Terug
'Velum Prime mooie aanwinst in bollenteelt'
Volgende
'Weinig vuur, toch een strak schema'
sluiten

Bloembollen Koerier 2020

'We kunnen steeds gerichter zoeken in bolgewassen'

WUR-hoogleraar Richard Immink werkt op moleculair niveau aan bloembolgewassen: wanneer bloeit een tulp wel of niet en hoe kun je al vroeg inschatten of een plant resistent is tegen ziektes?,,We weten steeds meer van de genetische achtergronden, waardoor we ook gerichter op zoek kunnen.''

WUR-hoogleraar Richard Immink

In 2017 slaagde een consortium van Nederlandse bedrijven - BaseClear, Generade en Dümmen Orange – erin om het volledige genoom (de volledige verzameling DNA) van tulp in kaart te brengen, met als doel om de veredeling en productie van tulpen te versnellen en te verduurzamen. Het is dankzij nieuwe technieken dat dit relatief snel en betaalbaar kan, want de tulp heeft meer DNA dan een mens, zo duidt Richard Immink de ontwikkeling. Toch is het volgens hem te kort door de bocht om van een echte doorbraak te spreken. ,,Het is natuurlijk een prachtige prestatie. Onderzoekers en veredelaars doen hier zeker hun voordeel mee. Maar het is helaas niet zo dat er nu allerlei resistente rassen in de pijplijn zitten. Dergelijke ontwikkelingen blijven veel tijd kosten.''



Boek met losse blaadjes

Het genoom is volgens hem te zien als een soort ruwe schets van een groot boek, met daarin de complete code van de tulp. ,,Alleen is de kaft nog los en liggen alle blaadjes door elkaar. Ook ontbreekt 20 tot 30 procent van de woorden en staan er bovendien geen nummers op de pagina’s. Toch levert het veredelaars nu al voordeel op. Iedereen die iets aan tulp doet, helpt mee met het maken van een inhoudsopgave. Ben je op zoek naar een bepaalde eigenschap? Dan kun je straks heel snel bepalen of die eigenschap in jouw ras zit, door te controleren of die betreffende bladzijde in jouw boek terecht is gekomen. Dat kan al in een heel vroeg stadium, direct na de kruising. Merkergestuurd veredelen heet dat, of breeding by design.''

Richard Immink, hoogleraar-WUR

'Bloembollen hebben stevige plek in fundamenteel onderzoek'

Formeel heeft Immink tegenwoordig nog maar één dag in de week als 'bloembollenprofessor' in Wageningen. Die ene dag wordt deels betaald met telersgeld, via de KAVB, die ook betrokken was bij de oprichting van de bijzondere leerstoel Fysiologie van Bloembollen, waar Immink voor verantwoordelijk is. Maar om zichzelf en zijn medewerkers aan het werk te kunnen houden, is hij bij veel meer genetisch onderzoek betrokken, ook in andere gewassen. 

Waar hij al sinds zijn aanstelling aan werkt, zijn de achtergronden van bloei-inductie bij tulp. Wanneer gaat een tulp over tot bloeien en wanneer staan de genen die daarbij betrokken zijn 'aan'? ,,We willen meer grip op dat mechanisme, maar het is loei-ingewikkeld. Gelukkig is het iets wat in meer gewassen speelt en niet alleen in siergewassen. Ook fruitbomen bijvoorbeeld, gaan pas na meerdere jaren vruchtdragen. Daar is dus brede belangstelling voor. Samen met Dümmen Orange, en met financiële ondersteuning van de NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, red.), zijn we inmiddels bezig met vervolgonderzoek, die ons meer inzichten moeten gaan opleveren.''



Botrytisresistente lelie

Immink is verder betrokken bij het ontwikkelen van nieuwe kennis voor resistentieveredeling, die nuttig is bij het zoeken naar duurzame rassen. Zo begeleidt hij, samen met collega’s van Fytopathologie en Plantenveredeling, een student die onderzoek doet naar Botrytis in lelie. ,,Ik heb zelf tijdens mijn opleiding ook Plantenziektenkunde gestudeerd en je ziet dat er tegenwoordig steeds vaker lijntjes liggen met mijn huidige vakgebied: de moleculaire biologie. Die trend zal verder doorzetten.''

Tot voor kort was er niet veel bekend over de verschillen in gevoeligheid voor Botrytis in lelie. Toch komen er nu al mooie verschillen uit het onderzoek, kan Immink melden, zonder dat hij details kan en mag delen. ,,Er wordt gekeken naar verschillende groepen lelies en daarbinnen ook naar verschillende rassen. Dat moet inzicht opleveren in hoe resistentiemechanismen werken, en de genen die hierbij betrokken zijn. Ook wordt er gekeken naar de verschillende isolaten van de ziekteverwekker. Op basis van de eerste resultaten, denken we dat het mogelijk moet zijn om merkers te ontwikkelen, waardoor je straks in de veredeling veel gerichter kunt zoeken naar dergelijke resistenties bij de nakomelingen. Dat kan de komst van nieuwe tolerante rassen dus versnellen.''

 

Verklistering

Bij lelie kan het inkruisen van resistenties relatief snel, via weefselkweekvermeerdering. In tulp lukt dat niet. Daar ben je met het inkruisen van een resistentie zomaar zeven jaar verder, geeft Immink aan. Het zoeken naar mogelijkheden voor snellere vermeerderingsmethoden bij tulp, is dan ook een onderwerp dat binnen de leerstoel al langer op de agenda staat. Maar tot een echte doorbraak heeft dat niet geleid. Wel staat het onderwerp opnieuw op de agenda binnen de Publiek Private Samenwerking (PPS) Fundamentele Systeemsprong, dat dit jaar van start is gegaan, waarin WUR samen met diverse bedrijven onderzoek doet in tulp, narcis, Hippeastrum en Zantedeschia. Het doel van dit grote Topsectorenproject is om manieren te vinden om materiaal snel en schoon te kunnen vermeerderen, waardoor er schoon kan worden gestart in de laatste vermeerderingsronde in het veld.

In tulp draait het specifiek om onderzoek naar verklistering. ,,Dat wordt in het bollenvak gezien als een negatieve eigenschap, maar je kan het ook omdraaien en het zien als een snelle vorm van vermeerdering. Er is in het verleden al vaker onderzoek naar gedaan. Destijds hoord je vaak dat het proces onomkeerbaar zou zijn, maar gecombineerd met nieuwe kennis van de genetica hopen we daar nu toch verder in te komen. We willen de genen zien te vinden die de uitgroei van de bolletjes lijken te remmen.''

Een van de lastige stappen in deze werkwijze is dat verklistering wordt gestimuleerd door ethyleen. Dat betekent dat er mogelijk ook een effect is op de gevoeligheid voor zuur.



Nieuwe modelplant

Immink is blij om te zien dat bloembollen in Nederland een stevige plek hebben in het fundamentele onderzoek. ,,Er is van meerdere kanten belangstelling voor, ook bijvoorbeeld vanuit de Universiteit van Utrecht. Tot dusver was de zandraket hét modelplantje voor moleculair biologen. Maar juist omdat de tulp zo razend ingewikkeld in elkaar zit, vallen daar weer veel andere processen in te ontdekken. Ook Leiden houdt zich inmiddels met de tulp bezig. Dat is goed nieuws voor de wetenschap maar ook voor het bollenvak.''

+Colofon