Onkruidbestrijding sterk gericht op haagwinde
,,Hét probleem in maïs? Dat is zonder enige twijfel haagwinde. We doen er alles aan om dit onkruid onder controle te houden, al kost dat wel steeds meer tijd en moeite.'' Aan het woord zijn René Rougoor en André Tannemaat, respectievelijk mede-eigenaar en een van de vaste mensen op de veldspuit bij loonbedrijf Lettink in Westendorp (Gld.).
René Rougoor (rechts) is bedrijfsleider bij loon- en grondverzetbedrijf Lettink B.V. in Westendorp (Gld.). André Tannemaat (links) is één van de vaste mensen op de veldspuit.
Behalve met gerichte vooropkomst-bespuitingen op probleempercelen, pakken ze haagwinde ook stevig aan met Capreno. ,,Wij zien dat dit middel uiteindelijk de beste nevenwerking heeft op haagwinde. En ook belangrijk: het werkt prima tegen zwaluwtong, een onkruid dat hier ook steeds meer oprukt.''
Het is eind februari en een bitter koude dag in de Achterhoek. De thermometer geeft minus 6,5 graden aan, maar met de wind erbij voelt het nog veel kouder. Bij loonbedrijf Lettink zijn de werknemers vooral druk in de loodsen en in de werkplaats, want de buitenwerkzaamheden liggen zo goed als stil. ,,Her en der doen we nog wat grond- en transportwerk. En we maken nog wat greppels schoon. Maar het grootste deel van het personeel moet zich nu binnen vermaken. Gelukkig doen we veel onderhoud zelf, dus er is altijd wel wat te doen'', vertelt bedrijfsleider René Rougoor. Samen met medewerker André Tannemaat heeft hij deze ochtend gereserveerd voor een gesprek over de onkruidbestrijding in maïs. En dat is voor het loonbedrijf al jaren een 'stevige poot' onder het bedrijf. ,,Jaarlijks spuiten we tussen de 800 en 900 hectare maïs. Dat doen we hoofdzakelijk met een 33 meter brede Agrifac-zelfrijder. Als reserve hebben we ook nog een getrokken Sieger-spuit, die in noodgevallen ook nog een paar honderd hectare over kan nemen. In droge jaren - zoals afgelopen seizoen - hebben we deze capaciteit ook echt nodig. Toen hebben we de werkbare uren soms echt moeten stelen'', vertelt Rougoor.
Vooropkomst-bespuiting
Van de 800 tot 900 hectare maïs wordt doorgaans zo'n 150 hectare vooropkomst gespoten. ,,Dat zijn vaak de wat moeilijkere percelen met relatief veel haagwinde of aardappelopslag. In de regel voeren we hierop geen hoofdbespuiting meer uit, maar alleen nog een late correctiebespuiting, waarbij we vooral haagwinde nog even een stevige tik geven'', legt Tannemaat uit. Belangrijk bij deze strategie is - naast voldoende vocht om de bodemherbiciden goed te laten werken - een voldoende fijn zaaibed voor een zo volledig mogelijke bedekking van middelen over de grond. Juist op dit punt is er volgens Tannemaat nog wel wat te verbeteren. ,,Veel boeren laten de grond net iets te grof liggen, waardoor de bedekking met herbiciden onvolledig is. Daardoor valt de werking van de bodemherbiciden soms wat tegen. Dat is jammer en eigenlijk ook gewoon niet nodig.'' Rougoor vult aan dit elk jaar weer te communiceren naar de telers, maar hij merkt dat de boodschap maar heel geleidelijk wordt opgepakt. ,,Daarin merk je dat maïstelers toch vooral veehouders zijn. Die zijn vooral bezig met hun koeien en veel minder met hun land.''
Capreno in de basis
Op percelen met een normale onkruiddruk gebruikt het loonbedrijf sinds vorig jaar hoofdzakelijk Capreno. ,,Naast de brede werking op grassen en breedbladige onkruiden, is voor ons vooral de goede nevenwerking op haagwinde van belang. De afgelopen twee jaar hebben we gemerkt dat het even duurt voordat je het effect op haagwinde ziet, maar dat het eindresultaat gewoon beter is dan dat van andere middelen'', stelt Rougoor. Ook belangrijk vindt hij de goede werking van Capreno op zwaluwtong; een sterk opkomend onkruid op sommige percelen. ,,Al met al matcht Capreno dus gewoon heel goed met de onkruidbezetting in ons gebied.'' Tannemaat voegt graag nog toe dat Capreno 'logistiek gezien' ook een mooie verbetering is ten opzicht van voorgaande middelen. ,,De dosering van Capreno is maar 0,25 liter per hectare; daarvan kun je dus een flinke hoeveelheid meenemen op de spuit. Zeker tijdens hectische periodes - zoals het afgelopen jaar - helpt dat toch weer om lekker door te kunnen werken."
Onkruidverspreiding voorkomen
Een punt dat volgens Rougoor en Tannemaat steeds belangrijker wordt om onkruiden - en dan met name haagwinde - onder controle te houden, is het tegengaan van verspreiding. Tannemaat: ,,Haagwinde groeit vrijwel altijd vanuit de randen het perceel in. Sommige boeren hebben de neiging om die randen wat intensiever te bewerken, bijvoorbeeld met een frees. Het gevolg is dat wortelstokken zich nog veel breder over het perceel verspreiden. Ook zien we nog te vaak dat de grond van uitgekorfde sloten en greppels op het land wordt verspreid. Niet handig, want juist daarin zitten al die lastige wortelonkruiden. Op dit soort zaken zullen we onze klanten nog meer moeten wijzen.''
Een maatregel die zou helpen om met name de haagwindedruk te verminderen is meer vruchtwisseling. Toch verwacht Rougoor dat dit in zijn gebied geen grote vlucht zal nemen. ,,Boeren willen op hun huiskavel gras hebben staan; maïs blijven ze daardoor vaak op dezelfde, verderaf gelegen percelen verbouwen. Die manier van werken zie ik niet snel veranderen. Verder is er wel wat grondruil met aardappel- en bollentelers, maar dat is te weinig om de problemen met haagwinde structureel mee op te lossen.''