Veehouder en akkerbouwer Herbert Nijhoving uit Meppen (Dr.) ziet een degelijke en complete onkruidbestrijding niet alleen als voorwaarde voor een goede groei en opbrengst, maar ook als een investering in het hele bouwplan. ,,Als je de onkruidbestrijding in maïs niet serieus neemt, komen de problemen vanzelf in andere gewassen terug.’’
Herbert Nijhoving (links) heeft een bedrijf met 120 melkkoeien in Meppen (Dr.). Hij beschikt over ca. 210 hectare land, waarvan 80 hectare in gebruik is als grasland. De overige 130 hectare is akkerbouw, waarvan het dagelijkse werk wordt uitbesteed aan een collega. Behalve gras verbouwt Nijhoving zetmeelaardappelen (59 ha), suiker- en voederbieten (25 ha), wintertarwe (15 ha) en maïs (30 ha). Peter Begeman (rechts) is specialist akkerbouw bij Agrifirm.
,,Vandaag heb ik een regeldag. Ja, daar kun je als boer ondertussen ook een hele dag in de week mee bezig zijn’’, zegt Herbert Nijhoving wanneer hij in z’n kantoor een kop koffie inschenkt. Een gesprek over de maïsteelt op zijn bedrijf – en wat specifieker: de onkruidbestrijding – past daar wat hem betreft ook wel tussen. ,,Ik sta graag tussen de koeien, maar ook net zo graag tussen de gewassen. Wat dat betreft doe ik het liefst van alles wat’’, zegt hij met een brede glimlach.
Ook aanwezig bij het gesprek is Peter Begeman van Agrifirm. Als specialist akkerbouw houdt hij zich vooral bezig met de ‘plantaardige kant’ van het bedrijf. Want, behalve melkveehouder is Nijhoving ook akkerbouwer - al worden sinds vorig jaar de dagelijkse werkzaamheden daarvoor uitbesteed aan een collega in de buurt. Hij vertelt: ,,We hebben het afgelopen jaar bewust een tandje teruggeschakeld. Aanleiding daarvoor zijn het overlijden van mijn vader in 2019 en – ook in dat jaar - een grote brand in onze opslagplaats voor aardappelen. Dat was niet alleen op persoonlijk vlak een hele heftige en ingrijpende periode, maar het betekende ook dat er nóg meer werk op mijn schouders terechtkwam. Toen hebben we besloten om ons wat meer te focussen op het melkveebedrijf en het landwerk voor de akkerbouw aan een ander over te laten. Daarmee zijn we nog steeds heel druk, maar is het nu wel goed behappen.‘’
Dat er ook ‘akkerbouwbloed’ door Nijhoving’s aderen stroomt, is te merken aan de interesse voor de maïsteelt. Zo gebeurt het zaaien en de onkruidbestrijding al jaren in eigen beheer en besteedt hij veel aandacht aan de grondbewerking. ,,Snijmaïs is voor mij een serieuze teelt, vergelijkbaar met aardappelen, bieten en granen. Voor mij is het logisch om daar het maximale uit te halen’’, zo benadrukt hij.
Afgelopen jaar werd de maïs relatief laat - op 13 mei - gezaaid. ,,Dat is al gauw twee weken later dan normaal, maar het was hier erg lang nat en koud. Daarna kwam de groei er gelukkig vlot in’’, vertelt Nijhoving. De opbrengst lag het afgelopen seizoen tussen de 45 en 50 ton. ,,Dat is redelijk normaal op deze droge zandgronden en in ieder geval flink hoger dan de 35 tot 40 ton die we in de droge jaren daarvoor hadden’’, zo blikt hij terug. Omdat hij elk jaar ook zo’n 5 tot 10 hectare snijmaïs ‘voor de handel’ teelt, is er altijd wel voldoende maïs voor de koeien. ,,Wat dat betreft is maïs een soort buffergewas; afhankelijk van de prijs hou ik het zelf of verkoop ik het.’’
Om de maïs goed te kunnen laten afrijpen, wordt er eigenlijk nooit voor oktober gehakseld. Onderzaaien van een vanggewas is daarom een vast onderdeel van de maïsteelt. Na een aantal droge jaren met matige resultaten, is de onderzaai afgelopen jaar prima gelukt. ,,Overal kwam er een mooi grasmatje onder de maïs vandaan’’, aldus Nijhoving.
De middelenkeuze voor de onkruidbestrijding laat Nijhoving grotendeels aan Begeman over, al wil hij wel weten welke mix er gespoten wordt en waarom. ,,Onze maïs draait grotendeels mee in een bouwplan met akkerbouwgewassen. Als je de maïs niet goed schoon spuit, dan zie je dat in de jaren erop terug in de andere gewassen en maak je de problemen feitelijk steeds groter’’, zo stelt hij.
De belangrijkste onkruiden in het gebied zijn melde, hanenpoot, kamille en haagwinde. Gladvingergras speelt volgens adviseur Begeman – gelukkig - nog geen grote rol. ,,We kunnen de onkruidbestrijding daardoor vaak af met een brede standaardmix zonder verhoogde doseringen. En één keer spuiten – zo rond het 4- à 5-bladstadium van de maïs - is normaal gesproken voldoende om alle onkruiden goed weg te krijgen.’’
De basis voor de onkruidbestrijding is 1,5 l/ha Laudis. Daarmee wordt een zeer brede range aan onkruiden bestreden. Meestal wordt dit aangevuld met 0,5 l/ha Calaris® (o.a. tegen ooievaars- en reigersbek) , 0,5 l/ha Kart® (als ‘aanjager’ van de mix en specifiek tegen haagwinde) en 0,4 l/ha Frontier® (voor extra bodemwerking). Bij een grote druk van onkruidgrassen wordt nog eens 0,1 tot 0,2 l/ha Samson® OD toegevoegd.
Nijhoving vult aan dat Laudis ook een belangrijke rol speelt bij de bestrijding van aardappelopslag. Zijn ervaring is dat zeker 70 procent van de opslagplanten worden gedood. ,,Daarmee haal je – zeker na warme winters met veel opslag – een serieuze voedsel- en lichtconcurrent van de maïs weg en zorg je er meteen voor dat er geen Phytophthora-haard uit opslagplanten kunnen ontstaan.’’
Al met al komt de huidige spuitcocktail uit op ruim €110 per hectare, zo rekent Nijhoving voor. ,,Serieus geld, maar wél noodzakelijk. De maïs moet gewoon schoon, anders krijg je in volggewassen alleen maar meer problemen met onkruiden die ook nog eens steeds lastiger op te lossen zijn’’, zo herhaalt hij nog maar een keer. Begeman is dat helemaal met hem eens. ,,Natuurlijk gaan de gesprekken regelmatig over de prijs van de spuitmix. En of er niet één of twee tientjes afkan. Dan zeg ik: bezuinig nou niet op een mix die heel goed werkt. Met Laudis in de basis en een paar gerichte aanvullingen, blijf je de onkruiden de baas en zorg je voor een schone en toekomstbestendige maïsteelt.’’
Calaris® is een geregistreerd handelsmerk van Syngenta
Frontier® is een geregistreerd handelsmerk van BASF
Kart® is een geregistreerd handelsmerk van Corteva Agriscience
Samson® OD is een geregistreerd handelsmerk van ISK