‘Ik wil hier gewoon een fatsoenlijke boterham kunnen verdienen’

Jan Deurloo (28) uit Sint Maartensdijk (Zld.) is sinds 2017 zelfstandig fruitteler. Hoewel hij zijn werk met veel plezier doet, waren de afgelopen jaren niet altijd gemakkelijk. ,,Droogte, hagel en nachtvorst; ik heb het allemaal voorbij zien komen.’’ Daarnaast vraagt hij zich af of een relatief klein bedrijf als het zijne voldoende toekomstperspectief blijft houden. ,,Met 15 hectare fruit is het lastig om een fatsoenlijke boterham te verdienen. Maar ik zal er alles aan doen om het bedrijf overeind te houden.’’

Jan Deurloo (28) uit Sint Maartensdijk (Zld.) zelfstandig fruitteler

Jong & Ondernemend

Wanneer wist je dat je fruitteler wilde worden?

,,Dat was eigenlijk pas zo rond mijn zestiende. Na eerst een opleiding metaalbewerking te hebben gedaan, heb ik de fruitteeltopleiding op het Edudelta College (nu Scalda ,red.) in Goes gevolgd. Toen kwam ik erachter dat de vrijheid van het ondernemerschap en het bezig zijn in en met de natuur me toch wel erg trok.’’

Wat heb je de afgelopen jaren veranderd in de bedrijfsvoering?

,,De belangrijkste verandering hebben we direct al bij de bedrijfsovername uitgevoerd. Toen hebben we vier hectare appels gerooid – Jonagold en Golden Delicious – en opnieuw aangeplant met peren - Conference en Lucas. Hoewel de plukperiode daardoor wat dichter op elkaar is komen te zitten, hebben we daar qua rendement zeker profijt van gehad.

Verder hebben we in 2021 een klein stukje grond bij kunnen kopen. Dat hebben we aangeplant met Conference, waardoor we nu op een bedrijfsareaal van 15 hectare zitten.’’

Hoe zijn de eerste jaren als zelfstandig fruitteler verlopen?

,,Om heel eerlijk te zijn waren die niet altijd makkelijk… De afgelopen zes jaar hebben we drie seizoenen te maken gehad met droogte, twee seizoenen met nachtvorst en één seizoen – in 2021 – met hagel. In vrijwel alle jaren heb ik wat in moeten leveren in de vorm schade aan vruchten, verruwing of te kleine vruchten. Vooral de droge jaren hakten er flink in. We hebben op ons bedrijf geen zoet oppervlaktewater in de buurt. We druppelen daarom met leidingwater, maar in droge seizoenen is de aanvoercapaciteit bij lange na niet voldoende. Als buffer hebben we weliswaar een klein bassin van zo’n 75 kuub, maar daar kun je hooguit een paar dagen mee vooruit. Ik zou graag investeren in zoetwateraanvoer – dat een kilometer of twee verderop wel beschikbaar is. Maar dat vergt een flinke investering en dat geld heb ik niet zomaar even liggen…’’

Waar wil je de komende jaren naar toe met je bedrijf?

,,Mijn belangrijkste doel is dat ik gewoon een boterham kan verdienen op dit bedrijf. Daarvoor probeer ik zoveel mogelijk dingen zelf te doen en zo min mogelijk hulp van derden in te roepen. En waar het echt niet anders kan – zoals bij snoeien, dunnen en plukken – probeer ik dat met een minimale inzet van personeel te doen.

Verder werk ik van mei tot augustus bij een loonbedrijf, waarvoor ik windsingels bij collega’s snoei. Behalve dat dit wat extra geld oplevert, vind ik het ook mooi om bij collega’s te kijken hoe zij de teelt aanpakken. Daar leer ik elk jaar weer wat van.’’

Wat zie je als grootste knelpunt (of uitdaging) voor de komende jaren?

,,Mijn grootste zorg betreft de arbeid die elk jaar duurder wordt. We zitten nu al aan minimaal €21 tot €22 per uur en ik verwacht dat dit bedrag de komende jaren vlot verder zal stijgen. Dat is voor een klein bedrijf als het onze een enorme last. Hoewel ik heel zuinig ben met externe arbeid, zit ik jaarlijks toch al gauw op 3000 tot 4000 uur. Tel maar uit hoeveel je dan kwijt bent…

Wat ik verder zorgelijk vind is dat er de laatste jaren veel gewasbeschermingsmiddelen van de markt verdwijnen. Daardoor wordt de bestrijding van ziekten en plagen een steeds grotere uitdaging. De komende jaren zal dit nog erger worden, want ook belangrijke middelen als Captan, Roundup en Movento staan op de nominatie om te verdwijnen. Zelf probeer ik hierop in te spelen door de biodiversiteit rondom mijn bedrijf te vergroten en het nuttige insecten nog meer naar hun zin te maken. De afgelopen jaren heb ik zakjes met oorwormen en ook roofwantsen uitgezet en werk ik gericht met bloemenranden.

Verder ben ik nog scherper geworden op het monitoren – waarbij ik hulp krijg van mijn vaste adviseurs van Van Iperen en Van Wesemael. Ik merk dat deze manier van werken steeds meer zijn vruchten afwerpt, maar ik heb de afgelopen jaren ook ervaren dat het heel prettig is dat we correctiemiddelen achter de hand hebben voor als het helemaal fout dreigt te gaan.’’

Wat vind je het mooiste aan het vak?

,,Dat blijft toch het werken in en met de natuur. Vooral het voorjaar – en dan met name de bloei - vind ik elk jaar weer een prachtige periode. Als ik dan in de boomgaard rondloop, dan besef ik weer waarom ik fruitteler ben geworden – en waarom ik het toch de moeite waard vind om vooral dóór te gaan in dit vak.’’

Tot slot: welke tips of adviezen zou je jonge, startende fruittelers mee willen geven?

,,Kijk eerst zoveel mogelijk rond bij andere bedrijven – zowel in als buiten de fruitteelt. Dan krijg je een goed beeld van welk werk - en ook welke rol - echt bij je past. Wil je vooral teler zijn? Of past de rol van manager je beter? Dat maakt nogal wat uit in het dagelijkse werk.

Zelf vind ik fijn om zelfstandig te werken en mijn eigen beslissingen te nemen. Maar zoals eerder gezegd: met 15 hectare fruit is het lastig om het bedrijf in de benen te houden. Maar hoe dan ook zal ik er alles aan doen om overeind te blijven.’’