In de nieuwe rubriek In bedrijf laten we ondernemers aan het woord die actief zijn in de (uitvoerende) gewasbescherming. Dat kunnen loonbedrijven en loonspuitbedrijven zijn, maar ook zzp-ers die zich op een specifieke toepassing of gewas richten. Hoe kijken zij naar de ontwikkelingen binnen de gewasbescherming? Hoe anticiperen zij daarop met hun bedrijf? En vooral: hoe zien zij de toekomst van de gewasbescherming?
In deze aflevering: Joop Hermans van het gelijknamige loonbedrijf in Maasbree (Lb.).
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Loonbedrijf Hermans in Maasbree (Lb.) is een begrip als het om loonwerk in vollegrondsgroenten gaat. Ze zijn ‘super specialist’ in schoffelen, eggen en frezen - met tientallen aangepaste werktuigen voor heel veel verschillende teelten. Hoewel er op het bedrijf veel mechanisch gaat, blijft de veldspuit onmisbaar. ,,Snel kunnen handelen en het werk vlot kunnen afronden is essentieel voor elk loonbedrijf; met een veldspuit kan dat.’’
Het is begin juni en al wekenlang blijven de buien maar komen. ,,We hebben nu één trekker aan het werk om wat prei te rooien. De andere 30 trekkers staan hier allemaal werkeloos op het terrein. Dat hebben we in deze periode van het jaar nog nooit eerder meegemaakt’’, zegt Joop Hermans tijdens een rondje over het bedrijfsterrein. Hij bekent dat hij onderhand wel wat chagrijnig begint te worden van de situatie, temeer er straks een heleboel werk op één grote hoop gaat komen. ,,Maar, we blijven ons best doen voor de klanten. Dat doen we als familiebedrijf al meer dan 80 jaar.’’
Joop Hermans leidt samen met zijn compagnons (en neven) Arno en Jaap Hermans het gelijknamige loonbedrijf in Maasbree (Lb.). Hermans is werkzaam in de akkerbouw, de groenteteelt en het grondverzet. Loonwerk voor (vollegronds)groentetelers is van oudsher de grootste tak (ca. 50 %), waarbij de meeste werkzaamheden worden uitgevoerd in prei, asperges en wortelen. Hermans heeft ongeveer 20 medewerkers in dienst.
Loonbedrijf Hermans is een begrip in de regio, met name voor wat betreft loonwerk voor de groenteteelt. In de bedrijfshallen staan vele tientallen verschillende schoffels, eggen en frezen voor bijna even zoveel groentegewassen. Ook het aantal zaai- en -plant- en rooimachines is amper te tellen. De meeste werktuigen worden ingezet voor de prei- en aspergeteelt; de twee grootste gewassen voor het loonbedrijf.
Maar Joop Hermans wil dat liever niet zo gezegd hebben, ,,Voor ons zijn álle teelten belangrijk. Van stro dekken voor aardbeien, naar lelies rooien tot aan het zaaien van de allerkleinste groentegewassen; we proberen elke akkerbouwer en tuinder van dienst te zijn.’’ Opvallend is dat vrijwel geen enkele machine of werktuig op het bedrijf ‘standaard’ is. ,,Bijna elke nieuwe machine gaat eerst naar de werkplaats om ‘m naar onze wensen aan te passen. Dat geldt niet alleen voor eenvoudige schoffelmachines, maar bijvoorbeeld ook voor preirooiers die we de afgelopen dertig, veertig jaar helemaal naar onze eigen inzichten hebben herbouwd. Elk machine is zo maximaal afgestemd op ons werkgebied én op onze klant’’, zegt Hermans met gepaste trots.
,,Bijna elke nieuwe machine gaat eerst naar de werkplaats om ‘m naar onze wensen aan te passen’’, zegt Hermans. Vrijwel alle machines op het bedrijf zijn in meer of mindere mate op maat gemaakt.
Op het gebied van gewasbescherming heeft loonbedrijf Hermans vooral een ondersteunende rol. ,,Akkerbouwers en grotere groentetelers hebben allemaal zelf een veldspuit, zodat ze meteen aan de slag kunnen als dat nodig is. Wij komen meestal in beeld als ze te druk zijn met andere werkzaamheden of wanneer er extra capaciteit nodig is. Daarnaast hebben we meerdere klanten met hele specifieke teelten, vaak op wat kleinere oppervlakten. We spuiten dus niet zozeer grote arealen, maar vooral heel veel verschillende gewassen’’, zo geeft Hermans situatie weer.
