Max Vervoorn is specialist gewasbescherming groot- en steenfruit bij CAF.
Roestmijt kan prima worden bestreden met het biologische middel FLiPPER, zo blijkt uit een veldproef die CAF afgelopen voorjaar heeft uitgevoerd. ,,Het verschil in bestrijding ten opzichte van een standaard chemisch middel is zeer klein, terwijl FLiPPER als grote plus heeft dat het veel beter integreerbaar is'', zegt CAF-adviseur Max Vervoorn, die de veldproef samen met collega Ferdy Tolhoek heeft begeleid. Hij zou graag zien dat telers ervaring op gaan doen met groene middelen zoals FLiPPER. ,,Over een aantal jaren zullen biologische middelen leidend zijn in de gewasbescherming. Daarom moeten we er nu mee aan de slag.''
Nee, een handvol gebruikers van het biologische middel FLiPPER kan hij zo niet opnoemen. ,,Daarvoor is het allemaal nog te nieuw en te onbekend. Bovendien hikken telers er tegenaan dat groene middelen doorgaans wat minder effectief zijn dan chemische middelen. Zo lang er chemische alternatieven voorhanden zijn, houden de meeste telers daaraan vast'', zo weet Vervoorn. Zelf vindt hij dat jammer, omdat de toekomst onmiskenbaar in de richting van groene (biologische) middelen wijst. Bovendien groeit de kennis rondom deze middelen en krijgen de (eerste) gebruikers de toepassing steeds beter in de vingers, waardoor effectieve(re) bestrijdingsresultaat kunnen worden behaald.
Dat blijkt onder andere uit de veldproef tegen roestmijt in appel (2 jarige Elstar) die de CAF afgelopen voorjaar in Zeeland heeft uitgevoerd. ,,Het betrof een perceel met een forse aantasting; op ruim een kwart van de bomen vonden we de mijten terug. Een bespuiting was hier dus meer dan welkom'', vertelt Vervoorn. Vervolgens toont hij een grafiek waarop de effectiviteit van verschillende objecten met FLiPPER wordt vergeleken met een chemische standaardbehandeling. Beide middelen zitten rond een bestrijdingspercentage van 70 procent. ,,De werking van FLiPPER doet in deze proef dus niet onder voor chemie. Dat is best een belangrijke constatering omdat groene middelen toch vaak afgeschilderd worden als minder effectief'', zo stelt de jonge adviseur. Een groot extra voordeel van FLiPPER is dat deze nuttige insecten spaart en daardoor zeer goed integreerbaar is in elke spuitstrategie. Verder laat FLiPPER geen residu na en kan er een bonuspunt mee verdiend worden bij PlanetProof. De adviseur zou overigens graag zien dat telers die vaker FLiPPER inzetten, méér bonuspunten zouden krijgen. ,,Dat zou wellicht een stimulans zijn om intensiever met dit middel aan de slag te gaan.''
Voldoende water is belangrijk
Voor een goede werking van FLiPPER tegen roestmijt is het spuitmoment, de dosering en de hoeveelheid water (spuitvloeistof) belangrijk. In de veldproef werden de beste resultaten behaald met 7,5 liter FLiPPER en 1000 liter water per hectare. ,,Heel belangrijk is om op een zonnige dag te spuiten en daarbij voldoende water te gebruiken zodat de roestmijt goed geraakt kan worden. Bij halvering van de waterhoeveelheid naar 500 liter zakte het bestrijdingspercentage in de proef terug van bijna 70 naar ongeveer 50 procent'', zo weet Vervoorn. Hij vult daarbij aan dat de proef ook nog eens in jonge bomen is uitgevoerd; in een volwassen aanplant is het verschil waarschijnlijk nog groter.
Behalve tegen roestmijt, blijkt FLiPPER ook een goede werking tegen fruitspintmijt te hebben. Op het proefperceel kwam namelijk ook veel spintmijt voor; die is toen als bijkomende aantasting meegenomen in de beoordeling. Het beste resultaat tegen spintmijt werd behaald met 10 liter FLiPPER en 500 liter water. Daarmee werd 70 procent van de fruitspintmijt bestreden (tegen 75 procent met een chemische standaard).
Roestmijt lijkt in de proef gevoeliger voor FLiPPER dan spintmijt. Op roestmijt werd met 5 liter FLiPPER bijvoorbeeld ook al een aardig resultaat behaald in de proef. De bestrijdingsresultaten op fruitspint laten een ander beeld zien; naarmate de dosering FLiPPER toeneemt, neemt ook het bestrijdingsresultaat aanzienlijk toe. Een eensluidend advies voor beide plagen is op basis van de proef dus moeilijk te geven..,,Bij bestrijding van meerdere plagen zullen we daarom een goed midden moeten vinden in de dosering en de hoeveelheid spuitvloeistof'', zo geeft Vervoorn aan. Volgens hem zal dit sowieso dé uitdaging zijn bij het gebruik van FLiPPER: maximale aandacht voor het positioneren en elk jaar weer fine-tunen. ,,Dat kun je als lastig en ingewikkeld zien, maar het zal wel steeds meer de toekomst van de gewasbescherming bepalen.''