Terug
Even voorstellen: Dorus Rijkers, Marketing Manager voor Fruit Bloembollen en Boomkwekerij
Volgende
'Groene middelen vereisen omslag in denken en handelen'
sluiten

Fruitteelt Koerier 2022

'Goede resultaten met groen spuitschema in Kanzi'

Bertie Tijssen uit Batenbrug (Gld.) is deelnemer aan een driejarig project waarin de biologische middelen Flipper en Serenade worden geïntegreerd in gangbare, chemisch spuitschema’s in het appelras Kanzi. Na twee testjaren noemt Tijssen de resultaten bemoedigend. ,,In een schema met alleen Flipper en Serenade hebben we de Kanzi’s twee zomers lang heel mooi ziektevrij kunnen houden. En vorig jaar hebben we met Flipper zelfs een uitbraak van roestmijt prima kunnen bestrijden.’’

Bertie Tijssen is fruitteler in Batenburg (Gld.). Hij teelt 14 hectare appel (Kanzi en Elstar) en 5 hectare peer (Conference en Migo).

Het is eind februari en kletsnat in de boomgaard van Bertie Tijssen. ,,Eigenlijk is het tijd om een eerste bespuiting tegen perenbladvlo en schurft uit te voeren, maar op zulke drassige grond gaat dat nog even niet lukken’’, zegt de fruitteler tijdens een rondje door de boomgaard.

 

Van de 19 hectare hardfruit op het bedrijf is het grootste deel - bijna 11 hectare - gereserveerd voor het ras Kanzi. Tijssen vertelt dat de grondslag – lichte kleigrond van zo’n 20% afslibbaar – zich goed leent voor dit clubras, met name vanwege de wat lagere gevoeligheid voor Nectria. Hoewel het indammen van deze ziekte elk jaar weer een flinke uitdaging is, noemt de Tijssen de situatie goed beheersbaar. ,,We gaan vier keer per jaar door de boomgaard heen om ziek te verwijderen. Dat is weliswaar een flinke opgave, maar zo houden we de bomen redelijk gezond. Verder zijn we vorig jaar begonnen met het aanplanten van doorgroeibomen. Deze zijn wat weerbaarder tegen Nectria dan de gangbare knipbomen. Tot nu toe is ongeveer twee procent van de doorgroeibomen uitgevallen, Dat is misschien wat aan de royale kant, maar als de rest het de komende jaren haalt, dan zijn we toch weer een stap vooruitgekomen in de beheersing van Nectria’’, zo vindt Tijssen.

‘Aan de slag met groene middelen’

Behalve op Nectria, is Tijssen ook behoorlijk scherp op andere gekende ‘lastposten’ als schurft, meeldauw, spint en roestmijt. ,,Op tijd beginnen met spuiten, de meest geschikte spuitmomenten uitkiezen en vervolgens slagvaardig te werk gaan. Hoe beter je die factoren in de hand hebt, hoe je minder je in het seizoen achter de feiten aan hoeft te lopen‘’, zo vat hij zijn strategie daarvoor samen.

 

De komende jaren zullen een gerichte bestrijding en voldoende slagvaardigheid alleen maar belangrijker worden, zo verwacht Tijssen, met name vanwege het (sterk) afnemende aantal beschikbare middelen. ,,Nu draait de ziektebestrijding nog voor een belangrijk deel om chemische schema’s. Maar daar gaat de komende jaren verandering in komen. We zullen moeten vergroenen – in onze manier van werken en dus ook in het gebruik van middelen. Biologische of groene middelen kunnen een deel van de oplossing zijn. Daar zullen we ons dus echt in moeten verdiepen en mee aan de slag moeten’’, zo vindt hij.

Handschoen opgepakt

Tijssen heeft de handschoen inmiddels opgepakt door deel te nemen aan een gewasbeschermings-vergroeningsproject in Kanzi, dat is opgezet door Fruitmasters, CAF en Bayer. In dit driejarige project (2020 -2022) worden de biologische middelen Flipper en Serenade geïntegreerd in een aantal gangbare, chemische spuitschema’s in Kanzi.

