Normaal gesproken levert de familie Schwering in de derde week van april al volop aardbeien. Maar door de kou loopt de teelt ongeveer twee weken achter. ,,We zijn net begonnen met plukken'', zegt Jeroen Schwering, in de kantine van het bedrijf. Net als hij uitleg wil geven over de onderneming, wordt er aan de deur geklopt. Het is een klant, die komt melden dat de aardbeienautomaat, aan het begin van het erf, leeg is. Schwering excuseert zich en helpt de dame in kwestie eerst aan twee doosjes aardbeien. Korte lijnen met de klant zijn belangrijk voor het familiebedrijf, zo blijkt meteen. Behalve dat ze leveren aan supermarktketen Poeisz, gaat een belangrijk deel van de opbrengst weg onder eigen label; Fruitjuweeltjes. Speciaalzaken en supermarkten in de omgeving bieden de aardbeien aan als een herkenbaar, lokaal geteeld product. In beide gevallen regelt The Greenery de afzet.

De teelt is onderverdeeld in een hectare glas, 1 ha tunnelteelt en 2 ha stellingen. De kas wordt warm gestookt met houtsnippers, waarvan een grote berg naast het ketelhuis ligt. Via een automatisch doserende voorraadbunker gaan ze de kachel in. Ook de restwarmte van het systeem wordt benut: die gebruikt Schwering voor het verwarmen van zijn tunnels. ,,Wij forceren de teelt niet echt, maar stoken met het licht mee. Maak je het te gek, dan krijg je een generatieve plant, of er ontstaan kromme of misvormde vruchten. De vroegheid en de kwaliteit van de vruchten moeten met elkaar in balans zijn. Kwaliteit staat voorop.''

Teeltadviseur Jan Hoogstrate van toeleverancier Horticoop heeft net een ronde door de kas gemaakt en schuift ook aan. Hij begeleidt de familie al jaren bij het bepalen van de gewasbeschermingsstrategie. Over de start van het nieuwe teeltseizoen zijn Schwering en Hoogstrate goed te spreken. Het gewas is gezond en de insectendruk is laag. ,,Het is belangrijk om schoon aan de pluk te beginnen, want de correctiemogelijkheden zijn beperkt'', zegt Schwering. ,,Tegen sommige plagen zijn geen middelen, of er zijn beperkingen in het gebruik, vanwege wachttijden of een nadelig effect op biologische bestrijders.''

Nieuw in de aanpak van insecten is dit jaar Flipper; een biologisch insecticide dat dit jaar onder andere een toelating heeft gekregen in aardbeien. Hoogstrate heeft het middel bij Schwering en drie collega’s in de omgeving een plek gegeven in het schema, omdat hij het ziet als een welkome aanvulling. ,,Ik heb al kunnen zien wat het middel doet in de sierteelt, vandaar dat ik dat wel aandurf'', zegt Hoogstrate. ,,Veel ervaring heb ik nog niet, maar wat ik ervan gezien heb is een goede werking op met name wittevlieg en luis. Vooral wittevlieg  s belangrijk. Daar zijn verder geen goede middelen tegen.''

Ook als middel tegen luizen is Flipper welkom. Hoogstrate: ,,In aardbeien heb je te maken met een grote verscheidenheid aan luizen. Dit middel is breed werkzaam en het werkt binnen vier uur. Je bent er dus snel bij.'' Omdat er geen wachttijden of residu-eisen zijn voor Flipper, kan het middel ook in de oogstperiode worden ingezet, mocht dat nodig zijn. Het is mooi om zo’n middel achter de hand te hebben, vindt  Schwering. ,,Dreigt er zich een nieuwe populatie op te bouwen, dan hebben we een goed correctiemiddel achter de hand.''  Corrigeren betekent niet wachten totdat de situatie uit de hand loopt, vult Hoogstrate aan. Juist in de opbouwfase van een plaag is het middel goed op zijn plek. ,,Zodra we denken dat er een plaag kan ontstaan, grijpen we in. Spuittechniek en voldoende water zijn daarbij belangrijk, want je moet de insecten wel raken.'' Voordeel van Flipper is dat het de insecten in verschillende stadia van hun ontwikkeling bestrijdt; zowel eieren, larven als volwassen exemplaren. Tegelijkertijd is het veilig voor de natuurlijke vijanden.

Schwering juicht de komst van meer groene gewasbeschermingsmiddelen toe. ,,Wij willen ziekten en plagen graag zoveel mogelijk biologisch bestrijden. Wat langs de groene weg kan, dat doen we. We streven naar volledig residuloze vruchten, al blijft dat een behoorlijke puzzel.'' Daar hoort een bedrijfsbrede aanpak bij, zoals hygiënisch werken en klimaatbeheersing. Schwering: ,,De houtkachel helpt bijvoorbeeld om het klimaat droog te houden, waardoor schimmelziekten minder kans krijgen. Ook kweken we onze eigen planten op. Ik zeg niet dat ik dat beter kan dan een ander, maar ik heb wel goed zicht op het plantmateriaal. Daar kun je vanaf de start van de teelt meteen op inspelen.'' Over het middelenpakket zijn ze optimistisch. ,,Het verandert'', zegt Hoogstrate. ,,De biomiddelen krijgen een steeds grotere rol en helpen mee om resistentieproblematiek op te lossen. Op het gebied van insecten zijn er voldoende mogelijkheden. Door slim af te wisselen kunnen we de plagen goed onder de duim houden.''