De tuinbouwsector is koploper als het gaat om groene oplossingen in de gewasbescherming. Toch is het gevaarlijk om op dit succes te gaan leunen, met een smal middelenpakket op de achtergrond, waarschuwt coördinator Effectief Middelenpakket voor de glastuinbouw Jeannette Vriend. ,,Er moet meer kennis de kas in. Kom in actie.''
Jeannette Vriend, coördinator Effectief Middelenpakket LTO Glaskracht
Wat gaat er volgens u de komende jaren gebeuren?
,,Bij een geïntegreerde aanpak van de gewasbescherming hoort ook een medicijnkast. Je wilt gericht kunnen corrigeren, als dat nodig is. Maar de keus uit gewasbeschermingsmiddelen wordt nog kleiner dan hij al is. Een reeks werkzame stoffen gaat momenteel door de Europese herbeoordeling en die zullen niet allemaal de eindstreep halen, is de verwachting. Wordt de toelating van een actieve stof niet verlengd, dan kunnen er meerdere middelen tegelijk wegvallen. Daarbij hebben de middelen die overblijven steeds minder toepassingen per teelt of per jaar. De mogelijkheden voor telers nemen hierdoor verder af en de kans op resistentieontwikkeling neemt toe. De puzzel wordt kortom complexer. Ik wil absoluut niet negatief zijn, maar tuinders moeten niet achterover gaan leunen als het allemaal lekker loopt in de kas. De aanpak van ziekten en plagen moet van begin tot eind kloppen en moet ook op de langere termijn uitvoerbaar zijn.''
Waar gaat het met name knellen?
,,In principe in de volle breedte, maar als je kijkt naar de lijst met knelpunten in de glastuinbouw, dan zijn de problemen met plaaginsecten het grootst. Dat is al jaren zo, ondanks de grote successen die er zijn met het uitzetten van natuurlijke vijanden. Veel problemen met spint zijn getackeld, maar het onder de duim houden van bijvoorbeeld wittevlieg of trips blijft lastig. Wat je wilt, is een teeltsysteem waarin een biologisch evenwicht heerst van eten en gegeten worden, waarbij het aantal plaaginsecten onder de schadedrempel blijft. Maar als een plaag uit de hand loopt, dan moet je wel kunnen ingrijpen. Daar heb je selectieve middelen voor nodig, die de biologische bestrijders zoveel mogelijk sparen. Ook de nog beschikbare breedwerkende middelen kan de sector niet zomaar missen. Vaak maken ze onderdeel uit van een geïntegreerd teeltsysteem, omdat je vroeg in de teelt of helemaal aan het eind schoon verder moet kunnen.''
Waar moeten telers volgens u nog stappen zetten?
,,De hele cyclus van teeltwisseling tot teeltwisseling moet kloppen. Dat vraagt een andere manier van denken dan in het verleden. Wat we nodig hebben, is meer kennis in de kas. Er is meer kennis nodig van de biologie, van schadedrempels en van het complete plaatje dat bij een geïntegreerde aanpak hoort. Niet alleen bij jezelf of degene die verantwoordelijk is voor de gewasbescherming, liefst zo breed mogelijk onder alle medewerkers. Vroege detectie van plagen is essentieel, hoe meer ogen er meekijken, des te beter. Je hebt niet alleen mensen nodig die goed de spuitapparatuur kunnen bedienen, goede feedback op het spuitresultaat is minstens zo belangrijk. Ook onderling zullen telers meer kennis moeten delen, om verder te komen in hun aanpak. Waarom heeft de ene teler wel goede ervaringen met het uitzetten van een bepaalde sluipwesp en de andere niet? Wat waren de omstandigheden bij het uitzetten ervan? Hoe heb je ze uitgezet? Dat soort vragen. Gewasbescherming wordt veel kennisintensiever dan het al is.''
Welke rol zien de coördinatoren Effectief Middelenpakket voor de groene middelen?
,,Het aantal groene middelen groeit, dus wij hopen dat die rol gauw groter kan worden. Wat we merken bij groene middelen is dat het registratietraject, dus het komen tot een toelating in Europa, veel te lang duurt. Ook is het lastig om een breed etiket te krijgen. Het is jammer als nieuwe groene middelen slechts in enkele teelten kunnen worden ingezet, juist omdat er zo’n grote behoefte aan is. Met brede etiketten kun je sneller effectieve bestrijdingsstrategieën ontwikkelen. Onze achter-ban wil zo snel mogelijk met groene middelen aan de slag. Daarom blijven we voortdurend in gesprek met de toelatingshouders.''
Hoe snel verloopt de innovatie op het gebied van gewasbescherming?
,,Vanuit de tuinder bekeken nooit snel genoeg. Er zijn veelbelovende technieken, zoals gesloten teelsystemen, teelt op water en een betere klimaatbeheersing. En ook aan de biologiekant en de veredeling gaan de ontwikkelingen door. We zullen als sector geld moeten blijven investeren om het IPM-systeem verder te optimaliseren. Dat kun je via je gewascoöperaties doen, maar daar waar overlap zit, kun je dat veel beter samen doen. Als LTO Glaskracht werken wij hiervoor aan het innovatieprogramma KIJK (Kennis in je Kas) en we hopen dat telers ons daar de komende jaren in steunen. Blijf niet stil zitten. Kom in actie.''