 

Tijssen – die met 1 hectare meedoet – vertelt dat Serenade en Flipper de afgelopen twee zomers alternerend zijn ingezet, ofwel: om en om. ,,Vorig jaar zijn we op 24 juni met het groene schema begonnen en hebben we daarmee doorgespoten tot 18 augustus. Al met al waren dat 8 bespuiten, ofwel 4 keer Flipper en 4 keer Serenade. Daarna hebben we het gangbare, chemische afspuitschema weer opgepakt’’, zo legt de fruitteler uit. Terugblikkend op de eerste twee testjaren (2020 en 2021) is Tijssen zeer tevreden en zelfs wat verrast over de goede resultaten. ,,Dat een groen schema in een zomer met een lage ziektedruk zoals in 2020 goed presteert, ligt wel enigszins in de lijn der verwachting. Maar dat je met alleen biologische middelen ook in een nattere zomer als 2021 alle belangrijke schimmels en plagen onder controle kunt houden, dat kun je toch wel als zeer bemoedigend zien. Met name de werking op schurft en meeldauw was verrassend goed. Dat geeft aan dat we echt wel iets met deze middelen kunnen’’, zo stelt hij.

Flipper tegen roestmijt

Hoewel de belangrijke ziekten en plagen het afgelopen jaar goed onder controle konden worden gehouden, kreeg Tijssen half juli toch met een paar lokale roestmijt-uitbraken in Kanzi te maken. Over de oorzaak daarvan kan hij alleen maar gissen. .,,Normaal zie je roestmijt vooral verschijnen bij droog en warm weer, maar wordt deze ook vaak wel weer onder controle gehouden door roofmijten. Dat de plaag juist in deze nattere zomer toeslaat is voor mij echt een raadsel. Gelukkig bleef het bij een lichte bezetting in de koppen van de bomen. Tot grote problemen heeft het dus niet geleid’’, aldus de fruitteler.

 

Om de roestmijt ook binnen het groene spuitschema goed aan te kunnen pakken, is in overleg met de projectpartners besloten om het bestaande schema iets aan te passen. Zo is de dosering van de derde en vierde bespuiting met Flipper verhoogd van 5 naar 10 liter en is er bij die laatste (vierde) bespuiting ook nog een Dynex toegevoegd, een waterconditioner die ervoor zorgt dat de werking van Flipper optimaal blijft en voorkomt dat er neerslag in de tank kan ontstaan. Volgens Tijssen heeft deze aangepaste strategie uitstekend gewerkt tegen roestmijt; beter zelfs dan een gangbare bestrijding met een chemisch middel. ,,Met name de toevoeging van Dynex lijkt de effectiviteit van Flipper een flinke boost te hebben gegeven. Het toevoegen van Dynex aan Flipper heeft dus zeker een meerwaarde.’’

‘Het blijft toch een grote stap…’

Hoewel het huidige project nog een jaar loopt, is Tijssen nu al behoorlijk positief over de resultaten met Flipper en Serenade. En dat beide middelen toekomst hebben in de fruitteelt, staat voor hem ook wel vast. Maar toch… ,,Definitief en wat grootschaliger aan de slag gaan met deze middelen is en blijft een enorme stap. We hebben nog een testjaar te gaan, dus ik wil eerst maar eens zien wat dat weer aan nieuwe inzichten brengt. Verder blijft het gewoon spannend om met biologische middel te werken. Wat doe je als het er echt om spant? We zijn zo gewend aan de betrouwbaarheid van chemische middelen – daar kan een biologisch alternatief gewoon niet tegenop. Misschien moet het daarom eerst maar eens echt móeten – dan weten we door deze proeven in ieder geval dat er best het een en ander mogelijk’’, zo besluit hij.

+Colofon