Voor het spuitwerk beschikt het bedrijf over twee Coenders hoogbouwspuiten (speciaal voor de aspergeteelt) en één zelfrijdende Agrifac (van 33 meter) voor alle andere teelten. ,,Op dit moment kunnen
we nog vrij goed uit de voeten met de redelijk standaard uitgevoerde Agrifac-zelfrijder. Belangrijkste voor ons is dat de machine een verstelbare spoorbreedte-instelling heeft, want dat hebben we met al die verschillende teelten echt nodig’’, vertelt Hermans, die doorgaans zelf het spuitwerk doet.
Vooralsnog zijn met drie verschillende doppen alle werkzaamheden uit te voeren. In combinatie met een Squall-injecteur valt de veldspuit in de 95 procent DTR-klasse. ,,Daarmee kunnen we vrijwel alle middelen spuiten. Slecht een hele enkele keer moet er een middel worden gespoten waarvoor een hoger DRT-klasse vereist is. In zo’n geval vragen we een collega-loonwerker of teler om dat klusje voor ons te doen.’’
Hermans beschikt over drie zelfrijdende veldspuiten. Twee daarvan zijn Coenders hoogbouw-spuiten, die specifiek voor de aspergeteelt worden ingezet.
Wanneer de toekomst van de gewasbescherming aan de orde komt, vindt Hermans het lastig inschatten wat er komende jaren gaat gebeuren en in welke machines het bedrijf moet investeren. Van oudsher is het loonbedrijf al sterk gericht op mechanische onkruidbestrijding voor tal van groentegewassen. Deels omdat in een aantal teelten geen (of te weinig) herbiciden beschikbaar zijn, maar vooral ook om gewasremmingen (door herbiciden) te voorkomen. ,,Mechanische onkruidbestrijding is en blijft dus een belangrijke tak van ons bedrijf; daar zijn we goed in en daar blijven we in investeren’’, zo geeft de loonwerker aan.
Zo is er drie jaar geleden een camera-gestuurde schoffelmachine aangeschaft en is er voor dit seizoen een nieuwe ruggenschoffelmachine bijgekomen. Nieuwe technieken, zoals bijvoorbeeld spotsprayers, hebben zeker ook de aandacht, maar Hermans hikt vooralsnog tegen de beperkte capaciteit aan. ,,De resultaten in onder meer uien en cichorei zijn goed, zo hebben we de afgelopen jaren gezien. Ook is de software waarschijnlijk wel uit te breiden naar andere gewassen zoals prei. Knelpunt is echter dat de capaciteit nog niet zo groot is en dat je de machine bij regen niet in kunt zetten. Dat maakt het lastig om als loonbedrijf in zo’n machine te investeren. Klanten willen het liefst dat je ze meteen - liefst dezelfde dag - kunt ontzorgen; met een spotsprayer gaat dat allemaal niet zo snel.’’ Om diezelfde reden zijn technieken die helemaal zonder chemie werken, zoals bijvoorbeeld laserwieders, nog moeilijker rendabel te krijgen: ,,Die machines gaan immers nog langzamer.’’
Hoewel er op het gebied van onkruidbestrijding veel mogelijk is met geen of minder chemie, blijft de veldspuit voorlopig een onmisbaar schakel, zo stelt Hermans. ,,Chemie is en blijft een hele effectieve en efficiënte manier om onkruiden te beheersen. Bovendien is de capaciteit van een veldspuit niet zomaar op te vangen met andere machines. Snel kunnen handelen en het werk vlot kunnen afronden is essentieel voor elk loonbedrijf; met een veldspuit kan dat.’’
Hoewel de loonwerker best bezorgd is over het wegvallen van veel gewasbeschermingsmiddelen, ziet hij dit niet als de nekslag voor de sector. ,,Telers in deze regio zijn inventief en vinden altijd wel
weer oplossingen voor een probleem. Als loonbedrijf denken we daar graag in mee. En of dat nou oplossingen mét of zonder chemie zijn; beide passen ons evengoed. Uiteindelijk volgen we altijd de wensen van onze klanten.’’