Terug
'Witrot en Fusarium vragen om een brede, structurele aanpak'
Volgende
'Trips prima onder controle gehouden'
sluiten

Uien Koerier 2020

Uienspecialist scherp op trips

Lex Verbeek in Steenbergen (N-Br.) is een echte uienspecialist. Ruim twee derde van zijn beschikbare areaal heeft hij ingevuld met winter-, plant- en zaaiuien. Sinds 'rampjaar' 2018 is hij extra scherp op de bestrijding van trips. Het afgelopen seizoen zette hij daarvoor het middel Batavia in. ,,En dat heeft prima gewerkt'', zegt hij. ,,Trips heeft het hele seizoen geen rol meer gespeeld.''

Lex Verbeek, Steenbergen (N-Br.), uienspecialist

Het is begin april en bij Lex Verbeek staan de regenhaspels volop te draaien in de zaaiuien. ,,De toplaag is hier echt kurkdroog. Om de uien boven te krijgen moet er nu echt wat water op'', vertelt de akkerbouwer, terwijl hij zijn uienzaaimachine de schuur in draait. Hij moet er nog één perceel mee zaaien, maar die grond is nu bikkelhard en bijna niet te verkruimelen. ,,Voorlopig laat ik dat maar even liggen en richt ik me op het beregenen van de gezaaide stukken. Een vlotte opkomst heeft nu even prioriteit.''


Uien als hoofdgewas

Met 65 hectare uien op een totaal bedrijfsareaal van 90 hectare is de uienteelt zeer ruim vertegenwoordigd binnen het bedrijf. Verbeek vertelt dat hij negen jaar geleden is begonnen met de teelt en dat deze bijna elk jaar weer wat is gegroeid. ,,Ik vind uien gewoon een interessant en uitdagend gewas. En iets dat je mooi vind om te doen, dat groeit vanzelf'', zo verklaart hij z'n specialisatie. Wat ook mee heeft gespeeld bij z'n keuze voor uien is dat er voor andere intensieve gewassen – zoals de pootgoedteelt –  vrijwel geen ruimte meer is in het gebied. ,,Huurgrond voor pootaardappelen is hier bijna niet te krijgen. Grond voor uien nog wél, al moet ook ik het steeds verder van huis zoeken'', zo geeft Verbeek aan. Wel ruilt hij regelmatig grond met pootgoedtelers, waarbij zij de wat zwaardere kleigronden krijgen en hij de lichtere. ,,Op die manier kunnen we hier samen nog redelijk goed vooruit.''

Verbeek benadrukt overigens dat de 65 hectare uien zowel winteruien, eerste- en tweedejaarsplanten (vroege en late) als zaaiuien omvat. ,,Ik heb dus de grootst mogelijke teelt- en risicospreiding aangebracht; ik zaai en plant van januari tot mei en ik oogst van juni tot en met september. En ook belangrijk: van al deze teelten is er altijd wel eentje waarvan de prijs goed is. Tegenvallers bij de ene teelt worden bijna altijd gecompenseerd door meevallers bij de andere.''

Lex Verbeek heeft een akkerbouw- en biologisch leghennenbedrijf in Steenbergen (N-Br.). Binnen de akkerbouwtak is de focus sterk gericht op de uienteelt. Verbeek teelt winteruien, eerste- en tweedejaars plantuien en zaaiuien (totaal 65 ha, vooral op huurland). De overige gewassen in het bouwplan zijn pootaardappelen (13 ha), suikerbieten (6 ha) en wintertarwe (6 ha).

Alles voor een goede opkomst

Voor een snelle en goede start van de uien is een egaal, vochthoudend zaaibed essentieel, zo stelt Verbeek. Hij besteedt daarom veel aandacht aan het klaarleggen van de grond. ,,Ik probeer altijd vroeg te ploegen, waardoor de grond goed kan verweren en het voldoende vocht in bouwvoor kan vasthouden. In het voorjaar probeer ik de grond in één werkgang klaar te leggen. Daarbij gebruik ik een vorenpakker tussen de wielen, waardoor de grond egaal wordt aangereden en daardoor zo min mogelijk uitdroogt'', zo legt hij zijn werkwijze uit. Dit jaar is dat slechts op één perceel gelukt; alle andere percelen waren zó hard dat er toch echt twee werkgangen nodig waren. Volgens de akkerbouwer was dat ook meteen te zien aan de opkomst; op het perceel dat in één keer klaargelegd kon worden, bleef de ondergrond iets vochtig en waren de uien al na tien dagen boven. ,,Alle andere percelen moet ik nu eerst beregenen om ze überhaupt boven te krijgen.''

