Als voormalig voorzitter van LTO-Nederland is Marc Calon een bekend gezicht binnen de landbouw. Al zijn hele werkzame leven verdeelt hij zijn tijd tussen diverse bestuurs- en adviseursfuncties en het eigen akkerbouwbedrijf. En dat bedrijf wordt er zeker niet ‘maar even bijgedaan’, zo blijkt tijdens een gesprek op locatie in Zuurdijk. ,Ik steek veel tijd in vakkennis. Daarmee werk ik toe naar een teeltstrategie die bij mijn bedrijf en bij mijn grond past’’, zegt hij.
Marc Calon (links) heeft een akkerbouwbedrijf in Zuurdijk (Gr.). Op 58 hectare oude, kalkarme kleigrond verbouwt hij wintertarwe (ca. 50%), suikerbieten (25%) en pootaardappelen (25%, verhuurd aan een collega). Daarnaast bekleed hij een aantal advies- en bestuursfuncties binnen en buiten de landbouw.
Wie met Marc Calon aan de praat raakt, moet uitkijken dat hij zich niet laat overrompelen door zijn grote gedrevenheid en brede kennis van zaken. De akkerbouwer annex bestuurder/adviseur is zogezegd vrij nadrukkelijk aanwezig. ,,Ik ben nou eenmaal iemand met een brede interesse die graag het gesprek aangaat. En ja, ik heb ook een vrij duidelijke mening over een groot aantal zaken’’, zegt hij tijdens het gesprek op zijn akkerbouwbedrijf net buiten Zuurdijk. De oud-voorzitter van LTO-Nederland spreekt zich dan ook graag uit over allerlei zaken die momenteel in de landbouw – en nog wat specifieker: de akkerbouw - spelen. Zo laveert het gesprek van demonstrerende boeren (‘Ik zie meer in overleg en in samenwerking’) naar hoge gaanprijzen (‘Dat werd wel weer eens tijd’) en van Roundup (‘heel jammer - en ook onnodig - als dat zou verdwijnen’) tot aan de toelating van de veredelingstechniek Crispr-CAS (‘Dat zou de landbouw een grote stap vooruit helpen’).
Met diezelfde passie en gedrevenheid spreekt hij echter ook over de graanteelt op zijn bedrijf. Jaarlijks teelt Calon zo’n 25 tot 35 hectare wintertarwe, wat ongeveer de helft van het totale bouwplan beslaat. Eric Huizenga van WPA Robertus, die ook bij gesprek aanwezig is, fungeert daarbij als sparringpartner. Bij dat sparren draait het echt om de details, zo benadrukt de adviseur: ,,Marc is een ervaren akkerbouwer en hij is doorgaans heel goed geïnformeerd. Ik hoef hem echt niks aan te praten; hij wil feiten horen en trekt dan zijn eigen plan’’, zo glimlacht hij.
Tarwe telen gaat Calon goed af. ,,Gemiddeld zitten we vrijwel altijd tussen de 10 en 11 ton per hectare, met in sommige jaren ook nog wel eens een uitschieter naar 12 of 13 ton. Je kunt dus wel zeggen dat we teelt aardig in de vingers hebben.’’ Het afgelopen seizoen was daarom wel even een tegenvaller: voor eerste in vele jaren kwam de opbrengst niet verder dan 9 tot 9,5 ton. Calon wijt dit vooral aan het tekort aan licht rondom de afrijpingsperiode, maar ook de hoge septoriadruk heeft volgens hem een rol gespeeld. ,,Dan denk ik toch: had ik de ziektebestrijding net even anders aan moeten pakken? Of heb ik het optimale spuitmoment gemist? Wat dat betreft ben ik wel een perfectionist.’’
Een succesvolle tarweteelt begint voor Calon met vroeg zaaien. ,,Mijn streven is om de tarwe tussen 20 en 30 september erin te hebben zodat het land ook echt groen is wanneer het de winter in gaat. Dit zorgt in het voorjaar voor een hoge leaf area index (index voor hoeveelheid bladmassa, red.), waardoor de groei meteen goed op gang kan komen’’, zo legt hij uit. Om de tarwe niet té groot de winter in te laten gaan – en om een gunstige klimaat voor schimmels te voorkomen - kiest de akkerbouwer meestal voor een wat trager groeiend ras. ,,Bij de rassenkeuze kijk ik vooral naar Noord-Duitsland, en dan vooral naar Sleeswijk-Holstein waar het klimaat vergelijkbaar is met hier. Ik heb goede ervaringen met rassen die het daar goed doen. Dus ja, mijn rassenkeuze wijkt wel eens af van wat hier gangbaar is’’, vertelt de akkerbouwer, die benadrukt dat ook Eric Huizenga – die voorheen vele jaren als tarweveredelaar heeft gewerkt – een grote stempel drukt op de uiteindelijke rassenkeuze.
Dat vroeg zaaien een probleemonkruid als duist in de kaart kan spelen is Calon zich terdege bewust. Maar tot grote problemen heeft dit op zijn bedrijf tot dusver niet geleid. ,,Ten eerste heb ik een bouwplan waarbij tarwe stelselmatig wordt afgewisseld met aardappelen en bieten. Daardoor krijg duist - en dan met name resistente duist – veel minder kans om zich te settelen. Verder ben ik gewoon heel scherp op de bestrijding ervan. Met name de najaars-onkruidbestrijding is daarbij van groot belang. Als die goed lukt, heb je al een hele grote slag geslagen.’’ Calon vertelt liefst zo vlot mogelijk na het zaaien te spuiten bij een zo hoog mogelijke luchtvochtigheid. ,,En als het mij te droog is, dan verhoog ik de hoeveelheid water gewoon van 250 naar 600 liter. Voldoende vocht is essentieel voor een goede werking van bodemherbicide.’’ Verder spuit hij bij voorkeur op donkere dagen, waardoor het middel minder gauw afbreekt als gevolg van licht. Voor Calon zijn dit soort details essentieel om – zoals hij dat zegt – frontrunner te blijven met zijn bedrijf. ,,Natuurlijk heb je het weer niet in de hand en lukt daarom niet alles even goed. Maar bewustwording helpt al een heleboel om zo dicht mogelijk bij de ideale situatie te komen’’, zo is zijn overtuiging.
Voor wat betreft het najaarsherbicide is Calon ook heel duidelijk in zijn keuze: dat is al vele jaren Herold. ,,Ik denk dat ik een van de eersten was in Nederland die het middel gebruikte. In Duitsland waren er al vroeg geluiden dat Herold heel goed werkt tegen resistente duist. Dan ga ik op zoek naar proefresultaten en check ik of het middel ook op mijn bedrijf en mijn grond past – ook voor wat betreft andere probleemonkruiden als ereprijs, kleefkruid en kamille.’’
Om Herold - dat vaak gecombineerd wordt met Stomp® 400 SC - zo goed mogelijk tot z’n recht te laten komen, past Calon de dosering aan al naar gelang de zwaarte van de grond. Op de lichtste grond (rond 25 % afslibbaar) volstaat dan een dosering van 0,4 l/ha, op de zwaarste percelen (rond 70%) gaat er 0,6 l/ha op.
Calon benadrukt overigens dat dit zijn manier van werken is en niet dé manier van werken. ,,Iedere akkerbouw moet zijn eigen strategie bepalen. Dit recept past op mijn bedrijf en op mijn grond en ik heb er succes mee.’’
Ook wil hij graag gezegd hebben dat hij niet gehecht is aan bepaalde rassen of middelen. ,,Rassen degenereren vaak sneller dan we graag zouden willen. Daarom heb ik elk jaar wel weer een nieuw tarweras op het land staan. Gewoon omdat deze weer beter is. En ook goede gewasbeschermingsmiddelen – zoals nu Herold – worden op een gegeven moment minder werkzaam. Daar moet je als boer alert op zijn. In grote graanlanden als Duitsland en Engeland merken ze dat vaak het eerst. Zodra daar problemen opdoemen, moet je hier al nadenken over de volgende stap voor je eigen bedrijf. Dat soort voorkennis is in mijn ogen essentieel om het beste uit je bedrijf te halen‘’, zo besluit hij.
Klik op het onderstaande logo voor meer product informatie en aanbevelingen, of neem contact op met uw lokale distributeur en/of adviseur:
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de product informatie.