Op ruim een halve hectare verrijst dit voorjaar het nieuwe Houtig Kleinfruit Centrum (HKC) op de proeftuin in Randwijk. ,,We zijn begonnen met het renoveren van de overkappingen'', zegt Jan Peeters van Fruitconsult, dat verantwoordelijk is voor het beheer van de proeftuin. Hij laat de plek zien waar het allemaal gaat gebeuren. Voor de vaste bezoeker van Randwijk lijkt er weinig nieuws onder de zon, want er bestond ook al een Houtig Kleinfruitcentrum. Die komt nu echter rechtstreeks onder de proeftuin te vallen.
Wat betekent het voor telers als ze ‘supporter van Randwijk’ worden?
,,Voor 250 euro per jaar kunnen zachtfruittelers supporter worden van de gehele proeftuin. Daarmee hebben ze toegang tot alle informatie, open dagen en andere activiteiten. Wij hopen met hulp van Vlamings en HortiNova een groot deel van de telers te bereiken en ze dit jaar te laten kennismaken met wat ze hier allemaal mogen verwachten. En hopelijk kunnen we ze overtuigen, want het werkt alleen als telers ook enthousiast worden. Ik zou zeggen: kom kijken.''
Wat verandert er, nu het HKC onderdeel van de proeftuin wordt?
,,Wij hopen nog meer dan voorheen de verbinding te kunnen leggen met de praktijk, net zoals we dat in het grootfruit doen. Met dezelfde energie en met dezelfde aanpak, dus met hulp van supporters en sponsoren. Twee nieuwe partners zijn de toeleveranciers Vlamings en HortiNova, die opgeteld meer dan driekwart van de professionele kleinfruittelers bedienen. Samen met een groep van vijf telers vormen zij een werkgroep die zich momenteel buigt over de manier waarop we het HKC het beste kunnen gaan vormgeven. Ze brengen in kaart welke onderzoeksvragen er zijn en welke daarvan prioriteit hebben. We willen namelijk zo goed mogelijk aansluiten bij de vragen die in de sector leven. Daarnaast brengen CAF, NFO en WUR, als deelnemers in de proeftuin, hun kennis, netwerk en ervaring in.''
Hoe gaat het HKC eruit zien?
,,We gaan van start met ruwweg een vierde bramen, een vierde frambozen, een vierde rode bessen en een vierde blauwe bessen, met in totaal een halve hectare overkapte teelt. De bestaande kappen worden gerenoveerd en er worden nieuwe bijgebouwd, voorzien van de nieuwste teeltsystemen, ook op gebied van irrigatie en teeltmonitoring. Het overkapte deel gaat ten opzichte van de oude situatie ruwweg verdubbelen en alleen een stuk vroege blauwe bes blijft niet-overkapt. De hele tuin is beschikbaar voor onderzoek en demonstraties. Mijn collega Johan Sonneveld neemt het beheer voor zijn rekening en is straks het eerste aanspreekpunt.''
Wat voor onderzoek staat er op de rol?
,,We merken dat er veel behoefte is aan kennis op het gebied van rassen, bemesting en herinplant. Ook gewasbescherming is een van de speerpunten. Eigenlijk heel breed dus. Er komt een demo met herfstframbozen, waarbij telers de prestaties van verschillende rassen onder dezelfde omstandigheden kunnen vergelijken en in de zomerframbozen komt een onderzoek naar het beperken van stikstofverliezen via het drainwater. Verder komen er meerdere onderzoeken op het gebied van biologische bestrijding. Zo is er rond de beheersing van bramengalmijt een omvangrijk project van start gegaan, onder leiding van WUR-onderzoeker Herman Helsen. Hij doet ook onderzoek naar strategieën om schade door de suzuki-fruitvlieg te voorkomen. Daar is al veel onderzoek naar gedaan, maar er zijn nog verdere verbeteringen in de bestrijdingsstrategie noodzakelijk. In blauwe bes kijken we naar rassen en teeltsystemen en in rode bes gaan we in eerste instantie aan de slag met het verbeteren van de aanslag bij herinplant. Voor verdere proeven moeten de struiken eerst vrucht dragen.''
Staat het HKC op zichzelf of is er een duidelijke link met het grootfruit?
,,Ze zullen van elkaar profiteren. De ervaringen die we hebben opgedaan in het grootfruit nemen we mee in het HKC, onder andere in de manier om van deze plek echt een broedplaats voor innovatie te maken. Daarnaast komt de kennis over en weer van pas. Ik denk bijvoorbeeld aan het onderzoek op het gebied van herinplant van appels. Daar zit een deel overlappende kennis in, die ook in het kleinfruit van pas komt. Een ander voorbeeld, uit de kersen, is onderzoek naar zichtbaar spuitresidu bij het gebruik van venturidoppen. Ook in rode bessen kan dit probleem spelen. Verder doen we zowel in het grootfruit als kleinfruit onderzoek naar natuurlijke bestrijders. Die kennis komt hier relatief eenvoudig bij elkaar.''
Wat merkt de bezoeker van de nieuwe opzet?
,,We zullen het meer als een geheel gaan presenteren. Tijdens onze jaarlijkse open dag op 16 augustus hebben we een speciaal kleinfruitprogramma, zodat bezoekers over en weer een kijkje kunnen nemen. Bovendien zijn er telers die zowel hardfruit als zachtfruit telen en is het ook voor afnemers wel zo logisch dat ze hier alle fruitsoorten onder één dak aantreffen. Uiteraard besteden we dit jaar extra aandacht aan het nieuwe kleinfruitcentrum. Op 15 mei houden we een bijeenkomst voor onze sponsoren en supporters, waarbij we in gesprek gaan over de opzet van het HKF. En ook op 8 juni, tijdens de steenfruitdag, zal er aandacht zijn voor het kleinfruit.''
Niet alle fruit is vertegenwoordigd in Randwijk. Komen er nog andere fruitgewassen bij?
,,Dat zou heel mooi zijn. Natuurlijk praten we wel eens over kleinere productgroepen, zoals speciale bessensoorten. Maar voor ons is het nu eerst zaak om de huidige plannen goed te gaan uitwerken en de samenwerking met plantgoedleveranciers, telerscollectieven en andere toeleveranciers goed op poten te zetten. Het onderzoek dat nu in de pijplijn zit, is al heel veel werk. Maar er is gelukkig ook heel veel enthousiasme.''
Wat is er nodig om van het HKC een succes te maken?
,,Dankzij de sponsoren kunnen we van start. Maar om straks verder te kunnen, hebben we vooral ook de steun van telers nodig. We willen ze graag verder bij Randwijk betrekken om de centrumfunctie van de proeftuin verder uit te bouwen. In het hardfruit hebben we al mooie dingen laten zien. Afgelopen jaar ontvingen 2.500 bezoekers en je ziet dat er steeds meer activiteiten omheen ontstaan. Zo gaan we bijvoorbeeld in samenwerking met de Nederlandse Bijenhouders een permanente bijenstal met een informatiecentrum opzetten. Dat soort initiatieven maakt de functie van de proeftuin steeds sterker.''