De laatste jaren gebruikt Verbeek bijna alleen nog geprimed zaad. ,,Dat is misschien iets duurder, maar je krijgt er gemiddeld genomen een egalere opkomst mee en het versnelt de opkomst met vijf tot zes dagen'', zo is zijn ervaring. Het prijsverschil met ongeprimed zaad valt volgens hem overigens grotendeels weg doordat er minder zaad per hectare nodig is: 3,2 miljoen zaden/ha bij geprimed zaad tegen 3,7 à 3,8 miljoen zaden/ha bij ongeprimed zaad. 


Overvallen door trips

Voor wat betreft ziekten en plagen is vooral trips een flinke zorg geweest in de afgelopen jaren. Met name seizoen 2018 was een zeer heftig jaar, waarin ook Verbeek het nodige leergeld heeft betaald. Hij blikt terug: ,,In 2018 werden we letterlijk overvallen door trips. Eigenlijk kende ik het beestje helemaal niet, waardoor je ook niet precies weet waar je 'm moet zoeken en hoe je hem aan moet pakken. Het was dus zeker schrikken... Maar toevallig hadden we dat jaar ook net een proef van toeleverancier Vlamings in onze uien liggen, waarbij verschillende insecticiden met elkaar vergeleken werden. Wij zagen toen al vrij snel dat de ingezette pyrethoïden maar heel weinig effect hadden op trips. En later zagen we ook dat je hiermee alle natuurlijke vijanden uit het gewas spuit...'' Alternatieven zoals Movento en ook het biologische middel FLiPPER hadden volgens de uienteler meer effect op trips, al waren de resultaten op dat moment nog niet echt overtuigend, met name vanwege de (te) late inzet. ,,Uiteindelijk heb ik toch nog flink wat pyrethroïden gespoten – vooral omdat het voor een systemisch middel als Movento eigenlijk al te laat was, maar deels ook vanwege het prijsverschil. Maar achteraf had ik dat geld beter in de portemonnee kunnen houden, want pyrethroïden werken uiteindelijk alleen maar averechts...'', zo erkent de uienteler.

Hoewel de uiteindelijke schade door trips fors was – Verbeek schat dat het zo'n 20 tot 25 procent aan opbrengst heeft gekost – viel de opbrengst van gemiddeld 42 ton per hectare uiteindelijk nog niet tegen. ,,En met een verkoopprijs variërend van 33 tot 50 cent per kilo zijn we er zelfs nog goed uitgesprongen'', zo geeft Verbeek het bijzondere seizoen weer.


Goed voorbereid

Door de eigen ervaringen uit 2018 – en ook de verhalen van collega's die met een vroege inzet van Movento wel goede resultaten hadden behaald tegen trips –  was de akkerbouwer afgelopen seizoen veel beter voorbereid op de komst van trips. ,,Samen met mijn vaste adviseur Jan van Hassent van Vlamings heb ik de strategie tegen trips vooraf goed doorgesproken. En we kwamen vooral tot de conclusie dat je er op tijd bij moet zijn voor het beste resultaat. Daarom heb ik direct na de eerste tripsmelding mijn uienpercelen eerst een keer beregend, zodat ze weer goed in de groei zouden komen. Een dag of drie daarna heb ik in de ochtend – wanneer de planten het beste middelen opnemen – het middel Batavia (de opvolger van Movento, red.) toegepast. Ruim drie weken later heb ik de bespuiting herhaald, ook weer met eerst een rondje beregenen. En dat heeft echt super gewerkt! Trips heeft het hele seizoen geen rol meer gespeeld'', zo besluit de uienteler.

+Colofon