,,Of we geleerd hebben van de heftige tripsjaren 2017 en 2018? Absoluut! Afgelopen seizoen hebben we trips extra goed in de gaten gehouden en zijn we op tijd begonnen met de bestrijding. Daardoor is trips eigenlijk geen probleem geweest.'' Akkerbouwer Harry Schreuder in Swifterbant schetst in een paar zinnen hoe hij het afgelopen uienseizoen de trips heeft aangepakt.
Harry Schreuder heeft een akkerbouwbedrijf in Swifterbant (Fl.). Jaarlijks teelt hij ca. 9 hectare zaaiuien.
Akkerbouwer Harry Schreuder in Swifterbant schetst in een paar zinnen hoe hij het afgelopen uienseizoen de trips heeft aangepakt. Samen met zijn vaste adviseur Michiel van de Vate van R. van Wesemael heeft hij menig uurtje door de uien gelopen om trips op tijd op te sporen. ,,In eerste instantie kijken we vooral in de perceelsranden en op de kopakker, want daar vind je vaak de eerste trips. En als Michiel ze elders in de Polder al gevonden heeft, dan kijken we ook wat meer in het perceel. Alles is er op gericht om ze vroegtijdig te vinden, zodat je precies op het juiste tijdstip kunt ingrijpen'', zo vertelt de akkerbouwer. Hij benadrukt dat de beestjes wel lastig te vinden zijn en dat je een goed stel ogen nodig hebt om ze te kunnen zien. ,,Het is echt priegelwerk, maar het loont zéker als je weet wanneer ze eraan komen.''
Afgelopen seizoen zette Schreuder twee keer preventief het middel Batavia (+ olie) in tegen trips. De eerste keer in de laatste week van juni en de tweede keer – zo'n drie weken later – rond half juli. En die werkwijze heeft prima uitgepakt. ,,Eigenlijk hebben we nadien nauwelijks meer trips gevonden en schade is er helemaal niet geweest'', zo blikt hij terug. Belangrijk bij toepassing van Batavia is dat het gewas er 'vers en fris' bij staat. ,,Want dan kan het middel ook goed opgenomen worden. Zorg daarom dat je de trips al vroeg vind, want dan blijft er ook onder minder goede omstandigheden ruimte over om het beste spuittijdstip te kiezen.''
Natuurlijke vijanden
De vraag in hoeverre trips met andere (geïntegreerde) maatregelen onderdrukt kan worden, vindt de akkerbouwer lastig te beantwoorden. Elk jaar zaait hij een flink aantal meters akkerranden, waaraan sommige deskundigen een positief en andere juist een negatief effect toekennen. ,,Zelf durf ik niet te zeggen welke invloed een akkerrand op trips heeft. Wel zie ik de laatste jaren veel meer roofmijten en gaasvliegen, welke beide belangrijke natuurlijke vijanden van trips zijn. Soms zie ik die gaasvliegen ook echt op de trips afvliegen. Maar in hoeverre ze nou meehelpen om trips te bestrijden? Ik weet het niet..., maar dat neemt niet weg dat er meer ervaring mee wil opdoen.''
Om die reden overweegt Schreuder om dit jaar nog een extra strook facelia langs het kavelpad te zaaien. Het idee daarachter is dat het de aanvliegende trips kan opvangen, waarna de natuurlijke vijanden in de strook de trips kunnen bestrijden. Trips krijgt daardoor minder kans om verder het perceel in te trekken. ,,Wie weet helpt dit weer een handje in de strijd tegen trips'', aldus Schreuder.
'Locatie speelt ook een rol'
Als structurele maatregel tegen 'alle ziekten en plagen' probeert de akkerbouwer zijn grond zo goed mogelijk op orde te houden. Gewassen kunnen daardoor goed doorgroeien, waardoor er minder stress-situaties ontstaan en plagen (waaronder trips) minder kans krijgt om schade aan te richten, zo is zijn gedachte.
Tot slot merkt Schreuder op dat de tripsdruk ook behoorlijk sterk afhangt van de locatie. ,,Vooral luwe en beschutte plekken zijn broedplaatsen voor trips. Wat dat betreft zitten wij hier redelijk gunstig. Ons bedrijf ligt in een vrij open gebied en bovendien niet ver van het IJsselmeer. De kans dat trips hier als eerste de uienpercelen binnenvliegt is daarom vrij klein. Tja, dat geluk hebben we dan...'', zo besluit hij.