Terug
AARDAPPELEN: Focus nóg meer gericht op aardappelen
Volgende
BIETEN: 'Vaker spuiten, met kortere intervallen en aangepaste dosering'
sluiten

Akkerbouw Koerier Januari 2023

AKKERRANDBEHEER: Agrarisch natuurbeheer verdient goede ondersteuning

,,Boeren die aan agrarisch natuurbeheer doen leveren een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit. Zo’n dienst zou op z’n minst kostendekkend moeten zijn, maar eigenlijk verdient het een mooie financiële plus.’’ Dat zegt Dave Dirks, eigenaar van Steunpunt Agrarisch Natuurbeheer in Ospel (Lb.). Hij ondersteunt en adviseert boerencollectieven die zich inzetten voor meer biodiversiteit op akkers en in weiden. Akkerbouw Koerier sprak met hem over nut en noodzaak van meer biodiversiteit en over de praktische invulling daarvan op het boerenbedrijf.

Dave Dirks is eigenaar van Steunpunt Agrarisch Natuurbeheer in Ospel (Lb.).

Om te beginnen: wat doet het Steunpunt Agrarisch Natuurbeheer precies?

,,Kort gezegd bieden we kennis en ondersteuning aan agrarische bedrijven, agrarische collectieven, agrarische natuurverenigingen en overheden die betrokken zijn bij agrarisch natuurbeheer. Dat gaat van praktische adviezen rondom mengselkeuze voor akkerranden naar het intekenen van beheerpakketten tot aan gesprekken met gebiedspartijen zoals waterschappen, gemeenten en provincies om de aanpak van natuurbeheer zoveel mogelijk bij elkaar aan te laten sluiten.’’

Je legt in je bewoordingen duidelijk de nadruk op Agrarisch…

,,Ja, daar ligt mijn passie en ook mijn kracht. Hoewel ik zelf niet uit de landbouw kom, heb ik van jongs af aan veel interesse in deze sector. In het verleden ben ik werkzaam geweest bij Veelzijdig Boerenland, een regionale koepel voor agrarische natuurverenigingen. Toen deze opgingen in grotere collectieven, ben ik als zelfstandig adviseur gestart. Een groot deel van mijn werk concentreert zich rondom weidevogelbeheer, maar daarnaast ben ik ook adviseur voor twee agrarische collectieven in de Haarlemmermeer (Noord-Holland Zuid) en de Zuid Hollandse Eilanden, waar akkerbouw een grote rol speelt. Daar houd ik me vooral bezig met adviezen rondom het opzetten en invullen van bloeiende, bloemrijke akkerranden.’’

Op welke manier dragen akkerranden bij aan biodiversiteit?

,,Bloeiende akkerranden bieden veel voedsel in de vorm van nectar, stuifmeel en zaden. Daarnaast geven ze beschutting voor tal van dieren en insecten. De waarde daarvan voor het ecosysteem is enorm groot, al is het lastig om dat zo even in een paar woorden duidelijk te maken. Deelnemers aan agrarische collectieven zeggen dat je biodiversiteit in de loop van de tijd steeds meer gaat ‘zien en ervaren’. En dat levert kennis op die je prima kunt verweven met het telen van gewassen. Vooral in de open akkerbouwgebieden is er op het vlak van biodiversiteit veel winst te behalen. Als boeren 10 procent van hun grond zouden invullen met akkernatuur, dan is dat voldoende voor volledig herstel en behoud van biodiversiteit en een toekomstbestendig en weerbaar landschap. Ik weet dat dit voorlopig een utopie is, maar ik wil maar zeggen: er zijn absoluut mogelijkheden om verlies aan biodiversiteit tegen te gaan.’’

Met kennis vanuit o.a. GreenBASE wordt de komende jaren steeds meer ingezet op meerjarige bloemenmengsels. Deze zijn niet alleen duurzamer omdat ze niet elk jaar ingezaaid hoeven te worden, maar ze zorgen ook voor meer biodiversiteit in de vorm van meer verschillende soorten en typen (nuttige) insecten.

Welke soorten akkerranden geven de meeste biodiversiteit?

,,Binnen de twee collectieven waar ik actief ben – Haarlemmermeer en Zuid-Hollandse Eilanden – richten we ons vooral op bloemrijke akkerranden. Daarvoor hebben we na aantal testjaren een goed éénjarig bloemenmengsel kunnen samen stellen – het Bloeiend Bedrijf mengsel - dat op alle grondsoorten goed opkomt en ook goed groeit. Heel belangrijk voor het slagen van zo’n éénjarig bloemenmengsel is de zaaidatum. Ons advies is om dat bij voorkeur begin april te doen – maar in ieder geval voor half mei. Dat is niet alleen noodzakelijk om schade door droogte, stuiven of te veel onkruid te vermijden, maar ook om begin juni minimaal 90 procent grondbedekking te hebben. Hierop wordt namelijk steekproefsgewijs gecontroleerd door de NVWA. Omdat het inzaaien van bloemenranden in het voorjaar nog wel eens in de verdrukking komt, proberen we telers te stimuleren om in de winter al vast te leggen waar hun bloemranden komen. Ze kunnen er dan ook rekening mee houden met de grondbewerking.’’

