Herbicide Atlantis® Star Herbicide
Resistentiemanagement
Dit middel bevat de werkzame stoffen iodosulfuron-methyl-natrium, mesosulfuron-methyl en thiencarbazone-methyl. Iodosulfuron-methyl-natrium en mesosulfuron-methyl behoren tot de sulfonylureum verbindingen. De HRAC code is B. Thiencarbazone-methyl behoort tot de sulfonyl-amino-carbonyl-triazolinone groep. De HRAC code is ook B. In Nederland zijn onkruiden aangetroffen die resistent zijn tegen werkzame stoffen met HRAC code B. Omdat er binnen deze groep kruisresistentie bestaat, dit middel afwisselen met middelen met een ander werkingsmechanisme. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen op te volgen.
Gewasgevoeligheid
Na een behandeling met Atlantis Star kan fytotoxiciteit in winterrogge optreden. Een effect op de oogst is niet uit te sluiten. Overlap van spuitbanen dient daarom zorgvuldig vermeden te worden.
Vervanggewassen
Bij herinzaai na het mislukken van de teelt kan zomertarwe worden verbouwd mits een kerende grondbewerking wordt uitgevoerd.
Volggewassen
Na de oogst van het behandelde gewas kunnen in een normale vruchtopvolging in de herfst wintergranen, raaigras, koolzaad en groenbemesters worden geteeld.
In het volgende voorjaar kunnen suikerbiet, aardappel, maïs, haver, peulvruchten en zonnebloem veilig worden geteeld.
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen
H319:
Veroorzaakt ernstige oogirritatie.H410:
Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.P280:
Draag beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming.