidige schema’s moeten wel bedrijfszeker zijn, voordat ze ermee aan de slag gaan. Daar proberen wij een bijdrage aan te leveren. We leren ook veel van elkaar door te discussiëren: op welk moment is het zinvol om een bepaald middel in te zetten? We gaan ervan uit dat vaste schema’s er straks niet meer zullen zijn. Afhankelijk van de infectiekansen, zullen telers hun middelenkeuze moeten aanpassen. Ga je vroeg ingrijpen of bewaar je de zwaardere middelen voor nood? En wat is het effect van een bolbehandeling, een veldbehandeling of een combinatie van beide? Aan het beantwoorden van dat soort vragen leveren we hier graag een bijdrage.''
De toepassing van de KUG-middelen is op eigen risico, benadrukt de tekst op de bordjes. Gelukkig hebben telers, onderzoekers en adviseurs samen een schat aan ervaring. Westers: ,,We laten de mogelijkheden zo goed mogelijk zien, en kunnen iets zeggen over de werking en de kans op schade. Maar uiteindelijk moet een teler zelf de afweging maken voor zijn situatie. Onze adviseurs denken daar zo goed mogelijk in mee.''
Proefveldcoördinator Thijs Wester geeft tekst en uitleg bij de gewasbeschermingsproeven in Breezand.