In hoeverre kunnen akkerranden iets betekenen op het gebied van plaag- of ziektebestrijding?

,,Plaag- en ziektebestrijding met behulp van natuurlijke vijanden is zeer complexe en weerbarstige materie. De afgelopen jaren is daar er behoorlijk wat onderzoek naar gedaan, maar het blijkt lastig om daar concrete conclusies uit trekken – laat staan landbouwkundige adviezen aan te hangen. Wat ik wel constateer is dat telers die betrokken zijn bij agrarisch natuurbeheer, de natuur wat meer hun gang durven laten gaan – en daar ook succes mee hebben. Waar ze voorheen vooral die ene bladluis zagen, zien ze nu ook de zweefvliegen in het veld. Dat geeft ze vertrouwen om niet meteen op de veldspuit te klimmen.’’

Steunpunt Agrarisch Natuurbeheer in Ospel (Lb.) biedt kennis en ondersteuning aan agrarische bedrijven, agrarische collectieven en natuurverenigingen en overheden die betrokken zijn bij agrarisch natuurbeheer.

Welke gevolgen heeft de GLB/ ecoregeling - met onder andere verplichte bufferstroken langs waterlopen - voor de biodiversiteit?

,,De ecoregeling zal – alleen al door zijn omvang - zeker een positieve bijdragen hebben op de biodiversiteit. Alleen zet ik wel wat vraagtekens bij de efficiëntie en effectiviteit van de regeling. Veel boeren zien de regeling als een ‘moetje’ en zullen de bufferstroken zo sober en goedkoop mogelijk gaan opvullen. Dat is jammer, zeker als je weet dat je met uitgekiende akkerrandmengsel de biodiversiteit een enorme boost kunt geven.

Bovendien bestaat de kans dat met de komst van de ecoregeling minder bloemrijke akkerranden in het ANlb worden afgesloten. En juist deze ANlb akkerranden - met goede afspraken over het beheer ervan - bieden veel meerwaarde voor boer én biodiversiteit. Maar goed; de ecoregeling is nieuw voor zowel boer als overheid. We moeten elkaar de tijd gunnen om dit goed op elkaar af te stemmen.’’

Wat moet er gebeuren om agrarisch natuurbeheer in de benen te houden?

,,Belangrijk is om agrarisch natuurbeheer naar een nog hoger plan tillen en te blijven werken aan kennis en innovatie. Een mooi voorbeeld hiervan is GreenBASE 2.0, een samenwerkingsverband tussen het collectief Noord-Holland Zuid, diverse regionale overheden in de Haarlemmermeer en ForwardFarm Bayer. Binnen GreenBASE worden jaarlijks een aantal kennisbijeenkomsten en veldexcursies gehouden waarbij zaken als monitoring en onderhoud van akkerranden, herkenning en waardering van nuttige insecten en onderzoek naar strokenteelt en bufferstroken uitgebreid voor het voetlicht komen.

Met kennis vanuit GreenBASE zetten we de komende jaren ook steeds meer in op meerjarige bloemenmengsels. Deze zijn niet alleen duurzamer omdat ze niet elk jaar ingezaaid hoeven te worden, maar ze zorgen ook voor meer biodiversiteit in de vorm van meer verschillende soorten en typen (nuttige) insecten. Meerjarige kruidenrijke akkerranden zijn te stapelen met bufferstroken, alleen de financiële waardering hiervoor is op dit moment te laag. Dat zal beter moeten om het draagvlak voor meerjarige kruidenrijke akkerranden te vergroten.

Een goed gelukt bloemenrand kan zo’n vijf tot acht jaar mee, mits deze goed is onderhouden. Dat onderhoud bestaat eigenlijk alleen uit één keer per seizoen klepelen of maaien, waarbij het maaisel wel afgevoerd moet worden om extra onkruiddruk te voorkomen.’’

Tot slot: is er voldoende waardering voor agrarisch natuurbeheer?

,,Te weinig, vind ik. Op dit moment gaan vooral de duimen omhoog voor de – vanaf de weg zichtbare - bloemrijke akkerranden. Dat is op zich dat een goede zaak, want daarmee stijgt ook de waardering voor de landbouw als geheel. Tegelijkertijd merk ik dat agrarisch natuurbeheer nog teveel wordt gezien als ‘gerommel in de marge’. Niet alleen door boeren, maar ook door andere partijen. Het is zeker waar dat agrarisch natuurbeheer niet of nauwelijks een verdienmodel heeft en dat het sterk afhankelijk is van subsidies. Maar kijk ook eens naar de ‘winst’ voor natuur en landschap. Neem Groot-Brittannië, waar het begrip landschappelijke waarde veel meer is ingebed in de landbouw en de natuur daardoor ook meer basiskwaliteit heeft dan in Nederland. En balen die Britse boeren van hun landschap? Volgens mij niet…

Bovendien zou het doodzonde zijn wanneer de opgebouwde kennis - en misschien nog wel meer het enthousiasme van boeren die hun nek uitgestoken hebben - vanwege onvoldoende financiële compensatie verloren zou gaan. Agrarisch natuurbeheer verdient gewoon een goede ondersteuning.’’

+Colofon